Na 70 jaar impasse doorbroken Eindelijk een akkoord. Na zeventig jaar. Ongeveer 1.100 nog in leven zijnde voormalige Rijksambtenaren en KNIL-militairen krijgen netto 25.000 euro als tegemoetkoming voor het salaris dat zij nooit ontvingen tijdens de oorlogsjaren. Voor de meesten komt deze concessie te laat. 'En nu?' vraagt Josselien Verhoeve zich af. OPINIE De Indische Kwestie 1945-2015: too littletoo late? Door Josselien Verhoeve Illustraties Melroy Bisel Opeens hoor ik de stem van Wieteke weer zingen. Het liedje dat mijn ouders in mijn jeugd zo vaak speelden op de grammofoon. Ik ben meteen weer terug in de Geleenstraat in Deventer. Mijn vader moppert instem mend op de Belanda's. Al wist ik nooit goed waar het over ging en weet ik de titel van het lied niet meer, het refrein ken ik nog uit mijn hoofd: Ruim dertig jaar Is die oorlog nu voorbij En nog altijd geen erkenning En geen cent soldij Begin november - de oorlog is nu zelfs zeventig jaar voorbij - duikt het liedje op uit mijn herinnering, want er is eindelijk nieuws over die soldij. Het wordt betaald! Nou ja, tenminste, aan wie nog leeft. En nee, niet alles. Een symbolisch bedrag. En nee, zo zei de verantwoordelijke staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het was ook niet omdat de mensen er recht op hadden. 'We strijken met de hand over het hart.' Dus wie nu nog leeft krijgt alsnog een paar cent soldij. Maar is dat ook de lang gehoopte erkenning, waar Wie teke veertig jaar geleden al over zong? Van Rijn en Stichting het Indisch Platform (IP) bereikten begin november een akkoord over het vraagstuk dat de backpay is gaan heten. Het akkoord komt ten goede aan een geschat aantal van 1.100 nog in leven zijnde voormalige ambtenaren en militairen. Zij krijgen, zeventig jaar na de capitulatie van Japan, alsnog een financiële tegemoetko ming voor het salaris dat hen niet is betaald gedurende de oorlogsjaren. Een netto bedrag van 25.000 euro per persoon. Het akkoord kwam er onder druk van de Tweede Kamer. Het kabinet tast hiermee niet bepaald diep in de buidel, maar strijkt eindelijk wel met de hand over het hart. De Nederlandse Staat was immers nooit juridisch verantwoorde lijk voor zijn voormalige kolonie. Volgens opeenvolgende rechterlijke uitspraken was er daarom geen wettelijke grond voor de claim van de gedupeerden. En dus weigerde de Nederlandse overheid om te betalen. Maar was er dan zelfs geen morele plicht hiertoe? Helemaal gezien het feit dat de ambtenaren die in Nederland tijdens de oorlogsjaren geen salaris ontvingen later alsnog wel uitbetaald kregen? Van Rijn zegt letterlijk dat het akkoord inderdaad gebaseerd is op morele gronden. Het Indisch Platform lijkt eieren voor zijn geld te hebben gekozen en voorzitter Silfraire Delhaye is content, want een van de (deel)doelstellingen van het Indisch Platform wordt dit jaar nog ingewil ligd. Delen van de Indische gemeenschap reageren hierop furieus: nabestaanden vissen met deze regeling namelijk achter het net. Van hardop uitgesproken excuses is december 2015 27 Moesson #6 december 2015.indd 27 24-11-15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2015 | | pagina 27