ERNST JANSZ 50 JAAR MUZIKANT
INTERVIEW
Vanaf deze maand viert Ernst Jansz zijn vijftigjarige jubileum als musicus. Met een
nieuw boek, een nieuwe cd en een tournee over zijn hippietijd in het Brabantse Neerkant.
'In mijn jeugd ging ik overal tegenin. Maar daarmee ben je nog niet onafhankelijk.'
'Ik
val
ik
niet meer
Hieg
DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK
EN GEERT ONNO PRINS
FOTOGRAFIE AMKE
'Ik heb den goeden strijd gestreden', schreef Rudi Jansz
in 1945 vanuit zijn dodencel naar zijn vrouw. Tijdens de
Duitse bezetting zat Rudi in het Nederlandse verzet,
samen met veel andere Indische en Indonesische jon
geren. Zijn groep was echter verraden en hij wachtte op
het moment dat hij door de Duitsers gefusilleerd zou
worden. 'Ik heb den goeden strijd gestreden', diezelfde
uitspraak staat ook ergens op Java op een grafsteen, van
een zekere Pieter Jansz (1820-1904). Zendeling Pieter
Jansz kennen we van verschillende negentiende-eeuwse
woordenboeken Javaans. Ook was hij onvermoeibaar
publicist als het ging om kwesties als het Cultuurstelsel
en de handel in opium: 'God heeft bevolen: "gij zult niet
doden," en de Regering van Nederland levert jaarlijks
voor millioenen guldens het noodlottigst vergif aan de
ongelukkige Inlanders en stijft met dat vloekgeld hare
schatkist.' Pieters zoon Paulus Jansz, overgrootvader van
Ernst, is oprichter van de Indische krant De Telefoon, een
krant voor Indo's, een even idealistische als hopeloze on
derneming, die Paulus Jansz en later zijn vrouw dankzij
hun strijdbaarheid elf jaar in de lucht hebben weten te
houden, tot 1897.
Musicus Ernst Jansz, betachterkleinzoon, heeft het citaat
van zijn fathers' fathers' fathers' fathers in zijn nieuwe
boek De Neerkant neergeschreven. De Neerkant begint
OKTOBER 13
Moesson #4 oktober 2017.indd 13
27-09-17 17:42