J Ogen van Surabaya EEN INDISCHE COMING OUT 0 1 Ogen van Surabaya: 20 voorstellingen i nog t/m 3 december, zie www.theaterzeelandia.nl voor de speellijst. DOOR DEWI DE NIJS BIK Is ze Zeeuws, Zweeds, Frans of Indisch? Tien jaar geleden kwam Anna Rottier er achter dat ze Indisch bloed heeft. De voorstelling Ogen van Surabaya is gebaseerd op haar eigen ervaringen: 'Het voelt overal alsof ik op een soort tussenstation ben.' Anna Rottier (1970) is actrice, schrijver, verta ler en regisseur. Ze groeide op in Rotterdam. Haar vader werkte als scheepsarts bij de marine toen hij haar moeder leerde kennen, een Zweedse. Anna werd als kind aangestoken door haar moeders liefde voor Zweden. 'Mijn moeder had het altijd over haar geboorteland. Steeds hield ik mij als kind voor om op mijn 18e naar Zweden te verhuizen, maar toen het eenmaal zover was vertrok ik naar Parijs, van wege mijn Frans klinkende achternaam.' Indisch bloed De zoektocht naar haar culturele identiteit was voor Anna altijd al een thema in haar leven. Des te groter was de verrassing toen ze ontdekte dat ze Indisch bloed heeft. In het toneelstuk vertelt het personage Lotte (ge speeld door Anna zelf) hoe ze daar per toeval achter komt. Wanneer Lotte ziek wordt en een bloedtest doet, wordt er aan de test afgelezen dat ze Indisch bloed heeft. Het is geïnspireerd op de realiteit, vertelt Anna, zo heeft een nicht van haar vader daadwerkelijk een bloedtest gedaan waar dit resultaat uitkwam. Er ging weliswaar nog een verhaal aan vooraf, dat niet in het toneelstuk is verwerkt. 'De bekende schrijver N.W. Hofstede was de echtgenoot van tante Mies, zusje van mijn opa', vertelt ze. 'Hij schrijft in zijn boek De slaven van Rokuban dat hij een Indische vrouw had, mijn tante Mies dus. Tante Mies Indisch? Dat kwam voor ons volledig als een verrassing.' Anna kwam er samen met haar familie achter dat haar overgrootmoeder, de oma van haar vader, Indisch was. 'Mijn overgrootmoeder is waarschijnlijk voortgekomen uit een relatie tussen een Nederlander die een onderne ming had bij Surabaya en een njai. Over deze Indonesische vrouw is niets bekend. Ze is vlak na de geboorte van mijn overgrootmoeder verdwenen.' Toen Anna's overgrootmoeder zes was, werd zij door haar stiefmoeder - de nieuwe vrouw van haar vader - naar een kostschool in Diekirch in Luxemburg gebracht, waar ze de Europese opvoeding moest door lopen. Op haar 18e is ze teruggegaan naar Indonesië om in haar vaders schoenenwinkel te werken, in Surabaya. Later kwam zij naar Zeeland waar ze trouwde met mijn overgroot vader' Eyes from Surabaya 'Ik vond vroeger mijn familie er altijd een beetje apart uitzien', vertelt Anna, 'toch heb ik nooit gedacht dat ik Indisch bloed had. De Zeeuwen hebben ook donker haar en donkere ogen, dacht ik. Honderd jaar lang is de identiteit van mijn overgrootmoeder verzwegen. Ze praatte er ook niet over met mijn vader - haar kleinzoon - met wie ze een heel hechte band had.' Een jaar geleden ging Anna naar Indonesië. 'Toen ik in Yogyakarta op een markt was waar batik en zilver werd verkocht, liet een kunstenaar mij zijn producten zien. We raakten aan de praat en opeens vroeg hij hoe het met mijn Indone sische wortels zat. Waarom stelde hij mij die vraag? Ik zag er min of meer uit als een toerist, in elk geval veel te blank voor een Indonesische. "You have eyes from Surabaya", antwoordde hij. Surabaya, de plek waar mijn overgrootmoeder geboren is! Ik viel van mijn stoel. Dat zou de titel worden van mijn toneelstuk.' Met haar verhaal wil Anna mensen de ogen openen. 'Ik hoop dat bezoekers door Ogen van Surabaya zichzelf de vraag gaan stellen waar zij eigenlijk vandaan komen, en dat het een andere blik werpt op de geschiedenis van volksverhui zingen of de huidige vluchtelingencrisis. Ik hoop dat het bijdraagt aan begrip en tolerantie. Want hoe ben jij hier eigenlijk binnengekomen?' 08 I MOESSON Mnoccnn itft nrn/emher inrlrl ft 26.10.16 1300

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 8