MOE. HEEL ERG MOE 'ALS JE HET HOORT, STAAT JE LEVEN OP ZIJN KOP' voelde Oscar Westbroek (21) zich toen hij die zaterdag in oktober 2015 wakker werd. Eerst dacht hij nog dat het de griep was. Of misschien oververmoeidheid. Hij was weer gestart met zijn studie Bedrijfskunde aan de Hogeschool van Utrecht. Bovendien had hij net weer zijn bijbaantje opgenomen. Hij was de donderdag daarvoor gaan stappen in Amsterdam, maar al na het tweede biertje was hij naar huis gegaan, omdat hij zich niet lekker voelde. De hele dag daarna had hij lusteloos in bed gelegen. Alsof alle energie uit hem was weggezogen. Toen hij de lakens van zich afsloeg, zag hij dat zijn dijen onder de kleine rode puntjes zaten. Alsof hij honderden keren met een speld was geprikt. De kleine onder huidse bloedingen vormden een krans rondom zijn bovenbenen. Omdat het weekend was, gingen ze naar het ziekenhuis. Daar zeiden de artsen dat er niets aan de hand was, maar toen hij op zondag een enorme bloedneus kreeg en ze weer op de spoedeisende hulp belandden, kreeg hij alsnog bloedtest. De uitslag van het bloedonderzoek was onverbiddelijk. Oscar bleek leukemie te hebben. OP ZIJN KOP Tweeënhalve maand eerder was zijn opa aan leukemie overleden. 'Maar dat was een andere variant en niet erfelijk', zegt Oscars moeder Marie-José Westbroek. 'Eind mei werd er leukemie bij mijn schoonvader geconstateerd, eind juli was hij overleden.' In hun achtertuin vertellen Oscar en zijn ouders Michiel en Marie-José, wat er allemaal is gebeurd in de tien maanden nadat de diag nose werd gesteld. 'Als je het hoort, staat je leven op zijn kop', zegt Oscar. 'Het enige wat je kunt doen, is je overleveren aan de deskundigheid van de artsen.' Er volgden maanden van ziekenhuisbezoek en ziekenhuisopnamen. Drie keer per week bloed prikken. Een maand op en af in het ziekenhuis. Drie keer per week chemo via een infuus toegediend krijgen. Chemopillen slikken, waarvan je vreselijk beroerd wordt. De hele dag misselijk zijn, geen gevoel in je vingertoppen hebben, een kapotte binnenkant van je mond en keel, buikpijnen. Opnieuw opgenomen worden vanwege een infectie. Door de ontstekingsremmer Prednison werd zijn gezicht dikker. Door de chemotherapie viel zijn haar uit. Als hij de straat op ging, voelde hij zich niet op zijn gemak. Oscar is geen uitzondering. Elk jaar krijgen een paar duizend Nederlanders te horen dat ze leukemie hebben. Leukemie (bloedkanker) is een vorm van kanker waarbij het beenmerg te veel witte bloedcellen aanmaakt. De te veel aangemaakte witte bloedcellen kunnen niet goed groeien, met als gevolg dat ze het lichaam niet meer beschermen tegen ziekten. Daardoor neemt de weerstand van het lichaam af. Doordat de ongezonde witte bloedcellen te veel ruimte in het beenmerg innemen, ontstaat er bovendien een tekort aan gezonde bloedcellen. Doorgaans wordt leukemie bestreden met chemotherapie. Deze intensieve behandelings methode heeft veel negatieve bijwerkingen. Een betere aanpak met een grotere kans op genezing is stamceltransplantatie. Daarbij krijgt de patiënt een bloedtransfusie, waar bij bloedstamcellen van een donor worden toegediend. Deze donorstamcellen maken weer nieuwe witte bloedcellen aan in het lichaam van de patiënt, waardoor die geheel kan genezen. Een voorwaarde voor een geslaagde trans plantatie is dat de stamcellen van de donor genetisch bij de patiënt passen. Is dat niet het geval dan herkennen de nieuw aangemaakte witte bloedcellen het lichaam van de patiënt niet, waardoor ze dat juist gaan aanvallen, met ernstige complicaties of de dood tot gevolg. RACISTISCH BLOED De zoektocht naar een donor wordt altijd gestart binnen de naaste familie. Bij broers en zussen is de kans op succes het grootst (1 op 4), omdat dat zij dezelfde genetische kenmerken hebben. Oscar heeft twee broers, maar geen van beiden bleek geschikt als do nor. Andere familieleden - neven en nichten - mochten niet apart getest worden, vertelt Ma- rie-José. 'We hebben het gevraagd, gesmeekt zelfs. Er zijn ook mensen die zich speciaal voor Oscar aanmelden, maar dat kan niet. Iedereen komt in een grote database.' Oscar: 'Pas als er een match is gevonden, komen ze bij mij. Maar de donatie blijft altijd anoniem. De enige uitzondering daarop zijn broers en zussen. Maar verder weet je nooit wie de donor is.' Een probleem is dat er een groot tekort is aan donoren. Momenteel zijn er zo'n 104 duizend Nederlanders geregistreerd als stamceldonor, terwijl er veel meer donoren nodig zijn. Ook in de wereldwijde databank voor stam celdonoren, waar ruim 28 miljoen donoren zich hebben aangemeld, werd er voor Oscar vooralsnog geen geschikte donor gevonden. Oscars familie van vaderskant is Indisch. Opa Westbroek was een Indische jongen uit Ban doeng. En de vader van zijn oma - een meisje Van Vlaardingen - was de directeur van het postkantoor in Bandoeng. Omdat Oscars va der Indisch is en Oscar daarom ook Aziatisch bloed heeft, is de kans op een geschikte match nog kleiner. Om echt te kunnen genezen is het noodzakelijk dat er een Indische donor wordt gevonden, die zowel Europees als Aziatisch bloed heeft. Bij de eerste oproep voor een Indische donor op Facebook reageerde iemand heel boos, zegt Marie-José. 'Wat een praatjes om speciaal Indische donoren te willen. Alsof Oscar te goed was voor mensen met alleen Nederlands 26 MOESSON Moesson #4 oktober.indd 26 27-09-16 16:44

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 26