'Dit beeldje vond mijn moeder rond1920 bij Modjokerto in een ruïne van een tempeltje. Een soort van roofkunst dus. Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn of haar familie-poesaka. Dit keer Jan Kees van Kooten. Gevonden door C.P.van Amstel Bij Mojokero (J) circa 1920 Het vrouwtje heeft mijn hele jeugd op haar bureautje gelegen tussen enkele zilveren voorwerpen van haar grootmoeder. Het zilverwerk werd later gestolen bij een inbraak. Het vrouwtje vonden de inbrekers kennelijk zonder waarde, want ze namen het niet mee. Later hoorde ik dat het eigenlijk een mannelijke Hindoepriester voorstelt. Na mijn moeders overlijden heb ik het op een sokkeltje gezet. Voor mij is het een herinnering aan mijn moeder en de njai waarvan zij afstamt. HEB JE EEN VOORWERP DAT JE KOESTERT OMDAT HET VERTELT OVER JE EIGEN INDISCHE FAMILIEGESCHIEDENIS? En wil je ook in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611. DECEMBER 33 Mijn Poesaka Moesson #6 december.indd 33 23-11-16 12:13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 33