INTERVIEW daders nog altijd ongestraft rondlopen. De moorde naars zijn nooit ter verantwoording geroepen. Ge steund door het leger maken zij nog altijd de dienst uit in hun dorp of kampong en intimideren ze hun omge ving. De slachtoffers leven verder in stilte en doorstaan lijdzaam de vernederingen die ze moeten ondergaan. De massamoorden van 1965 hebben het land in een collectief trauma gestort, waarvan de naweeën nog altijd doorwerken in de samenleving. Indonesië is een verscheurd land van daders en slachtoffers, aldus de in Austin, Texas geboren Amerikaan Joshua Oppenheimer. Wat heb je bij je vorige film The act of killing gedaan om het vertrouwen van de daders te winnen, waardoor ze zo vrijuit praten? Joshua Oppenheimer: 'The act of killing is het resul taat van vele jaren werk. Anwar Congo, een van de hoofdpersonen in de film, was de 41ste dader die ik filmde. Ik was toen al ruim twee jaar aan het draaien. Ik ben Anwar vijf jaar blijven volgen. Al op de eerste dag zag ik door de camera iets bij hem wat ik niet bij de anderen had opgemerkt. Een besef dat hij schuldig was aan iets vreselijks, ook al camoufleerde hij dat met zijn trots voor wat hij voor zijn land had gedaan. Maar alle daders vertelden mij direct al bij de allereerste ontmoeting welke verschrikkelijke daden ze hadden begaan. Ze schepten erover op. Ik hoefde hun vertrou wen helemaal niet te winnen. Het leken wel kleine kinderen die andere kinderen pesten en daar trots op zijn? Joshua: 'Ik denk dat je dat anders moet zien. Ik werd als kind gepest. Een van de levenslessen die je dan leert, is dat je op de een of andere manier moet begrijpen wat je overkomt, anders wordt het ondragelijk. Dus leer je empathie ontwikkelen. Niet dat je vrienden wordt met de pestkop, maar je probeert te begrijpen waarom iemand pest. Mensen scheppen op over hun wange drag als ze nooit gedwongen worden om toe te geven dat wat ze gedaan hebben verkeerd is. Intussen raken ze zelf getraumatiseerd door de verschrikkelijke dingen die ze doen. Het is voor daders verleidelijk om hun wandaden te verpakken in een heroïsch verhaal, want daarmee rechtvaardigen ze hun gedrag. Dat deden moordenaars van 1965 ook door te claimen dat ze het land hebben gered van het communisme.' Aanvankelijk was het zijn bedoeling om de slachtoffers aan het woord laten. 'Ik begon in 2003 met het filmen van de nabestaanden van de slachtoffers van de geno cide en de overlevenden. Maar al gauw kwam het leger erachter wat we aan het doen waren. De slachtoffers werden bedreigd en het werd te gevaarlijk. De eerste familie waarmee ik in aanraking kwam was de familie van Ramli, die in 1965 werd vermoord. Zijn ouders Rohani en Runkun zijn het bejaarde echtpaar in The look of silence. Vader Runkun leed toen nog niet aan dementie. Hij was nog heel helder. Ik maakte kennis met hun jongste zoon Adi, die pas na de moorden werd geboren. Daardoor was hij niet zo getraumatiseerd als zijn ouders. Hij wilde weten wat er was gebeurd en ontpopte zich als degene die vragen stelde en mij in spireerde. Hij haalde andere familieleden erbij, spoorde buren aan om hun verhalen met mij te delen. Toen de slachtoffers bedreigd werden en het te gevaarlijk voor ze werd, stelde Adi voor om de daders te interviewen. Alle slachtoffers vielen hem bij.' Was je zelf niet bang om dat te doen? 'In het begin wel, maar de daders bleken bereidwilliger dan ik had gedacht. De slachtoffers wilden de opna men bekijken. Ze zeiden: Joshua, je zit op zo'n belang rijk onderwerp. Blijf de daders filmen. Adi zei: "Iedereen die dit ziet, moet erkennen dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. Iets wat nu nog altijd doorwerkt." We zijn samen naar Jakarta gegaan om de opnamen aan de Indonesian National Human Rights Commission te laten zien. Daar zeiden ze hetzelfde: Blijf deze mannen filmen nu ze nog leven. Na een paar jaar ontdekte ik dat Adi tijdens zijn werk als opticien al zijn cliënten ouder dan zestig ondervroeg over wat ze nog van 1965 wisten. Hij kreeg heel uiteenlopende reacties, sommige mensen werden heel boos, anderen begonnen vrijuit te vertellen, weer anderen klapten dicht. Dat gegeven is de verhaallijn in The look of silence geworden.' Tien jaar werkte Joshua Oppenheimer aan beide films. 'Tijdens het draaien werd het duidelijk dat ik twee films zou gaan maken en dat het zolang zou duren als ik nodig had. De ene film moest gaan over wat er gebeurt als de daders winnen en hun overwinning aan de gehele samenleving opleggen. De andere moest een herinnering worden aan de slachtoffers die 50 jaar in angst en stilte hebben geleefd. Een film die laat zien wat het met mensen doet als ze zo lang met dat onopgeloste trauma moeten doorleven. Beide films zijn bedoeld om de nationale leugen bloot te leggen. Want dat is wat het is: een leugen.' Omdat Joshua ervan uitging dat hij na het vertonen 14 Moesson Moesson #3 september 2015.indd 14 26-08-15 15:46

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 14