Op mijn vierde verjaardag kreeg ik van mijn vader Ik reeg mijn pannetjes 1 aan een stok en nam ze V mee, tot ergernis van i Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn of haar familie-poesaka. Dit keer Conny Wolff-Douwes. (het bleek zijn laatste cadeau te zijn want hij stierf in krijgsgevangenschap in Birma): een kleine emaillen pan, een kleine sublukan en een wadjan. Wij moesten in 1945 het huis uit en mochten niks dan alleen wat je aan had, meenemen. Ik reeg mijn pannetjes aan een stok en nam ze mee, tot ergernis van mijn ma, die zat te mopperen van: 'Conny met haar grembelans'. Toch hebben ze later hun werk gedaan, doordat mammie mijn pannetjes, behalve deze wadjan, heeft kunnen verkopen. Van dat geld ging ze dan gedekken (dan doe jij je hand met wat geld door een gat in de afrastering, en dan kreeg je van Indonesiërs een ei, goela djawa of niks). Als deze wadjan kon praten! HEB JE EEN VOORWERP DAT JE KOESTERT OMDAT HET VERTELT OVER JE EIGEN INDISCHE FAMILIEGESCHIEDENIS? En wil je ook in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611. r i Mijn Poesaka o JANUARI I 31 Moesson #7 januari 2018 KOPIE2.indd 31 23-12-17 1524

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 31