0
KERSTVERHAAL
Punjabi soldaten uit. Er kwamen 5 gevangen
extremisten uit de wagen. Geboeid. Ze waren
gepakt toen ze probeerden een lading wapens
de stad binnen te smokkelen. Nu werden
ze ondervraagd. Ze zaten op de grond. Een
stelletje verfomfaaide inlanders. We keken toe.
Onze wachtcommandant keek scherper toe.
Opeens herkende hij een van de gearresteer
den. Hij schreeuwde zijn naam. X, een bekende
Indische naam. 'Jij! Vuile bangsat! Verrajer!
Doe je ook mee onze vrouwen en kinderen te
vermoorden!' Hij begon opeens de betrokke
nen te trappen, uitzinnig van woede. De man
deed niks terug. Hij kromp alleen ineen van de
pijn bij elke trap. En hij kromp ook ineen onder
veroordelende blikken van onze wachtploeg.
Een moment van chaos naderde. De Engelse
officier sprong overeind van zijn tafel. 'Serge
ant!' riep hij. 'Sergeant!' Onze commandant
sprong in de houding. Zijn soldaatschap redde
hem. De Brit was verstandig. Hij laadde zijn ar
restanten weer in en vertrok. Naar een andere
gevangenis. Wij bleven ontdaan, vechtend met
onze woede, achter.
Die avond kwamen telkens Britse soldaten
met Engelse meisjes langs. Er was een grote
fuif in de Britse cantine, de Harmonie. Engelse
soldaten hadden meisjes gevonden in Kema-
joran en namen ze mee. Onze jongens waren
diep gekrenkt. Ze riepen beledigende woorden
naar de meisjes en scholden de Britten uit in
het dankbaar in krijgsgevangenschap geleerde
Cockney-Engels. We waren diep ongelukkig.
We hadden van dit eerste kerstfeest zo mooi
gedroomd in krijgsgevangenschap. En nu
zaten we nóg vast en onze meisjes gingen
fuiven met die vervloekte Britse verraders en
lafaards! Eén van ons raakte zo overstuur dat
hij opeens zijn Bren begon leeg te schieten
in Kemajoran, waarvan we de oude waardige
Indische huizen schemerig schuins aan de
overzijde van het kanaal zagen liggen. Hij werd
ontwapend door onze commandant, die hem
een douw beloofde. Maar we voelden ons
allemaal opgelucht daarna.
Later wisten we toch hier en daar 'losse'
meisjes op te bellen en naar de gevangenis
te halen. We hadden een koffergrammofoon.
Er werd gedanst en hier en daarin het donker
gevrijd. Het begon waratje nog gezellig te
worden.
Midden in de nacht kwam er weer een carrier
aangereden. Er werd een vent uitgeladen. Hij
kon niet staan. Want hij had vier kogels door
zijn lijf gekregen. Er was een sluipschutter
gesignaleerd in een van de bomen aan Tanah
Abang. Met een vuurstoot uit een Sten hadden
ze hem uit de boom gekregen, waaruit hij viel
'als een rijpe nangka'. Men had het verdomd
om hem naar het militaire hospitaal te bren
gen, anders zouden ze hem daar toch weer
oplappen en loslaten én zou hij doorgaan met
onze vrouwen en kinderen te vermoorden.
Hij werd op de gang gelegd. Iedereen kwam
kijken. Ook de meisjes. Je kon de kogelgaten
in zijn naakte bovenlijf haast niet zien. Zo klein
waren ze. Ook bloedde hij al haast niet meer.
Hij lag daar in een vreemde half-bewusteloze
extase, terwijl rondom het dansen verder ging.
Oh, give me land, lots of land under starry skies
above don't fence me in...
Af en toe ging de stervende recht overeind
zitten. Hij maakte gymnastische bewegingen
met de armen en ging weer liggen. Soms zei
hij 'Merdeka!' met een stem van extatisch
geluk en onzegbaar verdriet. Wat ging het
scheiden van het leven moeilijk. Ik had vaker
stervenden gezien en wist dat hij niet meer te
redden was. Toen hij weer eens rechtop zat,
vroeg ik hem fluisterend of ik helpen kon. Hij
hoorde me niet. Ik ging toch maar een veldfles
halen. Toen ik terugkwam zag ik het stoutste
en meest harteloze meisje bij de stervende
staan. Ze stond kaarsrecht en haar ogen waren
gesloten. Ik geloof niet dat ze bad. Of geroerd
was door een diep medelijden ofzo. Ik geloof
dat ze bezig was in een geweldige inspanning
zijn geest te vinden. Om hem over de drempel
heen te helpen. Toen ik naar de krijger zag,
wist ik dat hij dood was. Er was geen spoor
van pijn of leed, noch van geluk of exaltatie op
dat gezicht meer te bekennen. Ik draaide me
om en ging weg.
Het spijt me dat ik niet duidelijker zeggen kan
wat toen in me omging. Die kerstnacht in de
gevangenis heeft me alleen tot een dieper
begrip gebracht van de agonie van Geth-
semane en Golgotha. Ik weet ook zeker dat
vele van mijn lezers soortgelijke ervaringen
hebben gehad. Die hun tot het inzicht hebben
gebracht dat wij allen zoekers zijn naar een
Licht achter de lichtjes van de kerstboom. Dat
wij niet bevreesd moeten zijn voor de nacht,
DECEMBER 25
Moesson #6 december.indd 25
23-11-16 12:13