Bijgekomen van de eerste schrik - ondanks diverse pogingen mijn komst aan te kondigen is dat blijkbaar niet overgekomen - tornt ze ons mee naar binnen in haar eenvoudige huisje. We gaan op de houten vloer zitten terwijl ze snel mierzoete thee maakt, achter op het vuurtje. Mijn hele jeugd was Mia dagelijks bij ons thuis te vinden, waar ze mijn moeder hielp met de was, het voor bereiden van het eten, het bakken van brood en stiekem mij en mijn broertjes verwende met lekkernijen. Het nieuws dat de dochter van bapak en ibu Boersma in het dorp is, gaat als een lopend vuurtje. Een week lang zitten er van zes uur 's ochtends (ahhhhh laat me alsjeblieft slapen) tot elf uur 's avonds mensen op de veranda. Collega's en studenten van mijn vader, vrouwen die mijn moeder naailes heeft gegeven, vriendjes van mijn broertje die verhalen over zijn streken van vroeger vertellen. Dat hij altijd zo nakal was en zelfs een meisje uit het dorp heeft beschoten met pijl en boog. Urenlang worden er herinneringen opgehaald. Gelukkig spreek ik dankzij mijn studie nog Indonesisch, maar het is lastig om de hele gesprekken te vertalen voor mijn vriend. Eeuwige spagaat Als er even geen bezoek is, neem ik mijn vriend mee en laat hem het hele dorp zien en vertel honderduit. Achter elke klapperboom ligt een herinnering. Als het 's middags verzengend heet is zoeken we verkoeling in de grote bruine kali, net zoals we dat vroeger dagelijks deden. 's Avonds bewonderen we de weergaloos mooie sterrenhemel zoals die alleen hier is. De week vliegt voorbij. Ik ben gelukkig. En toch, toch realiseer ik me dat ik hier nu, als volwassen vrouw, niet zou willen wonen. Daar voor is het te afgelegen, te ver van familie en vrienden in Nederland. Het is een eeuwige spagaat die ik altijd zal blijven voelen. Of ik nou in Papua ben of in Nederland, altijd is daar dat zacht knagende verlangen naar mijn andere thuis, duizenden kilometers verderop. Ik zal altijd het Hollandse meisje van de schapenboerderij blijven net zoals ik altijd een blonde Papoea zal zijn. We idealise ren en romantiseren onze herinneringen, wordt er wel gezegd, en ik denk dat dat waar is. Niet voor niets ben ik hier in Boma sinds ons vertrek in 1995 nu al drie keer teruggekomen, en niet voor niets keer ik ook altijd weer terug naar Nederland. Een kleine propellervliegtuigje brengt ons de volgende morgen terug naar de bewoonde wereld. Ik laat hier een stukje van mezelf achter en neem een stukje van Boma in me mee. Ik stap in, druk mijn neus tegen het raampje en fluister zacht: sampaijumpa. JULI 17 Moesson #1 juli 2017.indd 17 Life- 23-06-17 18:04

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 17