HET JAAR 1960 'INTUSSEN STIJGT DE NOOD IN INDONESIË. DE ZWARTE WOLKEN VAN POLITIEKE CONFLICTEN DREIGEN AAN DE HORIZON. WIE ZAL STRAKS ONZE BROEDERS EN ZUSTERS, ONZE STAMGENOTEN, BESCHERMEN?' dat vraagt al voor de derde maal het alleen staande meisje Josephine Martherus. Tweemaal werd haar verzoek ijskoud afgewezen. Haar vader is intussen overleden. Zij is ontslagen. Haar broer en zuster zijn in Nederland. Zij mag niet. Waarom niet? Hier is bitter onrecht!!! Intussen stijgt de nood in Indonesië. De zwarte wolken van politieke conflicten dreigen aan de horizon. Wie zal straks onze broeders en zus ters, onze stamgenoten, beschermen? Kan er werkelijk nog tijd zijn voor een onverstoorbaar kopje koffie bij de televisie? Is er werkelijk geen tijd vrij, geen energie over, is het heus te koud, is er werkelijk geen geld over om te helpen? Uw plicht: Steunt de Nationale NASSI-actie Gireer naar 8118, Laan van Meerdervoort 1580, Den Haag. Schrijf ingezonden artikelen in kranten. Pleit eindeloos bij al Uw kennissen. Beleg protest-vergaderingen. Houd inzamelingen. Wees Indisch groot van hart. Ook kun je NASSI steunen door het kopen van kleinoden, zoals het roestvrijstalen lepeltje van 12 centimeter lang, waarop het embleem van de NASSI, voorstellende een helpende hand die een verdrinkende spijtoptanten-hand uit de dreigende golven trekt. De lepeltjes worden in 1960 voor 1 gulden (plus 10 cent verzend kosten) verkocht 'verpakt in een keurig doos je'. De opbrengst gaat naar het Comité Nati onale Actie Steunt Spijtoptanten Indonesië. Naast NASSI-lepeltjes, zijn ook lucifersdoosjes, kerstkaarten, speldjes, kalenders, sleutelringen verkrijgbaar en zogenoemde terracotta's: een drietal tegels van terracotta met scènes van spijtoptanten door beeldhouwster Wies van Vianen. De versoepeling van het toelatingsbeleid voor spijtoptanten is grotendeels aan NASSI te dan ken, maar ook aan de Nederlandse media die het drama van de spijtoptant feilloos oppikte. Het spraakmakende Dossier Karpaan, een hoorspel uitgezonden op 11 juni 1961 door de NCRV, was zeer succesvol. Een andere belang rijke taak van NASSI was het verlenen van hulp en bemiddeling bij het aanvragen van visa. Zij richtte hiervoor samen met de Stichting Hulp aan landgenoten in Indonesië (HALIN) het Visumadviesbureau op. Het lijkt vanzelfsprekend, maar waarom zette Tjalie zich in voor de NASSI? Hij hield zich tenslotte altijd verre van de politiek. Maar voor Tjalie waren de spijtoptanten juist slachtof fers van de wereldpolitiek en móest hij iets voor deze Indo's doen. Maar toen de kwestie van de spijtoptanten ook door NASSI te veel gepolitiseerd werd, stopte hij de NASSI-ru- briek in Tong Tong. 'Voor het nationale aspect werd Indonesië de grote boeman en waste het fout-loze Nederland zijn handen in onschuld', schrijft Tjalie op 28 februari 1963. Net als Cees Stolk vond hij dat het spijtoptantenprobleem slechts één verantwoordelijke kende: de Nederlandse regering die bij monde van Hoge Commissaris Lamping Indo's had opgeroepen warga negara Indonesia te worden en hen daarna had laten barsten. De NASSI heeft bestaan tot 1 september 1969. Toen werd het NASSI-adviesbureau gesloten vanwege het teruglopende aantal aanvragen. Geschat wordt dat het spijtoptantenbeleid in de periode van 1956 tot 1969 voor tussen de 22 duizend en 25 duizend personen de komst naar Nederland alsnog mogelijk heeft gemaakt. Zij waren de gelukkigen, want nog altijd wonen er in Indonesië onder erbarmelij ke omstandigheden Indo's die het niet gelukt is naar Nederland te komen. Een korte versie van dit artikel (met literatuurlijst en noten, lekker!) verscheen in de Catalogus van Museum Bronbeek. DECEMBER45 Moesson #6 december.indd 45 23-11-16 12:13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2016 | | pagina 45