iU M 'Na de bersiaptijd is mijn opa in Manokwari Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn of haar familie-poesaka. Dit keer Cl #3 Heb je een voorwerp dat je koestert omdat het vertelt over je eigen Indische familiegeschiedenis? En wil je ook in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611. POESAKA op Nieuw-Guinea beland, waar hij, Guus Ruitenbach, hoofd van het kadaster werd. Hij was een fervent jager en trok vaak samen met de Papoea's die voor hem werkten de wildernis in. Na de re patriëring vertrok de dolk mee naar Brazilië waar hij goed dienst heeft gedaan op het platteland, om mangga's en andere vruchten te schillen of om slangen en ratten te verjagen. Na de dood van mijn opa kwam de dolk bij mijn moeder terecht, waar hij in de vergetelheid raakte. Totdat mijn moeder op een dag twee brandgaten in de kast ontdekte. De wajangpop Gatot Kaca, zoon van Bima, had al een tijd zijn eervolle plek naast de kast. De dolk bovenop de kast was echter onbewust zo gericht, dat deze met de punt naar Gatot Kaca wees. De bezielde wajangpop was hier blijkbaar niet van gecharmeerd en priemde met zijn ogen twee gaten in de kast. Zo kreeg mijn opa's dolk toch weer aandacht en hij kwam in mijn bezit. Het is een poesaka die voor mij ons verleden en de mystiek van Indonesië vertegenwoordigt.' september 2015 19 Moesson #3 september 2015.indd 19 26-08-15 15:46

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 19