'Tijdens het afscheid kwam opeens een rood
aangelopen en bezwete ambtenaar naar ons toe
hollen met zijn armen en handen wapperend:
"Niet instappen, dat mag niet, het gaat niet door."'
HET JAAR 1948
om afscheid te nemen, maar iemand die per vliegtuig
reisde was in die tijd uitzonderlijk. Ik werd opeens een
beroemdheid en een deftige dame, een zuster van mijn
zwager bij wie ik inwoonde, vroeg mij om een gunst.
Of ik een spekkoek die zij voor haar zoon gebakken
had, mee kon nemen. Haar zoon zou in Leiden Atoom
fysica studeren, maar zat nog op de hbs. Ik kon dat
natuurlijk niet weigeren. Wat was het gewicht van een
doos spekkoek als handbagage. Niets! Mijn koffertje
met mijn kleding stelde ook al niet veel voor. Op de
dag van vertrek werd ik door een grote groep familie
leden naar het vliegveld Tjililitan gereden.
Daar stond in de ochtendzonneschijn het vliegtuig te
blinken en te schitteren. Een Lockheed Super Constel
lation; een mooier vliegbeest had ik niet eerder gezien.
Tijdens het afscheid kwam opeens een nerveuze,
rood aangelopen en bezwete ambtenaar naar ons toe
hollen met zijn armen en handen wapperend. Al van
een afstand liep hij te schreeuwen. "Niet instappen,
dat mag niet, mag niet, het gaat niet door." Iedereen
was onthutst.
Wat bleek? De regering vond het toch allemaal veel
te duur dat vliegen. Ik moest maar met de boot. Een
teleurstelling en een afgang voor mij en iedereen die
mij vergezelde. De beroemdheid viel als te grote kleren
van mij af. Ik belde de deftige tante met de vraag wat
ik nu met haar spekkoek aan moest. Een reisduur van
een maand zou de koek geen goed doen. Zij hoorde
mijn verhaal rustig aan en zei dat ik hem maar voorlo
pig bij mij moest houden. Zij liet zich in haar auto met
chauffeur naar het departement van Onderwijs rijden:
nog dezelfde middag kwam bij mij thuis een stewar
dess van de KLM in haar uniform, de nieuwe tickets
en papieren brengen, onder vele excuses. De volgende
dag kon ik vertrekken. Als reisgezelschap kreeg ik een
Sumatraanse jongen, Anwar. Een lieve jongen die
mij vertelde dat hij in Schiphol door zijn zus, die een
vrindje had, met auto zou worden afgehaald en dat ik
ook mee kon. Alweer een bof. Ik had nog helemaal niet
nagedacht hoe het verder moest na de vliegreis.
Flonkerend zilver
Omdat wij in het vliegtuig de enige niet-Europeanen
waren, weken wij niet van elkaars zijde. Twee donkere
muizen die bij elkaar moed en troost zochten. Het
vliegtuig was praktisch vol en alle andere mensen
vroegen zich af wat wij in het vliegtuig deden. Zij
vroegen dat heel diskreet aan de stewardessen, maar
het personeel wist alleen dat zij van hogerhand de
opdracht hadden gekregen ons met alle egards te
behandelen.
Bij elk vertrek en elke aankomst gingen de lichtjes bij
de cockpit na een tinkelend muziekstukje aan met
de mededeling: Please fasten your seatbelts and no
smoking allowed!
Na een korte stop in Singapore kwamen wij laat in
de middag in Bangkok aan, waar wij per touringcar
naar het door de KLM gerunde hotel Plaswijck werden
gereden. Ieder kreeg een frisse 2-persoonskamer van
alle gemakken voorzien. Iedereen kleedde zich om,
behalve wij tweeën. Ik had dezelfde kleren aan van die
dag: wit shirt en witte lange broek, net als Anwar (wij
hadden niets anders). Wij kregen samen een gedekte
tafel toegewezen. Verschrikt keken wij elkaar aan.
Schitterend damast, nooit eerder gezien. Rondom de
bestekken, links de vorken in allerlei maten en rechts
de messen en naar achteren de lepels. Hoe moesten
wij die gebruiken? Toen kwamen kelners met schitte
rende schalen om ons te bedienen, alles was onbekend
voor ons beiden. In Indië waren wij tevreden met een
vork en lepel en anders gebruikten wij onze vingers
wel. We raakten in paniek door al het flonkerend zilver.
Maar hoe fraai dat alles ook was, niets vonden wij
lekker en smakelijk. Gewend aan hete sambalans en
geurige kruiden vonden wij het eten kraak noch smaak
hebben. Teleurgesteld vroeg ik de kelner: Hebben jullie
geen rijst?
"Ja, dat hebben zij wel maar niet voor u en de gasten,
wel voor het personeel."
Jammer, jammer!
Gesellig neukertje
Na de overnachting in Bangkok ging de vlucht via
Pakistan en Cairo. Op Schiphol werden wij afgehaald
door Anwars zuster met haar vriendje. Hij woonde
in een oude havenbuurt waar veel buurtschepen
aan wal lagen. Bij het betreden van zijn woning (het
eerste huis van een Hollander voor mij) rook ik een
andere lucht dan ik gewend was, iets weeïg. Ik rook
een mengsel van melk, boter en kaas. Een Indische
40 Moesson
Moesson #10 april 2016.indd 40
22-03-16 16:12