De 12 mooiste van Jack De bloemlezing van Jack Poirrié komt in juli uit, zal ongeveer 176 pagina-s bevatten en gaat rond de 20 euro kosten. Né-tt mijden? Intekenen? MMail of bel mtt de redattie; redarttie&m-oe^on.com. of 033-4611611. 'Eigenlijk heb ik daar wel last van.' Jack lacht. 'Eén keer per nacht dan moet ik eruit. Ik heb er een probaat middel tegen: ik eet dan ander half of twee sneeën brood en ik pak wat te lezen. Een kwartier of twintig minuten en dan val ik weer in slaap. Je kunt die dingen niet verdrijven. Ik weet een ding heel zeker: wat je ook doet of wat je ook hebt meegemaakt. Je kunt wel vergeven maar nooit vergeten. Soms worden dingen opgerakeld: dat geval van dat pretpark in Den Haag, dat ze bij het Indisch herdenkingsmonument wilde aanleggen. Is gelukkig afgeketst. Maar ze hadden wel het gore lef om dat plan te bedenken. Een pret park bij een herdenkingsmonument! Dan dat backpay-geval. Als ik daarover lees, dan loopt het gal bij mij over. Ik denk dan aan mijn vader en moeder die drie keer alles hebben verloren. Kaarsrecht overend zijn ze gebleven. Daar ben ik trots op. Maar ze zijn wel bedonderd. Dat gaat toch wringen op oudere leeftijd.' Ondanks alle ellende van de oorlog en de Bersiap kan Jack toch zeggen dat hij een ge weldige jeugd had. Twee keer ging de familie Poirrié op Europees verlof. De eerste keer was Jack drie jaar, de tweede keer was hij dertien. In Batavia woonde hij op twee verschillende plaatsen. Daarna nog in Palembang, Batoe- radja en Kotaradja op Noord-Sumatra en in Solo. 'Ik mocht al op mijn twaalfde jaar jagen in de bergen en heb veel paard gereden. Wij woonden altijd in de buurt van een kazerne. Mijn vader was erg ondernemend. In Genua ging hij van boord om per touringbus over land naar Nederland te rijden. Daardoor hebben wij als kind bijzondere dingen gezien: de Dom van Milaan, het grote kerkhof in Genua, de Campo Santo. Wij reden over de eerste Duitse autobahn van Hitler en zagen de Italiaanse Bersaglieri en die grote witgekalkte letters op weggedeelten met de woorden: Il Duce, verwijzend naar Mussolini. In maart 1939 gingen we terug naar Indië.' Eind 1951 kwam de familie Poirrié naar Ne derland. Jack en Nel trouwden vrij vroeg en Moesson juni/juli 2016 (nieuw).indd 23 kregen vroeg kinderen. Ze zaten tussen de jonge mensen in de wijk in Arnhem. 'Je hoorde veel omdat er toen nog veel werd gepraat. Ik was eigenlijk geen repatriant. Ik kwam hier als vrijgezel, ging over naar de Koninklijke Land macht en trouwde. Degene die hier gehuwd aankwamen, kregen hulp als repatriant. Zij kregen een woning en huurtoeslag. Heel veel van onze Hollandse kennissen waren daar hevig verontwaardigd over. "Repatrianten krij gen geld om meubels te kopen, en wij dan?" Zo werd er gepraat begin jaren vijftig.' Jack werd giftig als hij dat hoorde. 'Weet jij wat zij terug moeten betalen? Zij krijgen maar 70 procent van hun salaris uitgekeerd en moeten 30 procent terugbetalen. Het is geen gift. Toch werd dat algemeen gedacht. Als ze ons zagen dan zag je ze kijken met een blik: daar heb je die opvreters.' In een interview met Liesbeth Steur in Moes son van 1992 zei Jack nog dat hij soms vreesde qua onderwerpen opgedroogd te raken, of dat hij door zijn leeftijd een beetje sikkeneurig dreigde te worden. 'Als ik terugkijk op al die jaren dan kun je bijna zeggen dat er nog een heleboel dingen zijn die ik nog niet heb aan geboord. Ik zou zo een stuk of twintig, dertig columns kunnen schrijven over het grote landgoed op West-Java, Kedoeng Badak, waar mijn moeder in 1900 werd geboren en waar zij elf jaar met haar moeder woonde. Vroeger een van de landgoederen van gouverneur Daen- dels, waar nog slaven bedienden. Wat betreft de onderwerpen is het niet zozeer het opdro gen of niet genoeg onderwerpen hebben, dan wel dat je door bepaalde omstandigheden niet direct in staat bent om het af te maken. Je wilt wel, maar in de praktijk lukt het niet. Dat hoort bij de ongemakken van het ouder worden.' 1. De kroonprins van Atapoepoe (zo werd Jack Poirrié genoemd door zijn vader) 2. Sontolojo (idioot, halve gare) 3. Oeloenees (iemand die geboren is aan de bovenloop (oeloe) van de rivier Kommering op Sumatra) 4. Kribbebijter (slechtgehumeurd persoon) 5. Klasjenere (een goed gesprek voeren op z'n Limburgs) 6. Klas kambing (goedkoopste klasse, in de bios dus achter het doek) 7. Keds-schoenen (populaire witte gympjes, merk Keds) 8. De hele koetoeboesoek (de hele rotzooi) 9. Soejang (klap voor je kop) 10. Compo Rations (veldrantsoen voor soldaten, ook wel ratpacks genoemd) 11. Bingoeng (in de war) 12. De Knots (onderluitenant in het KNIL, zoals Jacks vader) MOESSON 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 23