DOORGEVEN Door Yvette Kopijn fotografie Carel Banse sr., fotobewerking door Glenn Siegers Eind vorig jaar verscheen Onbereikbaar dicht bij. Het boek, een initiatief van Carel Banse jr. en Marty Picauly en onder redactie van Wies Groeneveld, bevat verhalen van veteranen die tijdens de dekolonisatieoorlog tussen 1945-1949 werden ingezet om te interve niëren in het geweld dat vele slachtoffers maakte, met name onder Indische Neder landers. De veteranen die aan het woord worden gelaten, maken deel uit van de groep van circa 220 duizend militairen die al dan niet vrijwillig een oorlog in werden gestuurd. Het is een beladen stuk geschiedenis dat nog altijd veel emoties oproept. Emoties die er lang voor gezorgd hebben dat veteranen zich niet uitspraken over hoe zij hun uitzending toen hebben beleefd en hoe die ervaring hen soms voor het leven tekende. Zou de tijd dan eindelijk rijp zijn om via hun verhalen terug te kijken op dit pijnlijke en complexe hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis? In Onbereikbaar dichtbij delen dertien Indië- en Nieuw-Guinea-veteranen zeventig jaar na dato hun ervaringen. Carel Banse: 'Ik ben op 11 oktober 1955 geboren in Overschie, Rotterdam. We woonden uiteindelijk met zeven kinderen op een vierkamer flatje. Als oma over was, dan sliep zij ook bij ons. Mijn oom, die bij de marine werkte, logeerde bij ons als hij in Nederland was. En dan was er nog de visite die altijd kon blijven slapen. Die sliepen dan op matrassen in de woonkamer. Waar die vandaan kwamen weet ik niet, maar het kon allemaal. Het was altijd een grote gezellig heid bij ons thuis.' Wanneer ik Carel Banse jr. vraag naar zijn familieverhaal, dan toont hij een Indische familie zoals wij die graag zien: een familie waar gezelligheid en gastvrijheid de boventoon voeren en waar de deur altijd open staat - voor iedereen. Toch is dit niet het belangrijkste verhaal dat Carel jr. met mij wil delen. Het gaat hem meer om het verhaal achter dit verhaal. Een verhaal van oorlog, ontbering, ontheemd raken en aanpassen. Een verhaal dat binnen zijn Indische familie voelbaar aanwezig was, ook al werd er nooit openlijk over gepraat: 'Ik ging vaak logeren bij mijn oma. Oma was alleenstaand, maar ze had wel gastarbeiders in huis. Die vonden bij haar een geweldig warm nest. Als we gingen eten, dan aten we eigenlijk alleen maar rijst met een stukje vlees of ikan en sambal uit de tjobek erbij, zittend op de keukenvloer. Voordat ze begon met koken, mocht ik de rijst uit een grote baal scheppen, die in de voorraadkast stond. Die kast zat altijd hele maal vol met levensmiddelen. Als kind stond je daar niet bij stil, maar oma had met haar vier kinderen in het jappenkamp gezeten en had daar altijd mis gegrepen. Dat zou haar in Nederland nooit meer overkomen.' Binnen het gezin waarin Carel jr. opgroeide, lag de oorlog altijd net onder het oppervlak. Dat de oorlog ontegenzeggelijk sporen had achtergelaten in het ouderlijk gezin, ervoer hij vooral in de relatie met zijn vader - al realiseerde hij zich dat later pas: 'Mijn moeder was de spil van het gezin. Mijn vader was als beroepsmilitair veel weg. En als hij dan in het weekend thuis was, dan moesten wij, kinderen, stil zijn. Hem werd alle rust gegund. Maar er waren ook momenten dat ik samen was met mijn vader. Mijn vader mijn was heel artistiek. Hij kon tekenen, schilde ren en maakte vliegers voor ons. Als hij aan het schilderen was, dan riep hij mij bij zich en dan mocht ik de penseel in de verf dopen en hem aangeven. Ik vond dat geweldig! Als het klaar was, dan had ik echt het gevoel dat we samen iets gemaakt hadden. Als kleine jongen zag ik mijn vader als een held, omdat hij als militair vrede ging brengen in de wereld. Dan was ik trots op hem en wilde ik net zo zijn als hij. Maar naarmate ik ouder werd, was ik ook weleens teleurgesteld in hem. Dan dacht ik: waarom sta je nooit langs de lijn als ik aan het voetballen ben? Waarom zeg je nooit iets als we weer eens in de krant staan? Nu weet ik dat hij moeilijk zijn gevoelens kon uiten, omdat hij zoveel verloren had waaraan hij gehecht was. Maar als kind kon ik zijn houding niet plaatsen, het was net alsof het hem niets deed. Ook al was hij fysiek dichtbij, ik voelde altijd een zekere afstand. Als ik nu terugkijk op mijn jeugd, dan denk ik: hij leek onbereikbaar voor mij. Maar misschien was ik wel onbereikbaar voor hém. Misschien had ik minder boos heid en teleurstelling moeten tonen, had ik meer moeten vragen, had ik beter naar hem moeten luisteren, naar het verhaal achter het verhaal.' Acht jaar na de dood van zijn vader ging Carel jr. alsnog op zoek naar het oorlogsver haal van zijn vader. Wat die zoektocht in ver snelling bracht, was dat hij in 2013 gevraagd werd om een toespraak te houden tijdens de Indiëherdenking in Rotterdam. En zo kwam langzaam het besef dat zijn vader wel dege lijk getekend was door de Japanse bezetting en de dekolonisatieoorlog die daarop volgde. 'Toen ik gevraagd werd die toespraak te houden, heb ik spontaan ja gezegd. Maar ik dacht wel bij mezelf: wat ga ik dan vertellen, als jong broekie die de oorlog niet heeft meegemaakt? Toen ik naging wat ik mij kon herinneren - mijn oma met haar voorraad kast vol levensmiddelen, mijn moeder die van niets iets kon maken, waardoor er altijd iemand kon blijven eten, mijn vader die niet kon zeggen dat hij van me hield en dat hij trots was op me was - besefte ik dat ik wel degelijk dingen had meegemaakt die met de oorlog te maken hadden, en dat ik thuis geconfronteerd was met de gevolgen van die oorlog. De trauma's die de eerste generatie opliep, heeft ze onbewust doorgegeven aan de tweede generatie, die deze vervolgens weer doorgaf aan de derde generatie. En dat alles omdat ze er niet over wilden - niet over konden praten. En toen is het moment gekomen dat ik dacht: ik moet de keten verbreken. Ik moet iets doen om die geschie denis onder de aandacht te brengen, ik wil iets doen om een eerbetoon te brengen aan mijn vader en alle andere veteranen, oud en jong. En ik wil iets doen om jongere genera ties ervan bewust te maken dat vrede niet vanzelfsprekend is.' Het boek Onbereikbaar dichtbij is een van de resultaten van die drijfveer. Carel jr., die in de voetsporen van zijn vader trad en als 28 Moesson Moesson #10 april 2016.indd 28 22-03-16 16:12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 28