Marion Bloem Haar goede hand Marion op de Tong Tong Fair INTERVIEW had riep ik: Mam, mag ik het voorlezen?! Dan draaide ze alle knoppen van het gasfornuis laag. Nooit zei ze: "Straks. Ik heb nu geen tijd." Ze luisterde altijd.' vriendelijk overkomt als ze haar bezoek aan hun lot overlaat, antwoordt die bits: 'Hoe weet jij dat nou? Ik sta voor schut als ik straks niet genoeg eten heb.' Marion schreef een roman over haar moeder, maar wie is opgevoed in een Indisch gezin met Indische ouders of grootouders zal er veel in herkennen. Na de capi tulatie van Japan is Melanie zich nog niet bewust van wat zich tijdens haar krijgsgevangenschap buiten het kamp heeft afgespeeld. In het kamp is ze volwassen geworden, al is ze eigenlijk nog een puber. Dat het In donesische volk na eeuwen van koloniale overheersing verlangt naar onafhankelijkheid begrijpt ze niet. Hoezo willen de mensen zelf regeren? denkt Melanie. Dat kunnen ze toch helemaal niet als ze niet naar school zijn geweest en geen Nederlands spreken? Marion: 'Op de uitgeverij vonden ze dat deel van het boek heel verhelderend. Die naïviteit en onschuld bij die hele generatie Indische mensen voor wie de Ber- siap als een complete verrassing kwam. Ze waren toch altijd goed voor hun bedienden geweest? Ik denk dat ik dat in mijn boek goed uitleg voor de lezers die totaal geen idee hebben hoe die koloniale samenleving in elkaar zat.' Marion: 'In de moeder-dochterrelatie die we nu heb ben, is zij afhankelijk van mij geworden. Zij vindt dat heel vervelend, want ze wil niet door mij gecontroleerd worden. "Ik ben geen kind, ik ben niet debiel." Dat zegt ze vaak hoor.' Marion droeg haar boek op aan de kleinkinderen en achterkleinkinderen van haar moeder. 'Ik vind het belangrijk dat ze weten waaruit ze voortkomen. Die onverwerkte traumatische ervaringen van onze ouders, waarmee wij opgroeiden, hebben hun weerslag op wie wij zijn. Mijn moeders verhalen zijn voor haarzelf niet eens meer van belang. Wel de erkenning voor wat ze heeft meegemaakt. Daarom heb ik dit boek voor haar geschreven.' In Nederland is Melanie vastberaden dat haar kinderen het later goed zullen hebben, ook al was haar echtge noot liever in Indonesië gebleven. Haar grootste angst is om als verarmde Indo in de kampong belanden. Het is de angst die bij veel Indische oma's en moeders leefde. 'Eenmaal in Nederland heeft mijn moeder zich voor ons opgeofferd', zegt Marion. 'En mijn vader ook door met haar mee te gaan.' Toen Marion haar roman af had, zei ze tegen haar man Ivan Wolffers, dat ze haar 'allerindischte' boek had geschreven. 'Dit boek laat zien wat het leven in Neder land met Indo's heeft gedaan. Wat het met je doet als je niet wordt gezien. Niet wordt gehoord. Wanneer er altijd een gevoel is dat er een gebrek is aan erken ning. Met verongelijktheid als gevolg: "Wij hebben dit allemaal meegemaakt en wij kunnen daarmee bij niemand terecht, want niemand begrijpt ons."' Toch is het boek niet verdrietig of bitter. Herkenbare gebeurtenissen maken het boek grappig. Schrijnend maar tegelijkertijd geestig is de dwangmatige Indische gastvrijheid die Marion beschrijft. Als er gasten komen, sluit Melanie zich in de keuken op om te gaan koken. Indische vrienden helpen mee, maar Hollandse gasten blijven niet begrijpend achter op de bank. Als Sonia haar moeder erop wijst dat het misschien niet zo Marion Bloem is op zaterdag 28 mei om 15.00 uur en zondag 5 juni om 20.00 uur te zien op de Tong Tong Fair met het literair muziekprogramma Haar goede hand, naar het gelijknamige boek. Ze wordt begeleid door Erwin van Ligten. mei 2016 17 over mijn moeder Roman Moesson #11 mei 2016 (origineel).indd 17 26-04-16 16:28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 17