j Column K Prettige feestdagen Poirrié's Perikelen J iff-, m v - Rb a i FOTOGRAFIE: FRÉDÉRIOUE VLAMINGS X Vf* We klagen wel en soms ook wel terecht, maar als we alles op een rijtje zetten hebben we het zo slecht nog niet. En eigenlijk ook wel beter dan al die stakkerds die uit alle macht proberen naar het Westen te komen. Zonder te weten of ze ooit terug kunnen naar hun geboorteland, of wat daar ook van over is. Mogen we daarom blij zijn dat we zijn wie we zijn. We ons wel over van alles en nog wat druk kunnen maken, maar verder kunnen gaan en staan waar we willen. Want dat is wel eens anders geweest. Is het misschien niet zo slim om weer over tempo doeloe te gaan zani ken en is het ook veel beter voor je gemoedsrust om de komende feestdagen met open armen te ontvangen. Maar kreeg ik toch weer een tikje mee van de zoveelste tv-uitzending over excessieve geweld dadigheden begaan door onze militairen in de periode 1945-1950. Niet zozeer vanwege de 'herhaalde herhalingen' en het onderzoeken van mogelijke wetenswaardigheden, maar omdat ik een dezer dagen bij toeval een heel apart en ook heel fraai uitgevoerd boekwerkje terugvond: de herdenkingsuitgave van het dienstplichtige KL infan terie bataljon 5-8 RI, 1947-1950, Amersfoort-Zuid-Sumatra. Met op de voorpagina de gegevens van de 17 gevallenen van het bataljon. Het boekje werd uitgegeven na de onthulling van de plaquette van 5-8 RI op 7 september 1990 bij het Nationaal Indië-monument in stadspark Hattem te Roermond. Het boekje heeft juist daarom een apart plekje omdat het om een van die 'doodgewone' eenheden gaat waar geen franjes aan worden op gehangen. En waar ik ruim een jaar lang gedetacheerd ben geweest. Met mijn eigen leeftijdgenoten, gewone Hollandse jongemannen van 20 tot 23 jaar, komende uit Amersfoort, Maarssen en andere plaatsen in de omgeving, die liever aan studie of baan dachten, maar voor hun nummer moesten opkomen om na een niet al te effectieve tropen- opleiding op de boot te worden gezet. En een maand later aan het andere eind van de wereld op Zuid-Sumatra diep in de oedik de bush in te worden gestuurd. Per truck, rond de Kerstdagen. In 'paaldorpen' die gas, licht en stromend water ontbeerden en te ver uiteen lagen om redelijkerwijs te bestrijken. Dringt zoiets pas goed toe je door als je aan de communicatiemidde len en vele andere nieuwigheidjes denkt die voor de moderne militair als normaal gelden. Die 'jongens van toen' wel het een en ander hadden moeten ontberen en hun portie Indië wel hadden gehad. Drie jaren lang en waar een 'dank je wel' er nog maar net van af kon. Veel van hen er niet meer zijn en je in de aanloop van de komende feestda gen even moet terugdenken aan de jongen die het niet meer zag zit ten en weigerde uit de kali Komering te komen. Pas na veel gesoebat uit het troebele water kon worden gehaald om naar het ziekenhuis te worden vervoerd. Van die jongen hoorde je niets meer. Tot je jaren geleden die verlieslijst van 5-8 in handen kreeg bij een reünie. En over diezelfde jongen op de onderste regels de beklemmende tekst las: 'Keerde met het s.s. Groote Beer vervroegd terug naar Nederland. Ter hoogte van de Malediven (Indische Oceaan) werd hij vermist.' Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. december 2015 19 Moesson #6 december 2015.indd 19 24-11-15 18:51

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 19