Bewijsplankje
verzegeling radio
Dit houten plankje, voorzien van een tekst in Japanse karakters, diende
als bewijs dat men zijn radiotoestel had laten verzegelen. Het moest
zichtbaar aan de deur bevestigd worden. De Japanse tekst op het houtje
verwijst naar de naam van een persoon: Shöichirö Matsumoto.
Om de toegang tot het nieuws van buiten Indië te beletten, werd de
mogelijkheid tot het luisteren naar radio-uitzendingen door de Japan
ners drastisch beperkt. Bijna overal moesten radiotoestellen ingeleverd
worden om zo verzegeld te worden dat men alleen de golflengte van
officiële Japanse uitzendingen kon beluisteren. Toch vond men al spoedig
een manier om de verzegeling ongedaan te maken en de ultra-korte
golf waar de buitenlandse stations in Australië, Engeland en Amerika op
uitzonden, te kunnen ontvangen.
In sommige gevallen werd het bezit van radiotoestellen geheel verboden.
Er stonden strenge straffen op het overtreden van het luisterverbod. Toch
is op veel plaatsen, zelfs in heel wat kampen, clandestien geluisterd. Had
men geen toestel het kamp kunnen binnensmokkelen dan waren er al
tijd wel een paar technici die met behulp van binnengesmokkelde onder
delen een ontvanger wisten te fabriceren. Enkele tientallen Nederlandse
journalisten en ambtenaren werden door de Japanners ingezet bij hun
berichtgeving en radiopropaganda. Zij moesten geallieerde radio-uitzen
dingen opvangen en uitwerken en propagandateksten opstellen voor uit
zending naar Australië en de Verenigde Staten. Allen die bij deze luister-
of propagandadienst werkten, werden met hun gezinnen ondergebracht
in twee aparte wijken in Batavia, respectievelijk aan de Billitonweg (de
luisterdienst) en de Tanah Abang-weg (de propagandadienst), samen
aangeduid met de naam 'radiokamp'. De wijken waren afgesloten en
konden door de Europeanen alleen met verlof van de Japanners verlaten
worden. Bij beide diensten waren ook Indonesiërs werkzaam, onder wie
de journalist Mochtar Lubis. Zijn baan als omroeper en redacteur bij de
Japanse Militaire Radio maakte hem, zo tekent hij later op, 'ongelovig
aangaande al hun propaganda'. Hij vertelt ook dat het streng verboden
was de buitenwereld iets te vertellen over het nieuws dat ze gehoord
hadden. Niet nakomen van dit verbod betekende de doodstraf.
Marthe Gaspar-Raven
32 Moesson
Moesson #2 augustus 2015.indd 32
23-07-15 13:15