NACHTVLUCHT Java dit vliegtuig-. De route verder via Magelang, de Boroboedoer, Djokja en Banjoewangi. Vervolgens werd koers gezet naar Broome, waar om 14.15 uur geland werd. De vierde en laatste vlucht werd, met dezelfde crew en vliegtuig, uitgevoerd op 30 januari 1945 naar Tjilatjap om foto's te maken. Op zich was de vlucht al heel gevaarlijk. Maar er was een extra probleem: de brandstof. Vanwege de enorme afstand (zo'n 2250 mijl) die de B-25 bommenwerper moest afleg gen, bevond zich achterin de staart van het vliegtuig een extra 184-gallon benzinetank. Tevens waren er 23 blikken met ieder 4 gallon brandstof aan boord. Deze blikken stonden allemaal in de kruipgang tussen voor- en achtercompartiment. Eerst zou de extra tank worden leeggevlogen waarna de inhoud van de blikken met een trechter in deze tank zou worden gegoten. Na gebruik zouden de lege blikken door het fotoluik naar beneden wor den geworpen. Hans van der Heiden, zoon van de overleden tweede piloot sergeant-majoor Ed van der Heiden (van de andere vlucht), las hierover in het dagboek van zijn vader nog een interes sant verhaal: 'Als mijn vader over zijn schouder naar achteren keek, zag hij Dick Stellema die de blikken met benzine in de grote brandstof tank leeggoot. Stellema had bij het zoveelste blik gemerkt dat het overgieten van de brand- stuf veel sneller ging als je het blik onder steboven in de trechter zette en vervolgens met een bajonet een gat in de bodem stak. Dit was volgens hem geen probleem want de blikken werden, zodra ze leeg waren, toch meteen overboord gesmeten. Allemaal ballast nietwaar! Wat hij zich niet realiseerde, maar mijn vader maar al te goed, was dat met al dat overhevelen van brandstof het hele vliegtuig vol hing met benzinedamp. Eén vonkje van de bajonet op het metaal van het blik zou vol doende geweest zijn om het vliegtuig te laten ontploffen. Dan hadden ze helemaal geen Japanners nodig om niet meer thuis te komen. Mijn vader heeft boven alle lawaai en tumult Stellema toch duidelijk weten te maken dat hij daar subiet mee moest stoppen.' Frouwien en Abel Oldhoff konden twee nog levende bemanningsleden van de vier vluch ten opsporen en zorgden er in augustus 2005 voor dat zowel Van Praag als Stellema alsnog in het zonnetje gezet werden. Beiden kregen een oorkonde en een fles whiskey voor het wonder dat zij verricht hadden. Op Bronbeek werd een dankbaarheidskrans gelegd bij het KNIL monument. Hierbij waren familiele den van de overleden bemanningsleden en oud-geïnterneerden aanwezig. Abel Oldhoff was blij dat deze dappere mannen herdacht werden: 'Ze verdienen het dubbel en dwars.' En zo is het. MAART 41 Moesson #9 maart 2017.indd 41 21-02-17 15:36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 41