repeteerde ik met mijn twee echte broers aan de voorstelling Familiefeest, in de regie van Annemarie Oster. Veel ging er toen vanzelf en behoefde geen uitleg. Nu, met mijn twee nep- zusjes, bekruipt me tijdens het repeteren vaak hetzelfde gevoel. We hebben aan een half woord genoeg. Vinden elkaar in hetzelfde ge voel voor humor. Maar ook voor tragiek. Alleen waar mijn broers zwijgzaam waren, babbelen wij er altijd lustig op los. Maar misschien is dat wel gewoon het verschil tussen mannen en vrouwen. Tussen dat Indische kippenhok zit Paul Knieriem, onze regisseur, blond en Hollands welvaren. Vooral verbaasd en geamu seerd ziet hij het allemaal aan, maar regelma tig vraag ik me af of hij niet helemaal gek van ons wordt. Van ons gekibbel en gelach. Kibbelen en lachen Want kibbelen en lachen doen we. En ook veel eten. In het echt maar ook in de voorstelling. Bodil schreef een fantastisch ontroerend en hilarisch goed stuk over drie zussen die tot elkaar veroordeeld zijn in een service flat. De oudste Nonni (79) komt het huis niet meer uit (last van likdoorns en ook wel wat overge wicht) en is de hele dag bezig met koken. De middelste Titi (75) heeft een minnaar en is de meest zelfstandige van het stel, ze heeft een auto, is getrouwd geweest en doet de bood schappen. De jongste Son (71) is net als Nonni vrijgezel en een veelvraat. Ze blijft echter graatmager en vult haar dagen met het kijken naar Golden Girls en de leesmap die elke don derdag bezorgd wordt. We zien hoe de zussen samen leven, hoe ze zich voorbereiden op de komst van Broer, die zich al in geen tijden heeft laten zien maar nu dan toch echt weer eens gaat komen eten. Nonni is maar wat druk met de dengdeng blado, zijn lievelingsgerecht. Ondertussen zijn ze bezig met het opschrijven van hun familiegeschiedenis op verzoek van neefje Stef. Echter, met het in kaart brengen daarvan wordt er een familiegeheim ontdekt en dat brengt alles aan het wankelen. Hoe het afloopt, verklap ik natuurlijk niet! Maar dat Bo- dil zowel de grap weet te vangen als de traan laat vloeien, dat durf ik wel te beweren. Zelden las ik een eerste versie van een stuk waarbij ik hardop heb zitten lachen en verderop echt een brok van in mijn keel kreeg. Spijt had ik dus allerminst van mijn blinde toezegging. 42 MOESSON Moesson #4 oktober 2017.indd 42 27-09-17 17:43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2017 | | pagina 42