Liever gevreesd dan geliefd, ALDUS MACHIAVELLI, JE MAG ALS HEERSER ONDER GEEN BEDING EEN SOFTIE ZIJN' bladzijde weten dat ik in de tropen ben, dat ik in een totaal andere tijd leef. Zo ver gaat Van Goor niet. Daartegenover staat de evenwich tigheid van de erudiete onderzoeker. En toch is na lezing het beeld van Coen niet wezenlijk veranderd: hij was een briljante man, de grondlegger van Nederlands-Indië, die aan de basis stond van onze Gouden Eeuw. Hij kwam, zag en overwon. Jan Pieterszoon Coen arriveerde eind zestiende eeuw in Indië, overzag alle strengths, weaknesses, oppor tunities en threats, stelde op grond van zijn SWOT-analyse een strategisch plan op, zijn beroemde Discoers, en voerde dat plan ook eigenhandig uit. Het is één ding om kennis van een onbekend en enorm uitgestrekt gebied te vergaren, om die kennis te ordenen en een plan van aanpak te schrijven. En een heel an der ding om dat plan vervolgens daadwerkelijk met volle overtuiging uit te voeren, om ieder een met je mee te krijgen, met alle alledaagse het centrale gezag ook van de Molukken naar Batavia, de stad die hij stichtte op de puinho pen van Djakatra: de ideale locatie voor een stapelplaats, waar de belangrijkste handels routes in Azië elkaar kruisten. GODFATHER Als Jan Pieterszoon Coen, godfather van Nederlands-Indië, zijn plannen niet goedschiks kon doorvoeren, dan maar kwaadschiks. 'I will make them an offer they can't refuse', zal hij telkens over zijn zakenrelaties gere deneerd hebben. Vier zaken worden Coen zwaar aangerekend, ook door tijdgenoten: de genocide op Banda, de wrede executie van Bandase hoofden, de gerechtelijke moord op tien medewerkers van de East India Company en de zaak Sarah Specx. Vroeg of laat stelde Coen aan eenieder eenzelfde ultimatum: 'Either your brains or your signature will be on the contract.' Tegelijkertijd moest van Coen gedachte dat de mens van nature slecht is. Sterker nog, de situatie die Coen in Azië zou aantreffen, was overeenkomstig met die in het Italië van Machiavelli: geen centraal gezag, maar een anarchie, waarbij kleine staten elkaar bestreden en niemand te vertrouwen is, een strijd dus van allen tegen allen. 'Veel meer dan tegenwoordig', schrijft Van Goor, 'kende men in Europa, evenals elders in de wereld, een schaamtecultuur. Met alle mogelijke middelen moest worden voorkomen dat het persoonlijke aanzien werd bezoedeld.' Desnoods gewapenderhand, want alleen met eer en reputatie kon je jezelf handhaven in de instabiele samenlevingen van de zeventiende eeuw. Een belediging kon dus niet onbeant woord blijven. De kwestie Sara Specx is niet alleen kenmer kend voor Jan Pieterszoon Coen, maar ook voor de benadering van zijn biograaf. Van Goor legt uitstekend uit hoe belangrijk en problemen waar je dan weer tegenaan loopt, inclusief je eigen personeel dat alleen aan zichzelf denkt en dat geen stap extra zal doen als de betreffende kloothommels daar niet toe gedwongen worden. Het was J.P. Coen die luid en duidelijk riep dat de handel in Azië zelf veel meer zou opbrengen dan de handel op Europa. Hij maakte een blauwdruk van welke producten waar verhandeld moesten worden tussen de Kaap en Japan, en moet zodoende een van de grootste commerciële ondernemers uit onze geschiedenis zijn, want Nederland is honderd jaar lang het rijkste en machtigste land ter wereld geweest. Coen zag de VOC als een multiculturele multinational, met personeel en partners uit alle windstreken, en daarom verplaatste hij 40 MOESSON de reputatie van de VOC als betrouwbare handelspartner boven alles behouden blijven. Dat lijkt ongerijmd. Maar zijn filosofie komt overeen met die van Don Corleone in The Godfather en van hun beider inspiratiebron, de middeleeuwse managementgoeroe Niccolo Machiavelli. Liever gevreesd dan geliefd, aldus Machiavelli, je mag als heerser onder geen beding een softie zijn. Coen's leerjaren in Italië zijn bepalend geweest voor zijn hele verdere leven: hij woonde en studeerde ongeveer van zijn twaalfde tot en met zijn twintigste in Rome. Zijn allesomvat tende plannen voor de VOC, vervat in zijn Discoers, zijn zowel inhoudelijk als qua vorm geïnspireerd op het werk van Machiavelli, weet Van Goor ons te vertellen, met als centrale tegelijkertijd moeilijk het was om te midden van zoveel verschillende bevolkingsgroepen het publieke aanzien te bewaren. Sara Specx was als dertienjarige dochter van een hoge VOC-ambtenaar en een Japanse vrouw in huis opgenomen bij Coen. Zij werd betrapt op gewenste intimiteiten met de eveneens mengbloedige, zestienjarige vaandrig Pieter Kortenhoef. Ach gos, zouden we nu denken. Maar Coen wilde beiden op staande voet ter dood laten brengen door verdrinking in een vat. Van Goor trekt een lijn naar een vergelijk baar geval van eerwraak op de Filippijnen. De Portugese gouverneur van Manilla betrapte omstreeks dezelfde tijd zijn vrouw op overspel en doodde ter plekke zowel zijn vrouw als haar minnaar. Een rechtbank stelde hem achteraf Moesson #4 oktober.indd 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 40