I I COLUMN Deze ..Mand een gouwe ouwe van Jack Poirrié •?:i 'V M 'W- 'II 3i; 'T tv *ti Poirrié's Perikelen We hebben ook nog een tijdje met een paar Brencarriers aan de wegkruising van Babat Banjoeasin gelegen, in twee houten huisjes met aan de overkant een Chinese toko en verder altijd vers vlees, want er zat daar wild zat. Rustig was het daar ook, behalve als de olifanten 't op hun dikke heupen kregen, dan kon je 's nachts in de bossen rondom horen stoeien en moesten de Verbindingsjongens er weer uit om de omver geduwde houten telefoonpalen ander maal in het gareel te zetten. Volgens de kampongbevol king zwierf er ook een solitair rond die al heel wat onheil had gesticht op de afgelegen talangans. Niemand had hem ooit te grazen kunnen nemen, zelfs de jap niet. Uit gemaakte zaak, dat enkele verontwaardigde Gadja Merahs dit niet op zich wensten te laten zitten en besloten die so litair tot de orde te roepen. Het werd een nachtpatrouille, naar ik meen vijf man sterk met als hoofdbewapening een Bren en de rest Lee Enfields. Van het verwarde relaas dat we de dag daarop te horen kregen, weet ik me nog slechts enkele saillante details te herinneren. Ze hadden hem wel opge spoord, of hij hun, in ieder geval werden ze op een talangan door hem overlo pen. De Brenschutter schijnt nog een vuurstoot recht omhoog gegeven te hebben en toen spoot de jachtclub koetjar-katjir alle kanten op. Twee sprongsgewijs reti rerende jagers moeten elkaar door hun we derzijdse gekraak en gestommel hebben aangezien, of liever aangehoord, voor de solitair en zo de bush-bush ingevlogen zijn, totdat één van hen tegen een dikke boom tot stilstand kwam en de ander in letterlijk vliegende vaart het midden van een twee meter lager liggend stroompje bereikte. Fraai was ook het verhaal van de optimist, die tot boven in een boom klom, toen ontdekte dat het maar een boompje was dat onder zijn gewicht tot de grond toe doorboog waardoor hij weer gewoon kon afstappen en naar een volgende boom ren nen. Allemaal waren ze het er over eens, dat het een zeer uitgekookte solitair was. Terwijl allen aan het rondrennen waren, stond hij geduldig aan de bosrand te luisteren, om dan bij het minste gerucht als een sneltrein er op af te denderen. Net zoiets als blindemannetje dus. De paar bij deze actie zoekgeraakte geweren werden later allemaal terug gevonden. Nog wat later was iedereen pisnijdig, al had dat niets met de solitair te maken. Een clandestiene keplek-derby tussen enkele van de olifan tenjagers en een paar plaatselijke djago's werd volledig verstoord door een kudde dikhuiden die zich massaal en uitgebreid de ruggen ging staan krabben of schuren tegen het overbevolkte gokhuisje. Niemand werd gewond, maar de concentratie was natuurlijk weg en de djago's streken hun winst op. Olifanten zijn mooie dieren, maar dan wel in een dierentuin, of heel klein en van textiel, als mouwem bleem. Jack Poirrié werd geboren in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. APRIL 17 Moesson #10 april 2017.indd 17 29-03-17 18:44

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 17