Net als je denkt dat het griepseizoen over is,
slaat het virus toe. Tja, in maart kan het soms
behoorlijk fris zijn. Als ik griep heb, grijp ik te
rug naar het medicijn der medicijnen: een por
tie loeihete soto ajam. Zelf scheur ik gewoon
een zakje open en klooi ik wat met kipdijfilet,
maar mijn moeder maakte de boemboe zelf en
nam de tijd om bouillon te trekken. Gekookte
eitje erbij, taugé, gebakken uien, selderij en
rijst. Wat spinazie doet voor Popeye, doet soto
voor de Indo: bij iedere hap voelen we ons
sterker. Om het genezingsproces te versnellen,
deed mijn moeder er een scheut citroensap
bij. 'Dat zal dat virus leren.'
Maar dat was niet het enige. Voordat ik ging
slapen, kwam ze op haar pantoffels naar
boven. Ze checkte mijn temperatuur, woelde
door mijn haar en draaide een pot obat matjan
of een fles kayu putih open. Negen van de
tien keer was dat trouwens tijgerbalsem. De
kayu putih leek altijd net op te zijn. Even een
nieuwe fles kopen was er toen niet bij; de olie
was toen lastiger te krijgen dan nu.
Enfin, de obat dus. Terwijl ik extra sloom keek,
wreef ze een lik tijgerbalsem op mijn borst en mijn rug.
Aan het eind smeerde ze het spul op mijn slapen en op
mijn voorhoofd, precies tussen mijn ogen. Ik baalde van
het moment dat ze 'nou al' zei. Daarna ging het licht
uit en liet ze me achter in een bedwelmende geur van
menthol en kamfer. Haar massages konden mij niet lang
genoeg duren. Dat was vooral omdat ik het zo gezellig
vond. Lekker met zijn tweeën, zij een beetje babbelen, ik
een beetje zeuren. Voor die minuten samen nam ik de pijn
voor lief. Want wat kwam er een kracht uit de handen van
die kleine vrouw. Ze was en is zoals veel van haar Indi
sche generatiegenoten: ogenschijnlijk kwetsbaar, maar
stiekem sterker dan de gemiddelde bootwerker.
Patricia Jacob is culinair journalist en blogger.
Op www.amsterdambitestodiefor.com
beschrijft zij de beste pittige, hartige en zoete
hapjes van haar woonplaats Amsterdam.
Moesson #9 maart 2017.indd 43