De eerste was
Linda Wagenmakers.
BELUM
In het maartnummer van 2000. En dan niet
vanwege een groot interview, maar naar aan
leiding van een kort bericht over het nationale
songfestival dat ze had gewonnen en daarom
voor Nederland mee mocht doen aan het Eu
rovisie Songfestival. Drie maanden later sierde
een foto van een gemes baby de cover met als
begeleidende tekst alleen maar: tsjakkaaaaa!!!
Terugbladerend door oude jaargangen, lijkt
het alsof de eerste BI'ers (bekende Indo's)
nog wat onwennig hun entree op de cover
van Moesson maakten. Een half jaar daarvoor
nog werd acteur Martin Schwab, toen bij het
grote publiek bekend van Baantjer en Oeroeg,
geïnterviewd over de film Soekarno in Holland.
Maar verder dan een inzetje rechtsonder op de
cover haalde zijn foto het niet.
Landschappen, Indonesische straattaferelen
en vooral veel Indische kunst. Sinds in 1961
voor de eerste keer 'een voorplaat' verscheen
in Tong-Tong, de voorloper van Moesson waren
dat de coveronderwerpen. En die keer dat er
al mensen op stonden, waren dat geen BI'ers
maar luitjes waarin de lezer zichzelf herkende.
Toch waren die eerste voorzichtige stapjes aan
het begin van dit millennium al een voorbode
van de gedaantewisseling die Moesson zou
ondergaan. Sinds Marjolein van Asdonck en
Geert Onno Prins in 2001 de algehele leiding
van Moesson overnamen, zowel op redactio
neel als zakelijk vlak, veranderde er veel. Het
blad werd attractiever voor de derde generatie
en kreeg een professioneler uiterlijk met de
verleidelijke looks van een glossy.
Of om in Marjoleins woorden te blijven:
'Moesson werd een blad voor op de koffietafel
in plaats van voor eronder.' Daarbij bleef altijd
het uitgangspunt dat de abonnees van het
eerste uur niet verwaarloosd mochten worden.
Geert: 'Toen wij in de jaren 90 bij Moesson
werkten, werden we vooral door de eerste
en tweede generatie gelezen. Die tweede
generatie hoorden we vaak zeggen: "In onze
cultuur is het niet netjes om met onze vuist
op tafel te slaan en daarom maken wij relatief
gezien minder carrière." Volgens ons klopte
dat beeld niet: Indo's maken wél carrière. Meer
dan gemiddeld. Alleen doen ze dat zonder dat
van de daken te schreeuwen.'
Marjolein: 'We wilden er de gemeenschapszin
en -trots mee omhoog halen en het ongelijk
bewijzen van al die zeurpieten die zeiden:
Waarom zie je nooit Indo's aan de top?'
Illustratief daarvoor was het interview met
internetondernemer en derde generatie Indo
Michiel Frackers. De kop daarvan luidde:
'Waarom zie je zo weinig Indo's aan de top?'
Geert: 'Natuurlijk was het een provocatie om
dat in de kop te zetten. We hoopten dat lezers
massaal de handschoen zouden oppakken.
Maar dat gebeurde niet.'
Toch publiceerde de redactie twee maanden
later een ingezonden brief van Eric A. Müller.
Die had zich enorm aan het interview met
Michiel Frackers gestoord. Of hij nooit van
Winnie Sorgdrager - ook een Indo - had
gehoord?
Briefschrijver Müller werd op zijn wenken
bediend, want het jaar daarop stond voorma
lig minister van Justitie Winnie Sorgdrager
op de cover. En in de jaren daarna zouden er
nog meer politieke kopstukken geïnterviewd
worden, zoals Laurens Jan Brinkhorst, Jesse
Klaver, Mei Li Vos, Frits Bolkestein en Andrée
van Es. Allemaal politici met Indisch bloed.
Hoezo, geen Indo's aan de top?
Op de redactie werd Indo's spotten een steeds
serieuzere zaak. Moessons best friend Frans
Leidelmeijer hangt nog altijd direct aan de
lijn als hij ergens heeft gelezen dat journalist
Sander van der Wulp of zanger Wouter Hamel
vertellen van Indische komaf te zijn. Vaak is
zo'n uitspraak een eerste aanknopingspunt.
Ook komen er op de redactie tips binnen van
Moesson-abonnees en kwam Moesson-insider
Armand Mensingh bijvoorbeeld met Blaudzun.
Zo ontdekten veel lezers duidelijk Indische
trekken bij NOS-nieuwslezeres Annechien
Steenhuizen. En eerlijk gezegd, wij ook. Maar
via een bevriende Indische collega op de
redactie van het Achtuurjournaal liet ze weten
dat ze echt niet Indisch is. Of wat te denken
van die jonge filmactrice die net een Gouden
Kalf had gewonnen en die aanvankelijk aan
haar Indische tegenspeler had verteld dat ook
te zijn, maar eenmaal gebeld zich excuseerde
dat ze zich had vergist?
Niet altijd blijkt dus een vermeende Indo dat
bij navraag te zijn. Of bereikt een interviewver-
zoek de geadresseerde in goede orde. Want
in de meeste gevallen verloopt het contact via
het management. En de pr-dames die daar
werken kennen het begrip Indisch vaak niet.
Daarom kan het soms even duren voor een
interview met een BI'er ook echt in Moesson
verschijnt. Maar als dat is gelukt, leidt dat vaak
tot een feest van herkenning. Zoals bij Nadja
Hüpscher, die vroeg of wij dat ook hebben,
dat als je een Indo op straat tegenkomt je tóch
even naar elkaar kijkt en een blik van verstand
houding uitwisselt.
Moesson-lezers pikten het redactiebeleid
feilloos op. Zo kreeg de redactie bijvoorbeeld
commentaar toen Ben Bot op de cover prijkte
(een mooie foto met een Havank-achtig man-
MOESSON 71
Moesson juni/juli 2016 (nieuw).indd 71
31-05-16 15:11