KERSTVERHAAL Dit verhaal verscheen eerder in het Tong Tong kerstnummer van 1964. missen me altijd veel dieper geraakt. Om even onverklaarbare redenen hebben kerstmissen onder niet-christenen of slechte christenen me altijd het gevoel gegeven alsof ik met dit feest bij hen juist meer 'thuis' was. Alsof het altijd meer ging om de kerstbelofte dan de kerstboom - en dat de bewustheid van de be lofte het sterkst leefde bij de outsiders. Alsof het kerstfeest eigenlijk geen christelijk, maar een universeel feest is. Dat ook ongekend en ongevierd waarachtig beleefd kan worden. Ook ben ik me misschien teveel historisch bewust van het kerstfeest, dat ontstond in Nood. Geboren werd in de periode tussen kin dermoord van Bethlehem en de verwoesting van Jeruzalem; bij de verstrooiing van een volk en de dreigende ondergang van een wereld macht. Zodat ik me in omstandigheden van Nood dieper bewust werd van het zoeken van de mens op aarde, ook voorbij de dag kerst dag en voorbij de grenzen van de christelijke gemeente. En dus mee zocht met outsiders en zondaars buiten vier-kringen van insiders. Mijn eerlijke en diep gemeende kerstwensen voor u zijn er niet minder om. Is het niet verwonderlijk dat alle vormen van geloof vernieuwing en vereeuwiging zoeken door de Dood? De Boeddhisten geloven in reïncarnatie, de islamieten moedigen het onbevreesdzijn voor de Dood aan, omdat wie waarlijk gelooft na de Dood het paradijs zal vinden. Het christendom predikt de wederop standing na de Dood. In Mexicaanse religieuze vierdagen paraderen het doodshoofd en het geraamte. Mijn short stories (van Vincent Ma- hieu) ademen volgens een criticus een geest, die hij het vitalisme zou kunnen noemen, terwijl een andere criticus in een adem meen de dat mijn verhalen 'een verliefdheid op de dood' verrieden. Mijn pen en mijn gedachten zijn altijd gestuurd geweest door christenen, mohammedanen en Boeddhisten, die alle bo ven de aardse rechtssystemen uit zoeken naar een 'Sleutel van Onbevreesdheid' aan de Poort van de Dood, die ons aller laatste deur in het leven zal zijn. Zouden wij dan nog twisten om systemen? De laatste woorden van Goethe waren 'meer licht' en niemand weet of hij bedoel de dat er een paar kaarsen meer in de sterfkamer gebracht moesten worden of dat hij meer Licht zag. De soldaat in de Hoofdwacht van Batavia zei: 'Merdeka!' en was dit een laatste kreet van nationale bevrijding of een besef van bevrijd zijn van alle aardse twist en oorlog? Eén ding is zeker: dat ook in strijd, onzekerheid en duisternis van het werkelijke leven een uitgang gevonden kan worden naar het uiteindelijke geluk. Dat wij dus het leven niet vrezen moeten, noch in voor- noch in tegenspoed. Dat én zij die straffen, kerkeren en doden voor hun rechtsidee, én zij die door de anderen gestraft, gekerkerd en gedood worden, voor hun rechtsidee, ieder op een eigen weg het Licht kunnen vinden. Als men mij verwijt dat ik in dit nummer niet een wat vrolijker en optimistischer stuk heb kunnen schrijven, heeft men gelijk. Maar het kan niet anders. Daarvoor hebben om onver klaarbare redenen 'geslaagde' kerstvieringen me altijd te weinig gedaan, maar slechte kerst- ja juist de nacht onze kansen om het Licht te vinden zal vergroten. Kijk het is weer Kerstmis. En nog steeds gorden mensenhorden zich aan voor nieuwe overwinningen van 'het Recht'. Nieuwe volksleiders worden gekozen; andere volken vinden atoombommen uit. In een soms wanhopige, vaak verbijsterende zoektocht naar het enige en volmaakte recht ter wereld. En het gaat niet om het Recht, het gaat om het Licht, waarvan wij allen een vonkje in ons hart dragen, cipiers en gestraften, goeden en slechten. Noël! Noël! Vreest nimmer! Tjalie Robinson Zwijg!!! Ten strengste verboden om nog te zingen! Vergeef ons meneer, wij bidden. Ten strengste verboden om nog te bidden! Als je weer begint, dan schieten wij! Begrepen? 26 MOESSON Moesson #6 december.indd 26 23-11-16 12:13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 26