lu N/ 'Mijn moeder, zusje en ik moesten naar een Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn of haar familie-poesaka. Dit keer Martje Saveur-Hofstee. POESAKA jappenkamp. Mijn vader was al eerder door de jappen gevangen genomen en sindsdien heb ik hem nooit meer gezien. Op mijn derde verjaardag kreeg ik dit kleine, lieve kabouterpopje cadeau. Ik hield het, net als nu, in mijn handen en keek er naar. Wat lief! Dit popje zou ik altijd bij me houden. Het popje heeft veel beleefd. Al die dagen dat ik in het kamp met dysenterie in het ziekenhuis lag, bijna dood, was mijn kabouterpopje bij me om me te troosten als ik verdrietig was. Toen ons kamp gebombardeerd werd, stelde mijn popje me gerust. Na de kamptijd was het weer oorlog. Maar ik was niet bang, want als ik moest gaan slapen had ik mijn popje dicht bij mij. En als ik het brandende puntje van de sigaret van mijn moeder zag - heen en weer, heen en weer - dan wist ik dat zij er was. In Holland is mijn kabouterpopje bijna een keer doodgebeten door een hond. Ik was bang voor honden want in het kamp was hondsdolheid. Toen een witte keeshond blaffend op mij afrende liet ik mijn popje vallen, uit angst. O, wat was ik bang dat hij het in zijn bek kapot zou schudden! Maar gelukkig is dat niet gebeurd. Dat mijn kaboutertje veel heeft meegemaakt is hem aan te zien. Ik ben hem, wonder boven wonder, nooit verloren. Nu is hij oud en versleten en mag mijn kleinzoon Kasper lief zijn voor hem.' Heb je een voorwerp dat je koestert omdat het vertelt over je eigen Indische familiegeschiedenis? En wil je ook in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611. november 2015 21 Moesson #5 nouemher 2015inrlrl 21 98-10-15 1442

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 21