iWfësÊ Eetketel Pakan Baroespoorweg 4&M y STILLE GETUIGEN iMMjJSoi De eetketel van aluminium is uit stukken van officiële KNIL- ketels samengesteld tijdens krijgsgevangenschap aan de Pakan Baroespoorweg (Sumatra). Met een geslepen spijker zijn de tekst 'Gelukkig weerzien', de afbeelding van de hoofden van man en vrouw, en de decoraties met rozen en korenaren erin ge graveerd. Hij behoorde aan sergeant der genie KNIL J.S. Grashuis. In alle veertien kampen langs de 220 kilometer lange Pakan Baroespoorweg waren de levensomstandigheden erbarmelijk. Het grootste probleem vormde het voedselgebrek. Als een baanwerker, die het zwaarste werk moest verrichten, dagelijks 330 gram rijst, 100 gram groente en 100 gram tapioca pap in zijn keteltje kon doen, was het veel. Men trachtte dan ook op alle mogelijke manieren de zeer karige rantsoenen aan te vullen met eetbare planten, bessen, paddenstoelen, noten, en allerlei dieren. Ook door handel en smokkel met de lokale bewoners kregen de gevangenen extra voedsel. Om aan geld voor eten te komen verkwanselde men kleding, horloges en soms zelfs een bewerkt eetketeltje. De overlevenden van de scheepsrampen met de Junyo Maru en de Van Waerwijck kwamen helemaal zonder bezittingen aan op hun bestemming. Fred Seljee, een overlevende van de torpe dering van de Van Waerwijck, vertelde later: 'Iets om uit of mee te eten hadden we niet. Van stukjes zink en blik maakten we bakjes en lepeltjes; een armoedige toestand.' Door het harde werk, het weinige voedsel en de slechte behui zing werden velen ziek. Dr. W.J. van Ramshorst, de arts van kamp 2, het grootste kamp van alle nederzettingen langs de spoor baan en eindstation voor de meeste doodzieke patiënten, liet maden uit de latrines scheppen. Ze werden gewassen, gekookt en met sambal gemengd aan de zieken gegeven, die door dit eiwitrijke voedsel 'zichtbaar opkikkerden'. Marthe Gaspar-Raven 30 Moesson Moesson #2 augustus 2015.indd 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 30