<c j-UI IP. COLUMN December 3$ ilMPiiJPk Poirrié 'sPerikelen Hoeft niemand zich druk om te maken, maar wie net als ik 270 keer Sinterklaas, Kerstmis en de Jaarwis seling heeft bijgewoond, behoort tot de categorie respectabele oude knakkers die met heel veel verschil lende individuen op heel veel verschillende plaatsen, manieren en tijdstippen met die feestdagen te maken hebben gehad, en daar eelt bij hebben verkregen. De Sinterklaas in Meester Cornelis bijvoorbeeld, die mij met onvaste tred en stem van de buurman van katoen gaf omdat ik geen zin had om een liedje te zingen. Kwam het tot een woordenwisseling met ma en kreeg de Goedheiligman zo op zijn donder dat hij kwaad naar huis liep. Wat ik raar vond, omdat hij geen paard had en gewoon te voet ging. En een jaar of twintig later, toen Nel en ik voor het eerst samen een Nachtmis bijwoonden. Hadden we ons extra opgedoft, maar zaten we in een zijbeuk van de kerk achter het nonnenkoor tegen een grote pilaar aan te kijken. Konden we alles horen maar niets zien, maar was het allemaal erg mooi, al raakte ik er lang niet zo ontroerd van als tijdens de bezetting in Soerabaja. Toen de cellen zo vol zaten dat we op de smalle omloop van het cellen blok gedirigeerd werden en door een van de traliedeuren konden zien hoe een paar kerels met snippers zilverpapier een kinderlijk primi tief kerstboompje op de zijmuur van hun cel hadden geplakt. Was even slikken. Maar voelde ik me kort voor het Staakt het Vuren opgelaten toen ik aan de Kommering gedetacheerd was bij een KL-compagnie. En als korporaal van het KNIL pontificaal op de voorste rij bij de compagniesstaf mocht zitten bij een door de NIWIN geor ganiseerde cabaretvoorstelling van artiesten uit Holland. Zat ik daar als enige sinjo en werd ik na afloop uitgeno digd voor een afzakkertje. Werd het erg laat, maar kan ik me nog wel herinneren dat ene Sylvain Poons tot de artiesten behoorde en er iemand bij was die bijna uit zijn stoel viel en nogal plechtig zei: 'Die mensen moeten we in ere houden.' Dacht ik nog even: wie bedoelt ie met 'die mensen' maar viel ik al knikkebollend in slaap. Er lijkt geen einde te komen aan de uitbarstingen van ge weld die massa's vluchtelingen grenzen doen doorbreken en zeeën trotseren om een goed heenkomen te zoeken. Mogen we daarom blij zijn dat we het al heel lang goed hebben, onvoorstelbaar goed zelfs in vergelijking met tal van Indische ouderen die tijdens WO II en de Bersiap om allerlei redenen waar ze geen vat op hadden hun pas poorten, geboorteakten of ander papieren kwijtraakten en na de soevereiniteitsoverdracht niet konden bewijzen dat ze Nederlanders waren. Hun rechten verloren, als 'Loten van Neerlands Stam' door Nederland genegeerd werden en door Indonesië bestempeld als stateloze kas te. Zich zo een mensenleeftijd staande moeten houden, zonder pensioen, zorg of sociale voorzieningen, in onder komens die de naam krot niet waard zijn, maar ondanks alle misère een bijna ontroerende trouw aan de dag leggen voor Nederland. En Nederland zich daar niets van lijkt aan te trekken. Is het maar goed dat er stichtingen en particulieren zijn die zich alle moeite getroosten om die noodlijdende Indische ouderen aan een menswaardig bestaan te helpen. Er ook vrijwilligers zijn die alle moeite doen om uit te vinden in welke stad zij zich ophouden en hen waar mogelijk bezoeken. Ik zou best even terug willen naar tempo doeloe, om tegen die ene artiest van dat Nederlandse cabaretge zelschap aan de Kommering te zeggen: 'Die mensen moeten we in ere houden.' Ik bedoel die vrijwilligers, niet die bobo's in Den Haag. Alvast prettige feestdagen en niet te veel eten. P-W?' Jack Poirrié werd geboren in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. DECEMBER 27 Moesson #6 december.indd 27 23-11-16 12:13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 27