INTERVIEW Max Daniel maakt al jaren deel uit van de top van de politie. Hij pleit voor meer diversiteit binnen het politiekorps, maar ook voor meer duidelijkheid. 'Etnisch profileren doe je altijd.' DOOR RICCI SCHELDWACHT FOTOGRAFIE JAN BUWALDA Max Daniel (Soerabaja, 1957): 'Mijn ouders zijn alle bei Indisch. Mijn vader is geboren in Pasoeroean. Mijn moeder in Semarang. Ikzelf in Soerabaja. Toen de oorlog uitbrak was mijn vader dienstplichtige bij het KNIL. Hij werd als krijgsgevangene afgevoerd naar Nagasaki, waar later een atoombom is gevallen. Daar heeft hij in het jappenkamp gezeten. In Nederland heeft hij gewerkt bij de BASF. Hij is vroeg overleden. In 1970. Ik was dertien jaar oud. Mijn vader sprak nooit over het jappenkamp. Ik hoorde weleens wat van iemand die hem uit die tijd kende, maar ik wist nooit hoe serieus ik die verhalen moest nemen. Mijn moeder heeft ook in het kamp gezeten. Zij vertelde er juist heel veel over. Over de luizen. Over hoe de jap pen mensen straften die iets gedaan hadden en dat ze dan allemaal moesten toekijken. Hoe ze aan eten kwa men. Dat ze saté maakten van slakken. Dat ze kleding verkocht op een stok. Die hield ze in de lucht omdat ze zo klein was. Als iemand iets kocht, hadden zij weer wat APRIL 13 Moesson #10 april 2017.indd 13 29-03-17 18:44

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 13