Een moment
van bezinning is
aangebroken. Wat
vinden we als Indische
gemeenschap van
deze oplossing?
Vragen?
OPINIE
Informatie Rijksoverheid is op werkdagen
van 8.00 tot 20.00 uur telefonisch bereik
baar via nummer: 1400.
Het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en
Sport is bereikbaar via: 070 - 340 79 11,
via postbus 20350, 2500 EJ in Den Haag.
Of via: www.rijksoverheid.nl/contact of
backpay@minvws.nl.
Het Indisch Platform verwijst ook naar de
contactinformatie hierboven.
en wie weet volledige schadeloosstelling.
Met andere woorden, we gaan door met
onderhandelen. Of dat nu door het Indisch
Platform of door anderen wordt gedaan.
('Onze kind'ren, die het erven; Denken net zo
als wij', zoals Wieteke al zong.)
Mocht de overheid daar niet voor openstaan,
dan is het wellicht tijd om de zaak voor te
leggen aan de Europese Commissie van de
Rechten van de Mens. Dit is ooit voorgesteld
door Leo Tho Neijenhuis, (oud) voorzitter van
de Bond van Ex-Geïnterneerden en Gere-
patriëerden Overzee. In een open brief aan
de staatsecretaris schreef Neijenhuis over
70 jaar ongelijke behandeling van Indische
Nederlanders: 'De Nederlandse "rechtsstaat"
handelt in strijd met zijn eigen uitgangspun
ten van gelijkheid en solidariteit. Bij dit alles
ben ik mij gaan afvragen of er niet een klacht
tegen de Nederlandse Staat voorbereid moet
worden en voorgelegd aan de Europese
Commissie van de Rechten van de Mens. Wie
weet wordt de klacht ontvankelijk verklaard
op grond van protocol 12, artikel 1 van het
EVRM. (Discriminatie van de overheid o.a. ten
opzichte van een minderheid).' Naar mijn we
ten is deze mogelijkheid nog niet uitgezocht,
maar gezien de reacties van nabestaanden
op het akkoord, is het wellicht gewenst om
dit nader te onderzoeken.
Staatssecretaris Van Rijn is zich bewust van
de behoefte aan erkenning, blijkt uit zijn
brief van 12 oktober jongstleden aan de
Tweede Kamer: 'Ik ben blijven kijken op
welke wijze de gewenste erkenning beter
gestalte kan krijgen. Ik constateerde in mijn
gesprekken dat het op dit moment in essen
tie niet zozeer gaat om de materiële compo
nent, maar vooral om de morele dimensie:
erkenning en begrip vanuit de overheid en
Nederlandse samenleving voor hetgeen de
Indische gemeenschap heeft doorgemaakt.
Om de erkenning gestalte te geven, moet
de Nederlandse samenleving onze historie in
Indië kennen'
Hiermee sluit hij aan op wat premier Mark
Rutte zei in zijn toespraak bij het Indië-mo-
nument in Den Haag op 15 augustus dit
jaar: 'Zeventig jaar na de Japanse capitulatie
zijn we ons er meer dan ooit van bewust
dat dit deel van onze geschiedenis blijvende
aandacht en een actieve herinnering vraagt.
Laat ons daar samen voor zorgen. Laat ons
ervoor zorgen dat het gevoel van onbegrip en
het verdriet dat velen daarover hebben gehad
of nog hebben, langzaam maar zeker wordt
weggenomen. Om te beginnen door deze
jaarlijkse bijeenkomst bij te wonen, elkaar
verhalen te vertellen en nieuwe generaties te
betrekken bij dit deel van ons gezamenlijke
verleden.'
En hier zie ik een opening, en misschien zelfs
een belofte, waar we verder mee kunnen.
Ondanks dat tegenwoordig intensief wordt
samengewerkt met het Indisch Herinnerings
centrum en diverse NIOD studies de leemtes
in de geschiedschrijving hebben gevuld, be
slaat de oorlog in Nederlands-Indië in alle ver
plichte geschiedenisboeken van onze kinderen
slechts één pagina. Eén pagina! Mijn zoon van
acht leest inmiddels over mijn schouder mee
en vraagt: 'Mam, waarom denkt de computer
dat Nederlands-Indië niet bestaat?' Opnieuw
geen woorden. Al dit bevestigt en verklaart
opa's oorverdovende Indische Zwijgen, want
wie luistert er nou naar hem? Er is immers
nooit genoeg plek geweest voor zijn geschie
denis. Zou het opnemen van onze geschiede
nis in de verplichte geschiedenisboeken niet
als keiharde eis moeten worden meegenomen
in de volgende onderhandelingen tussen
het IP en Van Rijn, nu de backpay-kwestie
tot een einde is gebracht? Onder het motto:
Put your money where your mouth is?
Wat voor de rust nodig is, is het maken van
een gezamenlijke keuze. Anders blijft het hui
dige akkoord voelen als too little, too late.
Hoe nu verder? Wat is uw mening?
Stuur uw reactie (maximaal 200
woorden) vóór 13 december naar
redactie@moesson.com of naar Moes
son, postbus 2074, 3800 CB Amersfoort.
Een keuze uit de reacties wordt gepubli
ceerd in Moesson. Over de selectie kan
helaas niet gecorrespondeerd worden.
30 Moesson
Moesson #6 december 2015.indd 30
24-11-15 18:51