COLUMN ALS IK SOU MOETEN SEGGEN WAT Ricky Risolles de hélè family heef ovèrgenómen van mijn oma, dan sèg ik sonder twijfèl: humor. Be scheiden en ingetógèn, maar altijd gevat en onverwachts èn in tegenstèlling tot de rès van de family, lachte mijn oma nooit om haar eigen grappen. 'Rick, wat bèn je dik geworden.' Waarop ik sei: 'Nee oma, ik ben het Sven!' waarna iksèlf fèrfolgens keihard moes lachen. Mijn neef Sven beduidènd minder. Dan hoor ik mijn oma weer sèggen: 'Nou Rick, ik ben blij dat je jèsèlf só grappig fin.' Mijn oma en ik hadden één ding gemeen. We vergaten allèbei regelmatig de naam van mijn vriendin. Hoewèl het bij mij selalu, altijd, só is gewees, was dit bij mijn oma pas nadat ze wèg moest uit haar vorige woning. Voordat zij so'n 9 jaar geleeën verhuisde naar hèt versor- gingstèhuis, woonde mijn oma in een klein wit gelijkvloers huisje in een hofje langs het spoor. Een plèk waar de family vaak tè vinden was, waar ik uren voor hèt raam kon wachten op de stoomtrein naar Medemblik èn waar de glazen botol cebok-flessen tidakpernah, nooit, onder de kraan paste, waardoor ik gerégeld hoorde: 'Rick, vul even de fles voor oma!' Van makan tot lógerèn èn van een kruis boogpijl in mijn neefjes schouder schieten tot het ruiken aan de grijze plastic flessen in het halletje. Dit omdat mijn neefje dacht dat oma èlke week 'appelsap' liet ophalen. Ik hoor hèm nog sèggen: 'Folgens mij, die appèlsap al busuk.' Veel geweest en veel gebeurd. Hoewèl haar huisje kecil, warèn de herinneringen besar en voor een gróót gedeelte bèn ik daar opge groeid tot de kleine jongen die ik nu bèn! Één van de verjaardagscadeaus die sè stan daard aan allè kleinkids gaf, warèn Lektura- ma's Luister Sprookjes èn Vertellingen. U kèn vast nog wel, die kwamen mèt een rood/geel cassettèbandje èn selalu bij de 'ping', moes je de pagina omslaan. Gèwèldige boekèn waren dat en we konden niet wachtèn wie wèlk boek wanneer kreeg, want iederéén wilde dan lenen van elkaar. Hèt teruggeefprocès ging dan weer wat stroefèr, tapi ik zie ons nog mèt s'n allèn op bed luist'rèn naar de verhalen van Repelsteeltje, Sneeuwwitje hèt jonge eendje yang jelek. Èn u wil gelovèn of niet, maar tot op de dag fan vandaag, als ik niet kèn slapen, draai ik désè af in bed èn sit ik binnen no time in de tidur-trein naar dromènland. Hèt sijn niet soseer de verhaaltjes die mij in slaap brèngen, tapi hèt gevoel van die periodè waarin we de boeken krégen. Een tijd van vóór al hèt gedonder, geruzie en verlies van dierbaren. Een tijd waarin mijn zus èn mijn oom nog leefden, waarin ik altijd van de trap kwam melompat, springen, als mijn family uit Lelystad weer voor de deur stond, waarbij ik als kind samen mèt mijn oma naar de treinen ging kijken, die langs haar rumah kecil kwamèn razèn èn waarin mijn oma regelmatig bij ons thuis kwam oppas- sèn. Hèt is dat gevoel dat mij in slaap brèng, een tijd sonder sorgèn èn sonder próblémèn. Meestal hoef ik dan nog maar één of twee keer te kentoet en dan al... in dromenland. Ayo! De stoomtrein heef stoom nodig tog? Hèt idee dat mijn oma verantwoordluk is voor hèt cadeau dat mij tot op hèt heden in slaap kèn brengen, geef mij een senang gevoel èn èlke avond als ik weer Frans van Dusschoten hoor vertellèn over 'Het tinnen soldaatje' is mijn oma weer voor héél even bij mij. Selamat jalan oma, sampai bertemu lagi. Ricky Risolles www.rickyrisolles.nl facebook.com/RRisolles OKTOBER09 27-09-16 16:43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 9