0 'DE WONINGEN DIE DE PERKENIERS LIETEN BOUWEN WACHTEN MET HUN RUIME VERANDA'S EN ACHTERGALLERIJEN GEMOEDELIJK OP EEN NIEUWE BESTEMMING' Een reis naar Banda moet je goed plannen. Twee keer per week vertrekt uit Ambon een motorboot die er zo'n zes uur over doet. Dat wil zeggen: in de maanden wanneer de Banda- zee, één van de diepste zeeën ter wereld, dat toe laat. Sterke wind en golven van soms vier meter hoog maken scheepvaart in de regentijd vrijwel onmogelijk. En vliegen gebeurt met motorvliegtuigen waarin nog geen twintig mensen passen. De vluchten kenmerken zich ook nog eens door een grote wisselvalligheid. Maar al die praktische beslommeringen vallen weg wanneer Banda eenmaal in zicht komt. De vulkaan Gunung Api domineert het zicht vanaf het meerendeel van de eilanden die samen de Banda-archipel vormen. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar de Banda-eilanden speelden in de zeventiende eeuw een belangrijke rol in de internationale politiek en de wereld handel. Dat kwam allemaal omdat Banda het oorsprongsgebied was van een van de meest 22 MOESSON gewilde specerijen van die tijd, de nootmus kaat. De geografische ligging, de bodemge steldheid met de vulkanische grond maakten van de Banda-eilanden de ideale plek voor de nootmuskaat die vanwege zijn medicinale en culinaire kwaliteiten hoge prijzen opbracht op de internationale markten. En dat wisten de Bandanezen, verenigd in dorpen die met elkaar in losse verbanden samenwerkten, maar al te goed. Ze ruilden hun nootmuskaat tegen goederen die door handelaren van elders, zo als Makassar, werden aangevoerd. Banda was daarnaast ook een regionaal handelscentrum waar botenbouwers uit Kei hun prauwen heen brachten. Vanuit Papua kwamen paradijs vogels, boomschors en andere waardevolle produkten. De Portugezen lieten er na de verovering van Malakka in 1511 dan ook geen gras over groeien en voeren direct door naar Banda en de Noord-Molukken om respectievelijk nootmuskaat en kruidnagelen in te kopen. Ze bouwden er ook versterkingen. Dat kwam de Nederlanders die hen aan het begin van de zeventiende eeuw verdreven, goed van pas. Zo is het grote fort Belgica op het eiland Bandan- eira van oorsprong een Portugees fort. Maar de Portugezen en de Nederlanders waren niet de enigen die belangstelling voor Banda hadden. De Engelsen vestigden zich op Run, een klein eilandje in de Banda-archipel. Pas bij de Vrede van Breda in 1667, deze maand precies 350 jaar geleden, gaven ze uiteindelijk hun aanspraak op Run definitief op. Perkeniers en slaven In de Nederlandse geschiedschrijving is Banda onlosmakelijk verbonden met Jan Pietersoon Coen die in 1621 in een bloedige oorlog de Bandanezen ten koste van duizenden doden onderwierp. Coen's biograaf Van Goor komt op een lager getal omgekomen Bandanezen uit dan de vaak genoemde vijftien duizend, maar het eindresultaat was dat het eiland Groot Banda ontvolkt werd. De overlevenden, van wie een klein deel naar Oost-Seram of de Kei-eilanden wist te vluchten, werden als slaaf afgevoerd naar Batavia. De gronden werden opgedeeld in plantages, perken genaamd, die door perkeniers werden geleid. Die perkeniers waren Europeanen die in dienst waren ge- Moesson #1 juli 2017.indd 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 22