'VOOR IEDERE INDO DIE ZIJN OMA TJANG VERBORG, IS ER OOK ÉÉN DIE HAAR NIET VERBORG' paar maanden eerder maakte Wekker zich in Nederland al ongeliefd met White Innocence. In White Innocence stelt Wekker dat racisme is ingebed in het Nederlandse 'culturele archief' - een soort collectieve etiquette (minus be leefdheid) met ingebedde vooronderstellingen over superioriteit, over ras, over seksualiteit bijvoorbeeld, waarlangs onze samenleving is georganiseerd. Dit culturele archief, gevormd tijdens de hoogtijdagen van Nederlands im perialisme, zorgt voor uitsluiting van 'anderen' (zwart-moslim-migrant-vluchteling) en voor wit als de norm. De term white innocence, wit te onschuld, slaat kort gezegd op de algehele ontkenning van dat er in Nederland iets zou bestaan als witte privileges, de ontkenning van ras als beperkende factor binnen de Neder landse maatschappij, want het heersende zelf beeld van Nederland is dat van een tolerante, rechtvaardige natie. In 1951 kwam het gezin Wekker vanuit Suri name naar Nederland en moest net als Indo's dansen naar de pijpen van maatschappelijk werk. Als kind was Gloria een bezienswaardig- heid, als moeder werd ze aangezien voor de nanny, als VWS-adviseur voor de dame van de garderobe. In Gloria's boek worden Indo's ('The descen dants of white men and indigenous women, who formed an intermediate stratum between whites and indigenous people in the colony, and for whom it was no longer safe after World War II, to stay in Indonesia.') genoemd als de enige groep die het stigma van alloch toon heeft weten te ontsnappen. Waarbij allochtoon een gefabriceerde term is voor een niet-blanke nieuwkomer. Wow, knap, kun je denken. High five! Maar... is het wel een compliment? Want een leerling van Gloria zei dat Indo's door hun koloniale verleden heel veel kenmerken van white innocence in zich dragen. En uit de verdere afwezigheid van Indo's in het boek, mag je eigenlijk wel concluderen dat we op één hoop worden gegooid met white innocence-lijders. Ineens gaat het er dus niet meer om of we zélf zijn uitgescholden voor pindapoepchinees, maar hoe wij op medemigranten, op 'de ander' neerkijken. Als allochtoon in Nederland moet je kiezen: you're in or you're out. Speel je het spel mee of niet? Kun je uitwendig doorgaan voor een Hollander? Kun je je etnische achtergrond reduceren tot 'een kleurtje'? Heb je geen gek mutsje op? (Een NRC-columnist die Wekker bekritiseerde, kon het niet laten haar haardracht en outfit daarin te betrekken en voerde aldoende het bewijs van haar stelling aan.) Volgens Wekkers theorie zijn Indo's met hun Europese ach ternaam, christelijke religie, goede opleiding en ABN dus de ultieme incast. En als onge vaarlijke allochtoon bovendien populair in reclamecampagnes, omdat we de schijn van exotisme, van tolerantie wekken, maar toch een mainstream publiek aanspreken en met een glas wijn op de foto kunnen. Must choose! You're in or you're out. Indo's hebben voor 'in' gekozen. Een beslissing die we niet in de jaren vijftig namen, maar veel eerder. De overlevingsstrategie in Indië. Wat hebben we opgeofferd om uit de kampong te kunnen ontsnappen? Oma tjangs zijn verbor gen gehouden (Solose prinsessen daarge laten), mensen zijn er voor gestorven in de oorlog en ons land van herkomst moesten we achterlaten. Maar voor iedere Indo die zijn oma verborg, is er ook een Indo die haar niet verborg. Is er een Ernest Douwes Dekker met zijn multiraciale Indische Partij, een Pieter Dahler ('Kijk in de spiegel en zie uzelf!'), een Dominique Berretty die voorin de kerk zat met zijn Javaanse moeder, een vasthoudende Henk Rath in Tilburg, een Tjalie die bij zijn moeder in de keuken ging eten. Of, zo je wilt, een Johan Sleurink die de ambtenaar van maatschap pelijk werk een beuk verkocht toen die bij controle liep te zeuren dat er een schildpad op het balkon liep (het was een verrassing voor zijn dochters verjaardag). Is dat wat Indo's doen - ook in de media - je Indoschap reduceren tot een kleurtje? Alleen in Moesson vertellen over je achtergrond? In het geheim, onder ons, zonder gevolgen? Bol- kestein riep: 'Moet ik dan op straat zeggen: ik ben Indo?' Een meesterlijke quote die wel op de cover móest. 'Ja!' reageerde iemand (ja jij, Peter Schmitt) op Facebook: 'op straat, in het restaurant, Binnenhof, supermarkt. OVERAL.' Is het zoals Ratelband en Van Dis zeiden: je doet jezelf tekort als je zegt dat je alleen Indo bent? Of is het omdat een Indo, geconfron teerd met zo'n overmacht aan onverschillig heid en desinformatie, z'n schouders ophaalt? Soedah, laat maar. Toenmalig vicepremier Laurens-Jan Brinkhorst concludeerde jaren ge- 40 MOESSON Moesson #7 januari 2017.indd 40 23-12-16 16:31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 40