Overall Vrouwen Auto Corps In de periode tussen het uitbreken van de oorlog in Europa en het begin van het Japanse zuidelijk offensief in Zuidoost-Azië werd in Indië de oorlogsvoorbereiding zo hoog mogelijk opgevoerd. Een groot deel van de Europese bevolking werd daarbij voor de oorlogsinspan ning gemobiliseerd. Een van deze organisaties was het Vrouwen Auto Corps (VAC). Het VAC werd eind 1940 te Batavia door mevrouw M.C. Lu- lof-Mehrengs naar Brits voorbeeld opgericht. Op het initiatief werd aanvankelijk door de samenleving en de legerleiding sceptisch gerea geerd. Vrouwen als vrachtautobestuurders paste niet in het toenma lige vrouwbeeld en de man-vrouwverhoudingen. Het VAC bewees echter spoedig zijn nut en werd in februari 1941 onder algemene lei ding van de Centrale Commissie tot Organisatie van Vrouwenarbeid in Mobilisatietijd (COVIM) deel van het programma van de Staatsmo- bilisatieraad. Hierdoor kon het VAC haar organisatie verder uitbrei den. In december 1941 telde het ongeveer 400 leden met afdelingen in Batavia, Bandoeng, Cheribon, Pekalongan, Semarang, Salatiga, Magelang, Djokja, Madioen, Soerabaja, Malang en Tegal. Te Soekaboe- mi, Buitenzorg en Palembang waren afdelingen in oprichting. Het VAC leidde vrouwen op voor het rijbewijs B I (autobussen en vrachtwagens van 2.000 kg en meer). Naast de rijopleiding bestond de opleiding uit een cursus autotheorie en -techniek, EHBO, kaart- en kompaslezen, stadskennis, exercitie en revolver- en pistoolschieten. Naast het zogenaamde B-korps van vrachtautobestuurders werd in september 1941 op Java het A-korps opgericht. Het rijbewijs A was verplicht voor personenauto's, zomede autobussen en vrachtauto's met een toelaatbaar totaalgewicht van minder dan 2.000 kg. Het A-korps zou in oorlogstijd optreden als chauffeurs voor burgerlijke en militaire autoriteiten en doktoren. Het A- en het B-korps vielen in oorlogstijd onder de burgerdienstplicht. Mevrouw Lulof verwierf voor haar initiatief de steun van de directie van General Motors. Dit bleek een belangrijke succesfactor. General Motors had in 1927 een grote assemblagefabriek in Tandjong Priok geopend. Aldaar verzorgde General Motors de opleiding van het VAC. Het stelde ook de voertuigen beschikbaar. De eerste ploeg van 26 leden van het Vrouwen Auto Corps ging in witte overall in een auto bus van General Motors naar hun opleiding. De overall was van witte katoen met liggende kraag, twee borstzakken met klep, twee zakken op de broekspijpen en korte mouwen. De overall werd met een rits sluiting voor gesloten. Boven de linker borstzak was een geborduurd embleem genaaid met het wapen van Batavia met daaronder de tekst SERVICE. Rechts boven deze tekst nog de letters GM in een rood vlak. Het VAC leverde chauffeurs voor auto's, ambulances en vrachtauto's van de Koninklijke Marine, het KNIL, de stads- en landwachten en de LBD (Luchtbeschermingsdienst). De vrouwen mochten geen munitie vervoeren en bij gevaar van oorlogshandelingen zouden inheemse chauffeurs van het Vrijwillig Autobestuurders Korps (VAUBEC) hun taak overnemen. De legerleiding besliste dat het VAC niet in militair verband zou worden ingezet. Op 1 maart 1942, de dag van de Japanse landingen op Java, werd het VAC te Batavia door het binnenlands bestuur opgeheven en moest het materieel worden vernietigd. Marc Lohnstein

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 31