My Darling Clementine 'Wah! Jij kijk mij aan? Jij kijk mij aaaan?! Ik daah jou uit!' In Indië was je als jongen zo in een knokpartij beland. Reden? Om een vlieger, om de eer of gewoon om neks. Het djago-isme vierde hoogtij en daaruit is vast de liefde van Indische jongens voor de cowboy ontstaan. Lees dit prachtige artikel van Tjalie Robinson maar. ys j PROZA Boy CowBoy will be Door Tjalie Robinson foto KITLV ~F-CjHr. -parlang, (links) en zijn vVi'jsjAjJL \aj2jzsT ihu-eJM^poL, okkiciejren VanL- dies \-Q'cureAA_auS<iej2^ 4"e_ Op-idt-, verlof-Ln^^Amerika. Er zijn sommige films die de hier geborenen met ongewone hevigheid treffen, terwijl de Europeaan er ongevoelig of kritisch tegenaan zit te kijken. Ik denk aan een veel omstreden en veel gehoond genre, de cowboyfilm. Maar weinig volbloed Europese jongens werden en worden er zó door gefascineerd (met zulk een lange nawerking) als hun Indische en Indonesische kornuiten. Deze nawerking is juist nu heel duidelijk waar te nemen voor ieder die oog heeft ook voor de spectacu laire zijden van dit onzalige Indonesische conflict. Die ziet bij de KNIL-soldaten en de Republikeinse troepen iets dat bij de verse Hollandse troepen niet waar te nemen is: een voorliefde voor de cowboy-maskerade; het dragen van bonte halsdoeken, halve laarzen, breedgerande deukhoeden, gevulde patroonbandeliers en laag op de heup benge lende vijfenveertigers in met koper of nikkel beslagen holsters. Hier is door de totoks flink de spot mee gedreven. Ik deed er ook aan mee alhoewel mijn hart mijn mond tegensprak: ik sym pathiseerde toch wel met de braniemakers met hun nonchalante zwier, hun swaggering gait, de rechte brede schouders en slanke, smalle heupen, de uitdagende fonkeling in de donkere ogen. Dus voeren mond en hart een geheime strijd: 'Wat is hier fout en wat niet?' Dezer dagen is plotseling het ant woord gekomen. De stem van het hart heeft gezegevierd. Het is nodig eerst een verre, maar belangrij ke stap terug te doen in het verleden, toen maart 2016 21 Moesson #9 maart 2016.indd 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 21