INTERVIEW Jubileumtournee en toen hij zong was men het eens zo'n lied was nooit gehoord/ alsof de wereld was veranderd bij het horen van Bob's woord' verdwenen de wouden de dieren in het veld de zeeën dood vergiftigd door jouw geld de halve wereld crepeert door schulden aan jou meester van het geld is dat watje wou' ik was een hippie een hippie ben ik ooit geweest ik was een hippie ben het misschien nog steeds' het is mij om het even waar mijn graf of waar mijn as want er was niets in dit leven wat de moeite waard niet was' Boek, cd én bonus-cd De Neerkant verschijnen half oktober bij uitgeverij In de Knipscheer. De komende maanden treedt Ernst Jansz overal in het land op met zijn nieuwe programma De Neerkant, maar ook met zijn oude bands CCC Inc en Doe Maar. Tjek voor een actuele speellijst www.ernstjansz.nl. politieke overtuiging. In die inrichting had ik niets anders te doen dan mijn memoires te schrijven over de jaren zeventig. Aan ieder oorspronkelijk hoofdstuk heb ik nu commentaar toegevoegd. Dertig jaar geleden was mijn 75ste jaar nog oneindig ver weg. Nu niet meer... Lijk ik nu op mijzelf zoals ik toen dacht dat ik eruit zou gaan zien? Op de allerlaatste bladzijde staan mijn alter ego en ik in de spiegel naar elkaar te kijken.' 'Na Dromen van Johanna, waarop ik twaalf nummers van Bob Dylan had vertaald, kreeg ik lange tijd geen woord meer op papier. Ik had me zo intensief in Dylan ver diept dat ik dacht: kan ik nou nog iets vertellen wat de moeite waard is? Maar op een gegeven moment vroeg iemand me om voor een avond met protestliederen iets bij te dragen. Ik had wel een tekst geschreven, maar de muziek die kwam maar niet en toen vroeg onze dochter Luna: Zal ik het doen? En die schreef me toch iets prach tigs. Samen hebben we die avond opgetreden. Daarna ben ik op vakantie naar Sardinië gegaan. Op de gitaar die ik bij me had, borrelde ineens het ene na het andere liedje op. Zo zijn in korte tijd achttien liedjes ontstaan.' 'Ik maak nog steeds popmuziek, protestliedjes, maar niet per se met de vuist op tafel. In mijn tijd behoorde popmuziek toe aan de jeugd. Popmuziek was pop muziek omdat onze ouders die onzinmuziek van ons ver schrikkelijk lelijk vonden, net zo min als wij iets van hun muziek wilden weten. Het was protest. Maar inmiddels is dat helemaal veranderd. Dat is het mooie van deze tijd. Ik sta er echt van te kijken dat onze kinderen al die deuntjes zo goed kennen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig, alsof de muziek van hun is en dat is die ook! Wel jammer dat "de jeugd" niet iets voor zichzelf heeft, maar omgekeerd heel bijzonder dat oude mensen - waar ik mezelf helaas toe moet rekenen - nog een plek hebben in de popmuziek, zoals de Stones. Tijdens popfestivals lopen ouderen en jongeren door elkaar. Ik vind dat geweldig.' 'Ik dacht écht dat we een stukje aarde beter en mooier konden maken, maar het is niet gelukt. Wat ik heel erg vond, maar een aantal dingen zijn wél goed gegaan: Amnesty International, Greenpeace - voortgekomen uit eenzelfde gevoel. Ik blijf als onverbeterlijke wereldver beteraar trouw aan m'n hippie-idealen en ik koester nog steeds de illusie dat ons streven niet voor niks is geweest. Zonder je ogen te sluiten voor alle problemen, moet je op een positieve manier tegen de wereld blijven aankijken. Vooral voor jongeren is dat niet makkelijk, zij krijgen dagelijks zoveel negativiteit te verwerken. Onze zoon en dochter verzuchten wel 's: "In de tijd van de hippies kon je nog ergens voor strijden."' 'Dat ik nu zo onafhankelijk ben, is natuurlijk grotendeels te danken aan het succes van Doe Maar. Ik hoef niet meer elke dag opnieuw mijn dagelijks brood te verdienen, dus ik ben vrij in mijn muziek, een luxe die voor weinigen is weggelegd: als anderen wat ik gemaakt heb niet mooi vinden, dan breng ik het tóch uit. Vind ik het wel jammer dat niemand die muziek mooi vindt, maar ik doe het wel! En het is heerlijk om de krontjong, die ik gratis heb mee gekregen uit Indonesië, verder te ontdekken samen met geweldige muzikanten met wie ik mijn roots deel.' 'Hoe ouder ik word, hoe meer ik me losmaak van andere mensen, van de méning van andere mensen. In mijn jeugd ging ik juist overal tegenin. Maar daarmee ben je nog niet onafhankelijk. Kijk maar naar je puberteit: dat je je los wil maken van je ouders, maar je de banden juist bevestigt. Ik heb welbewust geprobeerd om familiepa tronen te doorbreken in mijn leven. Om niet, zoals mijn vader, de lasten die ik met me meetors op de schou ders van mijn kinderen te leggen. Om er zelf mee af te rekenen. Niet dat ik straks weg ben en dat mijn kinderen ermee rondlopen. Ik heb me mijn halve leven schuldig gevoeld naar mijn vader toe. Dat ik zijn geheimen moest bewaren, dat hij vond dat ik hem in de steek had gelaten. Daar heb ik geen last meer van. Heerlijk! Dat zijn indivi duele vrijheden. De enige verantwoording die ik moet afleggen, is tegenover mijzelf. Tegen niemand anders. Dat je kunt zeggen: Ik heb de goede strijd gestreden.' OKTOBER 17 Moesson #4 oktober 2017.indd 17 27-09-17 17:42

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 17