'De bewijzen dat de heldin strijdlustig deelnam aan de krijgsdansen en aan de strijd zelf, zijn op zijn zachtst gezegd flinterdun HET JAAR 1818 vergeefse aanvallen die eind mei en begin juni werden gedaan op het fort Zeelandia, gelegen op het eiland Haruku. En we weten waarom Christina's vader Paulus Tiahahu kort na zijn arrestatie en verhoor werd veroordeeld tot een standrechtelijke executie op 17 november: hij werd beschuldigd van betrokkenheid bij de vergeefse pogingen van de opstandelin gen om het fort Duurstede op Saparua op 29 augustus op de Nederlanders te heroveren. Deze weinig glorieuze gegevens verwerkte Zacharias niet in haar biografie. Een onbetrouwbare verteller Het strijdlustige imago van 'Martha Christina' is vooral gebaseerd op passages die Maurits Ver Huell in zijn reisherinneringen over haar heeft geschreven. Hij vertelt dat Paulus Tia hahu op 14 november als arrestant bij hem aan boord werd gebracht en dat hij vergezeld was van 'een jong en schoon Indiaansch meisje' dat zijn dochter was en Christina Martha heette. Men vertelde volgens hem ook dat zij 'bij alle gevechten tegenwoordig' was geweest en dat zij 'niet alleen de wapens van haren grijzen vader [had] gedragen, maar zelfs onder de voorvechters den Tjakileli [tjakalele] of krijgsdans mede gedaan, en in dapperheid en bloeddorstigheid uitgemunt'. De verhalen die over haar de ronde deden, prikkelden zijn verbeelding. Hij heeft niet onderzocht wat er van waar was, maar deed er nog een schepje boven op door haar in verband te brengen met een heldin uit het klassieke Hindoe-Ja vaanse epos Bharatayudha: Hare lange, gitzwarte, haren hingen geheel los in golvende vlechten op haren rug. Welligt had zij dezelfde gelofte gedaan, als de heldin uit het Oostersch Heldendicht Brata Youdha: 'Zij heeft eene gelofte gedaan, de haren niet eer op te binden, alvorens zij zich gebaad heeft in het bloed van de honderden van Kenowa!' Zacharias interpreteert deze passage gretig als een uitspraak van 'Martha Christina' zelf en als een bewijs van haar strijdlust. Maar de reisherinneringen van Ver Huell zijn niet gegarandeerd betrouwbaar en er zijn geen andere getuigen. De bewijzen dat de heldin strijdlustig deelnam aan de krijgsdansen en aan de strijd zelf, zijn op zijn zachtst gezegd flinterdun. Hoewel haar vader ter dood werd veroordeeld, werd Christina Martha niet vervolgd. Toch werd zij een maand later in Titawai, het dorp van haar moeders familie, alsnog opgepakt en naar Java verbannen. Zacharias sugge reert dat de overheid beducht was voor haar gezagsondermijnende invloed. De overheid beriep zich echter op 'verschillende rapporten' van de dorpshoofden op het eiland Nusalaut waarin zij voormalige opstandelingen zelf bestempelden als 'zeer schadelijke sujetten' en aandrongen op hun verwijdering. Het leidde tot de arrestatie van zevenentwintig personen, waaronder Christina Martha. Zij overleed op 2 januari 1818. Eigentijds imago Op Wikipedia wordt Christina Martha Tiahahu tegenwoordig gepresenteerd als een Moluc- can freedom fighter. In de stad Ambon kijkt een reusachtig standbeeld uit over de stad en de baai. In Abubu staat een kleiner, even heldhaftig beeld. Er zijn straten, gebouwen, instellingen en maatschappelijke organisa ties naar haar vernoemd. Jaarlijks worden er op 2 januari, de jaarlijkse Martha Christina Tiahahu-dag, vanaf een marineschip bloemen in de Bandazee geworpen. De cultus rond de heldin staat in dienst van de door de overheid nagestreefde natievorming en richt zich in het bijzonder op haar bezielende invloed op de rol van de vrouw bij de pembangunan, de opbouw van Indonesië. Voor dit alles heeft Zacharias in haar biografie de basis gelegd. Anders dan Ver Huell, probeert zij bij de lezers niet mededogen met de heldin te wekken, maar bewondering voor haar semangat perdjuangan (strijdlust) en afschuw van de meedogenloosheid van haar onderdrukkers. We zouden tweehonderd jaar na haar dood echter geen genoegen moeten nemen met na tionalistische geschiedverhalen over Christina Martha Tiahahu, maar ons vanuit een onder zoekende houding een eigentijds beeld van haar geschiedenis moeten vormen. Een versie van dit artikel met noten en literatuurlijst is te vinden op www.museum-maluku.nl Hans Straver verzorgde de uitgave en toelichting van een literair verhaal van Maurits Ver Huell over de opstand van 1817, getiteld Christina Martha, Oosters romantisch historisch tafereel (Hilversum: Verloren, 2013). Op 7 februari hoopt Hans Straver in Leiden te promoveren op een studie met de titel Vaders en doch ters. Molukse historie in de Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw en haar weerklank in Indonesië. 42 MOESSON Moesson #7 januari 2018 KOPIE2.indd 42 23-12-17 15:24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 42