OPINIE
Mijn vader was dienstplichtig landstorm
soldaat en is op 17 mei 1944 in krijgsgevan
genschap overleden. Ik ben geboren op 21
december 1928, enigst erkend kind omdat
mijn vader niet met mijn Javaanse moeder
was gehuwd. Gedurende de Japanse bezet
ting was ik nog minderjarig en dus oorlogs
wees. Het salaris van mijn vader over maart
1942 heb ik destijds uitbetaald gekregen. Dit
betekent dat ik eveneens recht heb op zijn
salaris gedurende de Japanse bezetting en
na 70 jaar ook aanspraak kan maken op de
backpay is mijn mening.
H.R. Charles, Maastricht
Zo, het is er eindelijk toch van gekomen,
waren de eerste woorden van mijn 93-jarige
vader toen ik (zoon, 73 jaar) hem vertelde dat
staatssecretaris Van Rijn een akkoord had
bereikt met het Indisch Platform Toen
ik hem vroeg hoe hij over het bedrag van
25.000,- dacht, was zijn antwoord: 'Liever
iets dan niets. Het is een kleine genoegdoe
ning, maar ja, je mag een gegeven paard niet
in de bek kijken.' En wat nu pap? zei ik tegen
hem. Moeten wij verder gaan of moeten wij
stoppen? Zijn antwoord was kort en bondig:
'Laten wij er maar mee stoppen, het heeft
toch geen zin. Dit gedoe heeft 70 jaar gekost,
hoe lang moet het nu weer duren, straks zijn
alle 1100 personen dood en wat dan?' Mijn
pa ziet het niet zitten dat ik en met mij alle
andere leeftijdgenoten, de strijd voort zal
zetten.
Rein Kwast, Veldhoven
Nederland heeft haar kolonie Nederlands-
Indië altijd als een apart gebied beschouwd,
een wingewest, waar je voordeel uit kunt
halen en waarbij de bevolking van patria en
de Oost zoveel mogelijk gescheiden diende
te worden gehouden. Dat is zo gebleven.
Mijn eerste reactie was om te pleiten voor
doorgaan met de strijd die 70 jaar geduurd
heeft, met als resultaat een - eigenlijk mager
en ontevreden - deal tussen het IP en de
Nederlandse overheid. Om de vroegere
akkoorden ongedaan te maken, is de enige
weg die naar de Europese Commissie van
de Rechten van de Mens. En diens oordeel
is definitief bindend. Maar het is een lange
weg en de uitkomst is onzeker. Daarbij, de
gedachte om nog verdere tientallen jaren te
vechten is niet aanlokkelijk. De nabestaan
den (2e generatie) zijn dan zelf ziek, moe, oud
en misschien zijn ze er niet meer. Mijn - in
1983 overleden - Indische vader heeft nooit
geklaagd over achterstallige soldij of salaris.
Hij was allang blij dat hij zijn gezin veilig kon
stellen na de roerige periodes in Indonesië.
Mijn vader was een tevreden mens. In
zijn naam is het waarschijnlijk tijd om deze
kwestie los te laten, zoals ook Nederlands-In-
dië is losgelaten.[...] Er is - in de geschiedenis
- geen weg terug.'
Ellen de Bats
'Mijn vader - ambtenaar bij 's Landskassen,
36 jaar jong - moest voor vorstin en vader
land in dienst. Nooit bij het KNIL geweest.
Was z.g. 'dienstplichtig'-sergeant 1e klas. De
cember 1941 opgeroepen, in 1942 vertrokken
en als krijgsgevangen-dwangarbeider aan de
Birma-Siam spoorlijn gewerkt. Nooit meer
teruggekomen.[...] Liet een vrouw en vijf
kinderen achter.[...] Zij, die achtergebleven
vrouwen, hadden financiële steun nodig om
met hun kroost te overleven. O ja, we ontvin
gen iets van Het Gebaar, maar wij hebben na
overkomst in Nederland alle kosten moeten
terugbetalen. Dus als je nu een financiële
tegemoetkoming ontvangt, heb je die in feite
uit eigen kantong betaald.[...] Heeft het IP
hier wel aan gedacht toen ze met deze deal
akkoord gingen? De overlevenden kunnen
het in ieder geval nog verdelen onder hun
nazaten. Het is hen gegund. Dank u voor uw
aandacht. Ik tel mijn zegeningen.'
Tineke van Ommen-Douwes, Den Dungen
'Mijn vader heeft als zo vele overleden
POW'ers dit gedrag van haar Rijksoverheid
voorzien, met zijn woorden: zij zullen wach
ten met betalen totdat slechts een enkeling
van hun is overgebleven. De gevolgen van de
slavenarbeid die hij moest verrichten in de
mijnen van Motoyama/Hiroshima, heeft hij
geestelijk en lichamelijk tot aan zijn dood
gedragen. Ja, hij kon in aanmerking komen
voor een medaille, maar moest dit zelf
aanvragen bij defensie (wat hij niet heeft
gedaan). Voordat hij overleed, heeft hij mij
en zijn kleinkinderen expliciet opgedragen
om namens hem op te treden en zijn claim
richting Rijksoverheid op te eisen op het
moment dat de mogelijkheid zich voor zou
doen. Daarom geef ik namens mijn vader te
kennen deze tweedeling niet te accepteren:
zijn achterstallig soldij behoorde ook hem of
zijn kinderen (erfrechtelijk) toe. Laten we dan
als kinderen ons verenigen in een stichting,
die zich dan namens hun overleden vaders
en opa's wenden tot de Europese Commissie
van de Rechten van de Mens.'
André Martherus, Hoogwoud
Wie heeft dit 'uitonderhandeld'? Hiervoor
moet je de Indische lobby inschakelen! Politi
ci met roots in Nederlands-Indië! Sorry hoor
maar er zijn toch nog wel echte knokkers on
der ons Indo's die wèl voor de nabestaanden
resultaat hadden kunnen halen? Waarom
is het Indisch Platform hiermee akkoord
gegaan? Ze kunnen toch met feiten en re
kensommen en sterkere argumenten het on
derste uit de kan halen? Ik heb betere deals
voor mijn klanten uitonderhandeld! Zeggen
dat het erkenning is, is een zwaktebod.
Rechtvaardige en obligatoire nakoming van
achterstallige salarissen van allen had het
uitgangspunt moeten zijn. Zou voor mij een
reden zijn om een oproep te doen aan alle
3e en 4e generatie Indo's en Maluku om een
keer duidelijke standpunten in te nemen en
niet een houding te hebben van: ik hoop dat
we op gesprek mogen komen en dat ze naar
ons luisteren. Als ik lees hoe het Indisch
Platform is opgebouwd, dat is niet meer van
deze tijd. Teveel aangesloten leden met eigen
deelbelangen maar uiteindelijk is er slechts
voor een kleine groep een 'deal' gesloten.
Met alle respect voor de woordvoerder maar
ik zag toch weer die té Indo-nederigheid.'
Samuel Totays, Dordrecht (via facebook)
januari 2016 27
Moesson #7 januari 2016.indd 27
18-12-15 14:32