'IK BEN VOOR MIJN WERK DE HALVE
WERELD OVER GEWEEST, MAAR DE
BEHOEFTE NAAR INDONESIË TE
GAAN HAD IK NOOIT'
geld voor eten. Die verhalen vertelde mijn moeder als
het thuis over dankbaarheid ging. Mijn moeder gooide
nooit iets weg.
Ik had niks met Indië. Mijn ouders vertelden dat ze er
een fantastisch leven hebben gehad, maar een hele
slechte tijd toen ze als Indische mensen weg moesten uit
Indonesië. Ik ben voor mijn werk de halve wereld over
geweest, maar de behoefte naar Indonesië te gaan had
ik nooit.
In 1997 werd mijn moeder 70. Ze was al teruggeweest
met haar zusters en toen dacht ik: nu ga ik zelf een back-
to-the-roots-reis met haar maken. Voor haar. Mijn vrouw
zei altijd: 'Dat moet je met je moeder doen.' Eerst wilde
ik met het hele gezin gaan, maar de kinderen waren nog
te klein en het was destijds gewoon te duur om met de
hele clan te gaan. Ik ben met mijn moeder twee weken
door Indonesië getrokken.
We zijn naar haar ouderlijk huis geweest. Mijn opa had in
Semarang een garagebedrijf. Garage De Vries. Met heel
veel moeite hebben we die teruggevonden. Mijn moeder
herinnerde zich het riviertje dat er voorlangs liep. De
boom op hun patio stond er nog. Maar verder was het
een bouwval. Onder planken hebben we de smeerput
van de garage gevonden. We hebben de nonnenschool
bezocht waar ze naartoe ging. Na de oorlog is ze met
de familie in Soerabaja terechtgekomen en daar heeft
ze mijn vader ontmoet. Voor haar was het een bijzonder
emotionele reis en voor mij daarom ook.
Ik ben toen echt verliefd geworden op dat land. Ik vond
het er zo verschrikkelijk mooi. Toen ik terug was, heb
ik tegen mijn vrouw gezegd: Zodra de kinderen groter
zijn, gaan we naar Indonesië. In 2006, dus negen jaar
later, zijn we zes weken gegaan. We hebben toen ook
de plaatsen bezocht waar de ouders van mijn vrouw
hebben gewoond. Haar vader komt uit Bandoeng en
haar moeder uit Malang. Mijn vrouw is van Indische kom-
14 MOESSON
af maar een geboren en getogen Amsterdamse. Haar
moeder heeft een Hollandse vader en een Indonesische
moeder. En van vaderskant zijn haar opa en oma allebei
echte Indo's.
We zijn met de jongens overal geweest. Naar Jakarta,
Bandung, Malang, Semarang, Surabaya, Pasuruan, we
hebben de Borobudur bezocht, Yogyakarta. We eindig
den onze reis op Bali. Mijn vrouw heeft jarenlang voor
een tandarts gewerkt en die had gezegd: 'Als je op Bali
bent, moet je zeker Lombok bezoeken.' Hij had daar een
huis gebouwd. Toen hebben we de overtocht naar Lom
bok gemaakt. Voor drie dagen. Ik ben toen compleet
verliefd geworden op Lombok. Dit jaar gaan we er voor
de twaalfde keer heen.
In Nederland ben ik klein met mijn 1.74 meter, maar daar
steek ik boven het gemiddelde uit. De mensen daar zien
meteen dat ik westers ben, maar als ik rondloop in mijn
sportbroekje en op teenslippers denken toeristen vaak
dat ik van daar ben. Op Lombok heb ik een vissersbootje
gekocht. Want ik vis graag. Ik heb er wel een buiten
boordmotor op gezet. En ik heb een hele 'dure' visuitrus-
ting van wel tien hengels ernaartoe gebracht - allemaal
van de Lidl en de Action. De mensen op Lombok gebrui
ken mijn boot voor hun eigen visvangst, maar ze gaan
ook met toeristen varen. Ik heb een contract gemaakt:
tien procent van de opbrengst is voor mij. Afgelopen
jaar was dat 53 euro. Dan moet ik een beetje bijleggen
en dan heb ik weer net genoeg voor verf, epoxy en het
onderhoud van de motor.
We hebben onze twee zoons als Indo's opgevoed. Met
de eetcultuur, gastvrij zijn, respect voor ouderen, je
bescheiden opstellen en niet opscheppen. Net zoals mijn
ouders mij hebben grootgebracht, met dit verschil dat
mijn jongens assertiever zijn opgevoed dan ikzelf. Wij
kregen vroeger klappen. Nou ja, ik. Mijn zusjes nooit.
Ik heb twee zusjes. Een boven mij en een onder mij. Ik
kreeg klappen maar ik ben nooit mishandeld. Ik ben er
groot mee geworden. Toen heb ik me voorgenomen: als
ik later kinderen krijg en het zijn jongens dan krijgen ze
ook klappen. Ik moet de eerste nog uitdelen. Ik was een
druk kind. Ik heb de halve tijd van de lagere school op
de gang doorgebracht. Nu zou je ADHD hebben, denk ik.
Mijn vader en moeder spraken goed Javaans. Mijn vader
was donker en daarom kon hij na de oorlog relatief lang
Moesson #10 april 2017.indd 14