Column
Poirrié's Perikelen
Repatriant of geen repatriant
Ze blijven komen, die stakkers van asielzoekers. Ze doen er alles aan
om naar het Westen te komen. Het is soms net een volksverhuizing.
En er lijkt ook geen pasklare oplossing te zijn voor die wassende trek
naar het Westen.
Het ene land opent de grenzen en het andere sluit ze. De ene asiel
zoeker wordt met open armen ontvangen, de andere gemeden of
zelfs verguisd. Maar voor de betrokken asielzoeker geldt maar één
ding: maak dat je van alle ellende wegkomt.
Zoals dat vroeger bij ons het geval was toen de Japanners langs wa
ren gekomen en het gepeupel aan het rampokken sloeg. We ons net
als de meeste asielzoekers van nu op een schoen en een slof in veilig
heid moesten brengen. Met grote haast en weinig meer positiefs over
dan uithoudingsvermogen en de 'hoop op betere tijden' van de Nirom.
Er enkele jaren daarna nogmaals iets heftigs voorviel. Het vlak na
onze toch al niet zo luisterrijke bevrijding begon te gisten en de vlam
in de pan sloeg. Het in het hele land tot een aaneenschakeling van
'bijltjesdagen' kwam en talloze onschuldige mannen, vrouwen en
kinderen een goed heenkomen moesten zoeken. Maar daar lang niet
allemaal in slaagden. Vluchtpogingen van alle tijden, zoals ze er altijd
zijn geweest op de hele wereld.
Er zijn er niet meer zo veel van en binnen afzienbare tijd zie je ze
nooit meer: de Indische mensen die destijds per schip en haast op
linie de halve wereld overstaken om in Nederland hun heil te zoeken.
Niet als asielzoeker, migrant of emigrant. En ook niet als bootvluch
teling, maar als repatrianten. Een vriendelijke, maar niet helemaal
juiste benaming voor een loot van gelijke Nederlandse stam. Waar
mensen als pa weleens over vielen, maar zich ook weer niet al te
druk over maakten als het ter sprake kwam. Of gevoelige kwesties
als het vertrek van het eigen geboorteland aan de orde waren. Zoals
na de Watersnoodramp van 1953, toen in Zeeland de dijken waren
doorgebroken en we de eerste de beste trein moesten pakken om
de kazerne te halen, maar alleen standby hoefde te blijven. Werden
er na die rampzalige watersnood reliefgoederen ingezameld voor
de overlevenden en werd er in Nederland en omringende landen zo
veel vergaard dat er meer dan voldoende overbleef voor de Indische
repatrianten.
Een sympathieke geste die door de meeste repatrianten ten zeer
ste werd gewaardeerd. Behalve door pa, die resoluut weigerde om
het hem en ma toegezonden kledingpakket te accepteren. Om de
doodeenvoudige reden dat er tweedehandskleding in zat en hij zich
daar als voormalige KNIL-officier echt wel iets te hoog voor vond. Ook
al zat er een chique lange zwarte herenjas in die aan de binnenkant
van de kraag voorzien was van een bekend Frans merk. Ma beweerde
tenminste dat het een prachtige jas was en hij er net zo in uitzag als
een Parijse prefect. Hoe ma hem zo ver heeft kunnen krijgen, weet ik
niet, maar pa heeft die prefectenjas nog aardig wat jaren gedragen.
Repatriant of geen repatriant.
Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont
sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
november 2015 19
Moesson #5 november 2015.indd 19
28-10-15 14:42