Hij kende haar niet, wist alleen dat zij
wat ouder was dan hij, niet veel jaartjes,
maar toch! De houdbaarheidsdatum
werd hem gegarandeerd.
HET JAAR 1932
daarom de aandacht trok van een bijzondere en rijke
familie. Het hoofd van deze familie was zelf helaas niet in
staat deze boodschap over te brengen. Zou Hadji Omar
misschien willen overwegen om zijn zoon als bruidegom
aan te bieden aan de oudste dochter van de vader van
de bruid?
Hadji Omar was met stomheid geslagen! Hij, als eenvou
dige kleermaker, uitgekozen als vader van de bruidegom
voor de allerrijkste man van dit land? De vader van de
bruid kon inderdaad zelf niet komen; hij was zonder
reden de gevangenis ingegooid omdat de Japanners zijn
geld en fortuin nodig hadden voor hun bezetting. Zijn
laatste wens was zijn oudste dochter fatsoenlijk te laten
trouwen, zodat hij voor eeuwig zijn ogen kon sluiten. Hij
vroeg zijn bezetters een laatste wens en dat was een ge
sprek met zijn naaste familieleden. Dat werd hem toege
staan en zo stelde hij een delegatie samen van machtige
mannen en belangrijke familieleden. Miriam moest een
man hebben, een fatsoenlijke en een degelijke man. Na
korte tijd van beraadslagen kwam men tot de conclusie
dat die man Abdullah bin hadji Omar Bamasjmoes moest
zijn, voor intimi: Da'dung. Hadji Omar stond perplex. Zijn
zoon als kroonprins, niet meer in een kampong maar
in een stenen huis. Nooit meer financiële problemen
hebben en je kostje voor het leven gekocht. Da'dung zei
na een tête-a-tête met vader volmondig ja. Geen gemaar
van dat hij eerst de bruid wilde zien of zo iets. Hij kende
haar niet, wist alleen dat zij wat ouder was dan hij, niet
veel jaartjes, maar toch! De houdbaarheidsdatum werd
hem gegarandeerd.
Maar hadji Omar trok zich niets van haar scheldkanonnade
aan en ging aan de slag om in zijn atelier iets moois van
die poesaka te maken. Ik vond dat allemaal niet zo erg. Ik
kon die jas toch niet gebruiken en ik gunde mijn neef alles.
Het atelier van hadji Omar was een paar meter verwijderd
van het huis van tante Dee. Elke keer dat zij er langs liep,
schold zij hem voor vrek, gierigaard, uitzuiger en van alles.
Dat atelier was overigens niet meer dan een bedstee aan
de straatgevel van drie meter bij twee meter. Hij had dit vol
behangen met knipsels uit kranten en tijdschriften van de
kleermakers uit Savile Row in Londen om sfeer te creëren.
En hij had inderdaad van die creatie iets moois gemaakt en
de oude, gesloten jas zonder revers met hoog opgesloten
kraag veranderd in een moderne open jas met revers. Dat
was hem goed gelukt, zonder sporen van oude naden. Het
was magisch.
Kort en goed: de bruiloft was een groot succes. Da'dung
kreeg een mooi huis met alle meubels erin en een functie
binnen het zakenimperium. Hij kreeg de boekwinkel. De
winkel verkocht uitsluitend korans en heilige geschriften in
De datum van de bruiloft werd vastgesteld. Nu kwamen
pas de problemen voor Hadji Omar. Hoe kwam hij aan
fatsoenlijke kledij voor de bruidegom? Het was oorlogs
tijd en er was geen import van goederen. Hoe kwam
hij aan het materiaal? Maar hij kreeg een ingeving. Hij
herinnerde zich dat ik ooit bij hem kwam met een djas
toetoep, een gesloten jas in tropische stijl van mijn toen
reeds gestorven vader als enige erfstuk. Nu kon hij die
wel gebruiken en hij vertelde mij dat ik van hem een
fiets, weliswaar tweedehands, kon krijgen mits ik hem
dat pakje van vader als ruil kon geven. Ik zag daar geen
kwaad in en stemde toe. Ik kreeg die fiets, een kreng
van een hoop roest. Toen ik het aan mijn tante Dee (een
goede fee, die altijd op mij lette en goed voor mij was)
vertelde en zij het rijwiel zag, ontstak zij in woede: 'Hoe
durft hij dat te doen, jouw heilige poesaka in ruil voor dit
oud roest! Dat is heiligschennis. Dat moest hij weten en
jij bent onnozel genoeg om er in te trappen!'
vele uitvoeringen met en zonder goudopdruk. Zijn huwelijk
liep goed, zij konden het goed met elkaar vinden, maar
met zijn zaak ging het slecht. Hij was zo braaf en goed
dat hij die geschriften praktisch voor niks aan zijn klanten
weggaf, onder het motto dat zij ze meer nodig hadden dan
hij of zijn familie. Da'dung was duidelijk geen zakenman
en geld verdienen was niks voor hem. Iedere zaak waar hij
verantwoordelijk voor was, ging failliet. Later stuurde de
familie hem en zijn gezin ook maar naar Mekka om daar
ergens bij een zaak als werknemer te werken. Dat ging
beter. Net als zijn vader werd ook Da'dung vanzelf een
hadji Abdullah bin Omar Bamasjmoes. Het fortuin van zijn
schoonfamilie was gelukkig bestand tegen zijn vele fail
lissementen. Na de bruiloft werd het hoofd van de familie
door de Japanners vrijgelaten en hij woonde als weldoener
verder vredig in het grote huis. Hij bood iedere reiziger die
Tjirebon aandeed en die moe en hongerig aankwam, voed
sel, drank en nachtrust. De avondmaaltijd begon er altijd
pas nadat de laatst trein in Tjirebon was aangekomen.'
OKTOBER 19
Moesson #4 oktober.indd 19
27-09-16 16:44