Het Indische was er bij ons thuis wel, maar een gespreksonderwerp was het niet' INTERVIEW Ik heb zelf altijd een hang gehad naar de oosterse mystiek en verhalen. Toen ik jonger was interesseerde ik me in boeddhisme en hindoeïsme. Maar ik weet niet in hoeverre ik dat te danken heb aan mijn Indische kant. Maar het Indische interesseerde me wel. Indische eten was een deel van mijn opvoeding. Maar ook de wajang poppen bij mijn oma thuis heb ik altijd erg interessant gevonden. Lazer op Aan mijn vaders kant zijn ze vroeg naar Nederland vertrokken. Aan mijn moeders kant zijn ze iets te lang gebleven: er zijn foto's van het huis van mijn moeders familie - in zwartwit - waar in rood op de muur stond geschreven 'lazer op naar Nederland'. Dat was in 1957. Mijn moeder heeft daar geen herinneringen aan. Ik kan me voorstellen dat het best heftig is geweest voor mijn grootmoeder, in een Japans interneringskamp. Mijn grootvader zat als krijgsgevangene helemaal in Noord-Japan. Dat moet een moeilijke tijd zijn geweest. Ook na het kamp. Toen ze besloten uit Indonesië te ver trekken, kwamen ze in het christelijke Monster terecht. Best wennen. Het was lastig om er een plek te vinden. Ze werden heel erg als anders gezien. Mijn oma is eerst met de drie jongste kinderen naar Nederland vertrokken in mei 1957 en mijn opa kwam later met mijn moeder en tante. De eerste tijdelijke woonruimte in Den Haag was - toevallig - achter het kantoor van Tong Tong. Dat ze el kaar terug hebben gevonden, zonder mobiele telefoons en skype, aan de andere kant van de wereld na maanden zonder contact, is een klein wonder. Kan me daar zelf eigenlijk niet zo veel bij voorstellen. Indisch zwijgen Het Indische is er bij mij niet met de paplepel ingegoten. Je hoort het misschien wel vaker, maar er werd bij mij thuis niet veel over gepraat. Het Indische was er wel, maar een gespreksonderwerp was het niet. Vooral niet over wat er in het kamp gebeurd was. Dat komt door het traumatisch stresssyndroom dat ze daar hebben opgelo pen. Mijn ouders en grootouders vertelden er nooit over. Mijn ooms en tantes soms. Ik heb mijn oma nooit heel veel gevraagd over die tijd. Ik wilde haar niet herinneren aan die moeilijke dingen. Ik heb het met haar wel over Indonesië gehad in de jaren voordat ze overleed in 2014. Wanneer ik voor een optreden in Indonesië was geweest, vertelde ik haar erover. Over doerians en over hoe het daar nu is. Door er zelf over te vertellen, vertelde zij ook over haar tijd in Indië. Over hoe het in de afgelopen decennia is veran derd, maar vooral over de leuke dingen die ze daar heeft meegemaakt. Het Indisch monument Ik heb een keer een emotioneel gesprek meegemaakt met mijn oma. Mijn opa was overleden en we gingen met de familie naar het Indisch monument om hem te geden ken. Dat is de plek waar we met de familie heengaan als we iemand herdenken. Een belangrijke plek voor ons. Bij het monument kwamen we twee schattige Japanse toeristen tegen. En zij vroegen aan mijn oma: 'What is this monument?' En toen moest ze dat uitleggen. Dat was voor haar heel louterend. Want er is onder Indische mensen vaak een moeilijk gevoel over Japan. Helemaal bij mijn opa, die kon Japanse auto's niet uitstaan. Maar goed, die twee Japanse toeristen, midden twintig, vroe gen dat. En zij hadden geen enkel idee, want in Japan wordt dit deel van de geschiedenis helemaal niet op school onderwezen. Mijn oma vertelde waar het monu ment voor was, en toen ze dit deed brak ze een beetje. Maar dat was niet om haar verdriet. Maar om de haat die ze van zich af voelde glijden. Ze bedacht zich ineens: de haat die ik koester tegen de Japanners die de Indische mensen iets hebben aangedaan, mag ik niet heel lang of op een heel volk projecteren. Ze realiseerde zich ineens dat ze altijd bevooroordeeld was geweest over Japan ners. Dat maakte veel indruk op me. 14 MOESSON Moesson #2 augustus.indd 14 20-07-16 17:17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 14