Ik gun de 1100 nog in leven zijnde voorma
lige Rijksambtenaren en KNIL-militairen de
tegemoetkoming, maar staatssecretaris van
Rijn moest zich schamen! De opmerking
dat de mensen er geen recht op hadden,
schiet bij mij volkomen in het verkeerde
keelgat. Mijn vader (enkele jaren geleden
overleden) was krijgsgevangene en moest
aan de Birma-spoorweg werken. Hij heeft
er trauma's aan overgehouden en zijn gezin
(mijn moeder en ik) hebben er danig onder
geleden. Zelfs nu na 70 jaar is er nog steeds
geen genoegdoening, ook niet ten opzichte
van de nabestaanden. Mijn vader was in
dienst bij het KNIL, maar nu is hij dood en
het achterstallige soldij daar heeft hij RECHT
op! Pukul terus, tot aan de Europese Commis
sie van de Rechten van de Mens!
Efraim Engelbert van Bevervoorde,
Amsterdam
Indische fantoompijn
Losgesneden van de wortels
over grote zeeën vervoerd
kwamen velen aan land
Bomen met takken zonder bladeren
witte velden ongerept tot ver
zagen velen in dit land
In pensions en kampen zonder spullen
verspreid met een doel
over het kleine, volle land
De taal was en is gelijk
uitspraak en begrip heel anders
ontvangen met kilte in dit land
Velen aan de slag
toekomst opbouwen en dan zwijgen
onbegrijpelijk vechten om erkenning
Bart Huysman, Thesinge
Artikel 'De Indische Kwestie' gelezen en
vanaf eerste moment meegestreden voor de
backpay van wijlen mijn man: H.J. Mahieu,
geboren 25 februari 1921 te Gorontalo,
28 Moesson
Moesson #7 januari 2016.indd 28
Celebes. Nu 22 jaar geleden overleden. Na
zijn dienstplicht krijgsgevangene van de Jap.
Tewerkgesteld aan de Burma/Siam spoorlijn.
Ik sta achter optie 2 en blijf verder strijden
voor volledige uitbetaling - na 70 jaar - van
zijn loon.
J.V. Mahieu-Manz (1926), Den Haag
Dit zal waarschijnlijk wel de laatste keer zijn
dat F. Schurink, een 91-jarige man geboren
in het voormalige Nederlands-Indië, en A.M.
Schurink-Regeer, een 84-jarige vrouw ook in
het voormalige Nederlands-Indië geboren,
kunnen protesteren. Vele malen hebben wij
ons 'geleden' verleden, tijdens de oorlogen
met Japan en Indonesië, proberen uit te
leggen aan Nederlanders hier in Nederland.
Maar steeds vroeg men dan om bewijzen.
Hoe kun je bewijzen dat de Jap alles van ons
heeft afgepakt? Ze hebben heus geen foto of
briefje achtergelaten, als ze ons molesteer
den. En zelf hadden we niets meer. U begrijpt
onze keuze is de 2de optie, de kous is nog
niet af. De regering hier in Nederland moet
zich schamen om dit gebeuren weg te moffe
len onder een stapel papiertjes.
F. Schurink en A.M. Schurink-Regeer,
Breda
De Japanse bezetting van Nederlands-Indië
die hij maar ternauwernood overleefde
(Birmaspoorlijn, Changi-jail), tekende het
leven van mijn vader, arts-psycholoog Nic
Beets (1915-1986). Voor hem uitte zich dat
vooral door het uitblijven van bevrijding.
Terwijl Nederland op 5 mei 1945 de bevrijding
vierde, volgde in Nederlands-Indië na WO II
de Indonesische vrijheidsstrijd. Opnieuw on
zekerheid en in 1949 ging het land verloren.
Volgens zijn eigen zeggen (zijn speech bij
de Herdenking 15 augustus 1980, Jaarbeurs
Utrecht) werd zijn identiteit 'gekleurd door
niet-gehonoreerde of bedrogen verwachtin
gen', en kende hij schaamtegevoelens over
hoe schaamteloos hij in zijn vaderland door
sommigen werd behandeld: '...de kronkelre
deneringen waarmee decennialang betalin
gen en schadeloosstellingen opzij geschoven
konden worden.' Hij zag dat als psychisch
geweld, aangedaan door niet te erkennen
dat hij een volwaardige dienaar van het
Rijk der Nederlanden is geweest. Met vele
lotgenoten voegde en schikte hij zich bij
de wederopbouw van een klein land dat
door een andere vijand - Duitsland - was
leeggeroofd.
Mijn vader ligt pas rustig in zijn graf als
hij én zijn nabestaanden zijn bevrijd van
schaamte rond de backpay. Daarom optie 2:
we take it, maar strijden verder. Ik onder
steun een gang naar de Europese Commissie
van de Rechten van de Mens.
Gijs Beets (1949), Delft
Na het bombardement op Pearl Harbor
streed mijn vader als Indische patriot 3
maanden lang een ongelijke strijd in naam
van de koningin. Vanaf 8 maart 1942 zat
hij in verschillende jappenkampen op Java.
Direct na de oorlog berekende mijn vader
24.500,- achterstallig salaris te moeten
ontvangen. Een behoorlijk bedrag omgere
kend naar huidige maatstaven. Als kind in
Indië en Nederland herinner ik mij dat er
altijd geld te kort was. Mijn jeugd was aan
genamer geweest als ons gezin over ruimere
financiële middelen had kunnen beschikken.
Uitbetaling van vaders backpay had zeker
daartoe bijgedragen. Uiteraard gun ik de
levende rechthebbenden hun 25.000,-
Ik vind echter dat de regering ook moet uit
keren aan de nabestaanden die de jappen
kampen hebben overleefd. Desnoods wordt
er een successie sleutel toegepast. Geen bij
de WO II betrokken geallieerde naties heeft
zijn ambtenaren zo onrechtvaardig bejegend
als onze Nederlandse rechtsstaat! Over scha
deloosstellingen en excuses durf ik niet eens
te spreken. Ik voel nog steeds geen warme
gevoelens voor het land waarin ik genood
zaakt ben te leven.
Luuk van der Linden (1940), Groenekan
Nog hoor ik dhr Lubbers in 1991 zeggen: de
Indische mensen moeten niet zo zeuren, de
kous is af. Maar na in hetzelfde jaar de Ja
panse krans bij het Indisch Monument in de
vijver terecht kwam en hij op 15 augustus 3