'IK BEN HALF INDISCH. IK BEN GEEN ECHTE INDO, SNAP JE, NOU JA, IK BEN HET WEL, MAAR IK BEN GEEN RASECHTE INDO' INTERVIEW de stress. Toen er weer een vacature vrijkwam in De Lindehof dacht ik: ik ga terug om eerst beter te worden. Ik geef mezelf daar twee jaar de tijd voor. Ik kreeg veel commentaar. In dat eetcafé was ik de chef, en nu ging ik terug naar mijn oude bedrijf voor minder geld en meer uren. Ben je gek geworden? Je hebt een gezin te onderhouden! Maar ik had het gevoel dat ik terug moest. Een jaar later kreeg De Lindehof een tweede ster. Voor mij was dat de bevestiging dat ik een goede keus had gemaakt. Niet dat ik die tweede ster bij elkaar had gekookt, maar ik maakte deel uit van het team dat daar verantwoordelijk voor was.' Naast de Q van Quincy, de naam van zijn zoon, heeft hij twee sterren op zijn onderarm laten tatoeëren. 'Die herinneren mij eraan dat ik op mijn gevoel af moet gaan en niet altijd met mijn hoofd moet denken.' Hij nam de stap om op eigen benen te gaan staan. Toen het eetcafé in Helmond de deuren sloot, opende hij met hulp van een investeerder op dezelfde locatie zijn eigen zaak. Daarna ging het razendsnel. Op een dag kwam een rapporteur van Michelin eten, die zich na afloop be kendmaakte en hem zei dat hij vanaf nu in de gaten werd gehouden. Hij kreeg een vermelding in de Michelin Gids. 'Geen ster, maar we zijn in the picture.' De GaultMilliau nomineerde hem voor talentvol chef 2018. 'Ik heb hem niet gewonnen, maar ik was wel een van de vijf genomineerden.' Hij was een van de veelbelovende jonge topkoks die werden gevolgd in de serie De nieuwe garde en hij werd gevraagd als jurylid in het RTL-programma Topchef Academy. In De nieuwe garde was ook te zien hoe hij zijn vader bezocht in de gevangenis van Vught. Toen die naar Nederland kwam voor de opening van het restau rant van zijn zoon, werd hij gegijzeld vanwege te veel onbetaalde rekeningen. 'Mijn vader wordt nu bestempeld als crimineel. Men sen hebben snel hun mening klaar, maar als jij niet op hetzelfde stuk grond gelopen hebt, kun je niet zomaar over iemand oordelen. Als jij niet weet hoe het is om nooit geld hebben, is het makkelijk praten. Mijn vader vond maar één ding belangrijk en dat was dat wij te eten hadden. Ik weet dat mijn vader geen crimineel is. Mijn ouders wonen in Sukabumi. Ze zijn daar zeven jaar geleden vanuit Nederland naartoe verhuisd. Mijn vader is geboren in Jakarta. Als kind is hij met mijn opa en oma naar Nederland gekomen, nadat zijn broertje tijdens het spelen op hem was gevallen en zijn been had verbrijzeld. Mijn vader moest geopereerd worden en dat kon het best in Nederland. Mijn opa en oma zijn toen hier met het gezin gebleven. Mijn oma sprak nog echt Indone sisch. Ik ben nog nooit in Indonesië geweest. Deze zo mer wil ik ernaartoe om een nieuwe lijn uit te stippelen. Ik wil echt met omaatjes meelopen en dan neem ik een notitieblok mee. Ik spreek geen woord Indonesisch. Ik ben in die zin heel Nederlands. Maar ik denk dat als ik in Indonesië rondloop er allerlei dingen loskomen. We waren met z'n zessen thuis. Ik heb drie zusjes en twee broertjes, allemaal jonger. De jongsten wonen nog bij mijn ouders in Indonesië. Een groot gezin met weinig geld. Mijn ouders deden creatieve dingen om het ons naar de zin te maken. Mijn vader werkte in een videotheek. Met Kerst nam hij de nieuwste films mee en dan gingen we allemaal met één zak chips de nieuwste films kijken. Ik ging op mijn vijftiende het huis uit. School vond ik niks. Lang wist ik niet wat ik wilde. Ik deed maar wat. Veel feesten. Drugs gebruiken. En intussen had ik allemaal rotbaantjes: zaagsel vegen, deurverkoop, post sorteren. Ik ben ook een jaar vuilnisman geweest. Werk dat weinig betaalt. Ik kocht alleen de goedkoopste dingen in de supermarkt. At elke dag bamisoep. Ik eet dat nu nauwelijks meer omdat ik dat te veel in mijn leven heb gegeten. Of rijst met sojasaus, nee geen ketjap, maar van die Japanse sojasaus. Je kunt mensen niet uitleggen hoe het is als je elke week twee deurwaarders aan de deur krijgt. Dat je aan het eind van de maand uit vijf rekeningen moet kiezen welke je gaat betalen. Elke dag lig je met stress in je bed en ben je bang dat de deurbel gaat.' Laatst was hij op een beurs waar jonge mensen een selfie met hem wilden maken. Ze vertelden dat ze ook problemen hadden en hem als voorbeeld zagen. Dat was een vreemde ervaring. Nu weet hij dat als hij zijn verhaal vertelt, hij andere mensen inspireert. 'Eerst was ik vuilnisman en nu heb ik een eigen restaurant.' Het is zijn verhaal. Hij schaamt zich er niet voor om het te vertellen. 'Dit soort interviews helpt daar bij. Ik heb de kansen gekregen die mijn ouders niet hadden. Als jouw kans voorbijkomt, moet je hem pakken. Dat is wat ik aan anderen wil meegeven.' JANUARI 17 Moesson #7 januari 2018 KOPIE2.indd 17 23-12-17 15:23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 17