'Van alles moetje een feestje maken'
Joost Allein Richir, scheidend voorzitter
raad van toezicht Nusantara
0
ADVERTORIAL
Door Peter Huijs,
BTH-Thinkpictures
Indischburen
Ceintuurbaan 281
1402 HM Bussum
T (035) 6926111
Patria
Ceintuurbaan 281
1402 HM Bussum
T (035) 6926111
Rumah Melati
Raemdonckstraat 76
1336 AL Almere
T (036) 529 62 97
Rumah Saya
Klein Hattem 34
7339 HJ Ugchelen
T (055) 534 00 10
Aan het einde van de jaren tachtig bracht Joost Allein
Richir zijn grootmoeder - net als hij Indisch - naar het
bejaarden- en verzorgingshuis De Leeuwerik, de voor
loper van Rumah Saya in Apeldoorn. Ze kon niet meer
voor zichzelf zorgen en ze dementeerde. Nu, midden
2015, neemt Joost afscheid van de raad van toezicht
van Nusantara, waar hij twee maal vier jaar de voorzit
tershamer hanteerde. Moesson sprak met hem.
'Op het moment dat ik indertijd bij De Leeuwerik
binnenstapte, wist ik meteen: dit is thuis. Het was
er kleinschalig, het eten en de sfeer waren er precies
goed, het was er een beetje rommelig, kortom echt
Indisch. Het was veilig. Hier kon ik haar met een gerust
hart achterlaten.
Maar voor dit soort huizen was de tijd allerminst veilig,
begin jaren negentig. In de jaren zestig en ook nog in
de jaren zeventig waren er relatief veel Indische bejaar
denhuizen gekomen. Twintig jaar later wilde men daar
weer vanaf. Bij de overheid was er een tendens om
deze huizen te sluiten, vanuit het perspectief dat de
Indische mensen nu wel genoeg geïntegreerd zouden
zijn, en vanuit zakelijk zorg-perspectief zag men niet
veel heil in de Indische doelgroep.'
Het begin van Nusantara
'Met een aantal mensen heb ik me toen ingezet om
daartegen in het geweer te komen. We zijn naar het
ministerie gestapt. Daar kregen we de garantie dat we,
als we bestuurlijke kwaliteit zouden kunnen garande
ren, De Leeuwerik konden overnemen. Nu, het waren
heel goede mensen, en we kregen het voor elkaar.
Ook Patria, dat in die periode nog in Baarn gevestigd
was, werd met sluiting bedreigd. Met hen zijn we
ook in gesprek gegaan, wat uiteindelijk resulteerde
in een fusie. Daaruit is Nusantara ontstaan. Later, ik
praat over 2003, 2004, is daar Rumah Melati in Almere
bijgekomen.'
'Het zijn geen kleine problemen waarvoor een zelf
standige woon- en verpleeginstelling als Nusantara
zich anno 2015 gesteld ziet', legt mr. Allein Richir uit
(hij is als jurist werkzaam bij de douane op luchthaven
Schiphol). 'Alle instellingen in Nederland hebben met
dezelfde problematiek te kampen: er is minder geld be
schikbaar, door de grote vergrijzing. Veel zorginstellin
gen verdwijnen, nu de overheid de opvatting heeft dat
oudere mensen zolang mogelijk zelfstandig moeten
blijven, eventueel met thuis- en mantelzorg.
Als Nusantara kiezen wij voor een transitie naar ver
pleeghuis, met daaraan gekoppeld aanleunwoningen.
Daarbij leggen wij vanuit onze eigenheid en achter
grond de nadruk op een keuken die bij de doelgroep
hoort. Het sociale aspect van de Indische cultuur is
grotendeels gecentreerd rond het eten, en dat is een
van de dingen die we dan ook centraal stellen. Een der
gelijke keuze brengt extra kosten met zich, en zo krijg
je op andere fronten een behoorlijke druk op je kosten.
En ook al hebben we een zeker schaalvoordeel, doordat
we toekunnen met een éénkoppige raad van bestuur,
en ook al is er één centrale keuken - het schaalvoordeel
valt eigenlijk weg tegen de afstanden tussen de huizen
onderling.'
Niet meer hoeven praten
'Juist in de laatste levensfase is het mijns inziens
belangrijk dat de Indische atmosfeer gewaarborgd
kan blijven. Dat heeft met die veiligheid te maken. De
kwaliteit van het eten is daarvan een onderdeel, maar
een veel belangrijker component is het oog hebben
voor het eigene van Indische en Molukse mensen, en
dat de medewerkers een goede aansluiting hebben
bij de cultuurspecifieke kenmerken. Daaraan hechten
we veel belang en daarin willen we de medewerkers
scholen.
Want ook een verpleeghuis is een woning. Veel oudere
Indische mensen hebben van alles meegemaakt. Zij
zeggen: "Ik wil begrepen worden zoals ik ben, ik wil
graag in mijn eigen omgeving zijn, waar ik niet meer
hoef te bewijzen waarom ik in Nederland ben. Ik hoef
niet meer horen: 'Wat spreek je goed Nederlands', want
ik bén Nederlands."
Dat is een belangrijk aspect van die veiligheid
waarover ik het had. Veel van onze bewoners zijn
getraumatiseerd door vreselijke dingen die ze hebben
meegemaakt, we hoeven het hier niet te herhalen. De
kampen, of wat ze buiten de kampen meemaakten,
wat vaak nog erger was. De Bersiaptijd. Vervolgens zijn
ze in Nederland niet altijd erg gastvrij onthaald, wat
voor hen vaak moeilijk te begrijpen was.'
Moesson #2augustus2015.indd 50
23-07-15 13:16