'Als de orchideeën
bloeien, ween ik haast
van liefdes smart.
Want ik kan niet bij je
wezen, g'lijk weleer,
mijn lieve schat.'
HET JAAR 1967
Niet een, twee of drie, maar vier keer repatriëren.
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de Toegoenezen zich na een
reis om de wereld voorgoed vestigden in Nederland. Tijd voor een
mooie reünie. Met krontjong natuurlijk.
KRONTJONG
TOEGOE
Soundtrack van een odyssee
DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK
FOTOGRAFIE PETER SCHENKEL
'Godsdienstig, saamhorig en muzikaal.' Dat
zijn de kernwoorden waarmee Eddy Pendjol
uit Hoogeveen zijn mensen omschrijft. Het
waren de Mardijkers, nazaten van vrijgemaakte
Portugese slaven uit Malakka, die in 1661 met
toestemming van het bestuur van Batavia ten
oosten van de stad, bij Toegoe, een nederzet
ting bouwden. Voorouders van die Mardijkers
kwamen onder meer van de Zuid-Indiase
kusten van Malabar en Coromandel, waar de
Portugezen de baas waren, maar ook Angola
wordt genoemd.
Toegoenezen zelf beschouwen het jaar 1678
als oorsprongsjaar van hun gemeenschap: het
jaar dat ze geëvangeliseerd werden van het
katholicisme naar het protestantisme door
Melchior Leijdekker, de Zeeuwse predikant en
eigenaar van het land Toegoe. De christelijke
gemeenschap in Toegoe telde in Leijdekkers
tijd 800 zielen. Op verzoek van de Toegoene-
zen, die het aan een leermeester ontbrak, was
in 1676 al de 'inlandschen leraar' Dominggus
Pietersen aangesteld. Nog altijd staat de
strenge, gereformeerde kerk, de Gereja Tugu
uit 1748 stevig op zijn plek als bewijs van die
glorietijd.
Allengs veranderde de voertaal van Portugees
naar Maleis, maar de Portugese afkomst bleef
gecultiveerd - in muziek, kleding - en een
Portugees-Maleise mengtaal bleef eveneens in
gebruik. In de loop der jaren was er vermen
ging met Burgers ('eene tusschenklasse van
personen van allerlei ras en mengras, zoveel
mogelijk afgescheiden van de inheemsche
bevolking'), maar ook met collega-christenen
uit Depok, en met godsdienstonderwijzers
die werden aangesteld in Toegoe vanuit de
Molukken en de Minahassa. Daarom komen
we bij Toegoenezen achternamen tegen als
Quiko, Abrahams, Michiels, Cornelis, maar ook
Pendjol of Tomasouw. In de Encyclopaedie
van Nederlandsch Oost-Indië lezen we over
de Toegoenezen: 'met een zekere voorliefde
beoefenen allen het bespelen eener soort gi
taar, gewoonlijk krontjong geheeten, die in het
dagelijksch leven telkens te pas komt.'
Dan, in 1840, worden de christelijke Toegoene-
zen wettelijk gelijkgesteld met de klasse van
'niet-christelijke Inlanders' en verliezen zij hun
privileges zoals registratie bij de Burgerlijke
Stand. Ze worden steeds onzichtbaarder en
Het Verslag van de Protestantse Kerken in
Nederlands-Indië registreert in 1905 nog
slechts 58 christelijke Toegoenezen.
Maar die krontjong, die zou bakermat Toegoe
onsterfelijk maken. De Mardijkers uit Malakka
namen hun muziek mee naar Batavia, en die
muziek had als basis de Portugese Mourescu,
muziek met Moorse invloeden. Pas eind ne-
JUNI 39