DE CHAOTI
SCHE STRAAT
TAFERELEN
IN DE GROTE
STEDEN
'IK HOU NIET VAN
VLIEGEN EN...
ZOU IK DAN DE
BAGAGE MOGEN
MEENEMEN DIE
IK NU MEENEEM?
MAHAL SEKALI
en op de tolwegen in Indonesië laten bij
iedereen een onuitwisbare indruk achter.
Toch heeft het wegennet nog niet zo'n lange
geschiedenis. Het vervoer op het water daar
entegen, is zo oud als de mensheid. Prauwen,
sampans en op jonken gelijkende vaartuigen
zorgden voor de verbindingen en visvangst
tussen de duizenden eilanden. Tot op de
dag van vandaag zijn ze, naast de ontelbare
moderne schepen, nog steeds actief.
Kelas Ekonomi
Ik spreek Pak Arief (63). Hij staat bij de passa
giersterminal van Tanjung Perak in Surabaya.
Op een trolley een paar meter bij hem van
daan staan een aantal goed ingepakte dozen
vol met T-shirts en herenondergoed. 'Ik ga
naar Makassar, naar mijn zuster en zwager. Zij
zitten in de handel. Ik zoek altijd in Surabaya
en omgeving naar dagangan, naar goedkope
spulletjes. Meestal kleding, maar soms ook
pannen of beddengoed. Vier, vijf keer per jaar
bezoek ik ze. Dat doe ik al jaren', begint pak
Arief.
Hij reist met één van de schepen van de Pela-
yaran Nasional Indonesia, algemeen bekend
als PELNI. De PELNI-passagiersvloot bestaat
uit circa 25 schepen, maar ze bezitten ook
schepen speciaal gericht op vrachtvervoer en
veevervoer. 'Ik reis altijd kelas ekonomi, dat
is het goedkoopste ticket. Je verblijft in een
slaapzaal waar natuurlijk weinig privacy is,
maar je mag ook een plekje zoeken in een van
de gangen. Je kunt voor een hogere klasse
kiezen, dan vertoef je in een twee-, vier- of
achtpersoons hut, slaap je in een echt bed en
krijg je er maaltijden bij. Maar het is iets meer
dan een dag varen naar Makassar. Overdag
mag je gewoon op het dek rondwandelen, dus
ik vind kelas ekonomi voor mij prima genoeg',
verklaart pak Arief.
Het zal nog enige tijd duren voordat zijn
schip, de KM Umsini, aanmeert. Twee in het
geelzwart geklede kruiers hangen rond de
handelswaar van pak Arief. Met één van hen
maakt hij alvast een deal voor het overbrengen
van zijn dozen naar een vrachtruimte.
'Ik woonde als kind vlakbij pasar Pegirian, niet
ver van het havengebied. Mijn vader maakte
wandelingen met mij en de andere kinderen.
Eigenlijk is er niet zoveel veranderd. De haven
gebouwen, de kades, de opslagruimtes... het is
grotendeels nog hetzelfde', vervolgt pak Arief.
Komt Pas Morgen
De rol die de PELNI in de Indonesische
wateren inneemt, is te vergelijken met die
van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij
van weleer. Ook de KPM profileerde zich met
lijndiensten voor het vervoer van passagiers,
post en goederen in de archipel. Dit overigens
naast een groot aantal 'inheemse' schepen
(de muskietenvloot) in de vorm van prauwen
die vooral handelswaar van eiland naar eiland
vervoerde en zich als geduchte concurrenten
ontpopte. Daar waar de KPM als prijzig werd
gezien en zich niet altijd aan de tijdsplanning
hield (Komt Pas Morgen), wist de prauwen-
vloot, zeker na de motorisering van hun vaar
tuigen, juist aan vertrouwen te winnen.
Dat de KPM toch een belangrijk aandeel in
het scheepvaartvervoer bezat, was vooral te
danken aan het Nederlands-Indische gouver
nement die haar vervoersopdrachten vrijwel
alleen aan deze maatschappij gunde.
Ondanks de lange staat van dienst - van 1888
tot en met 1957 - is de naam KPM pak Arief
niet bekend. Hij herinnert zich wel dat er in zijn
kinderjaren nog Nederlandse schepen aan de
kades lagen. Die waren ongetwijfeld door de
Indonesische regering in 1957, tijdens de nati
onalisatie van de KPM, in beslag genomen (en
onder druk ook weer teruggegeven) en in een
later tijdsbestek door de PELNI voor een deel
ingehuurd. De tegenwoordige vloot bestaat
voor een belangrijk deel uit schepen afkomstig
van een Duitse werf.
Door prijzenoorlogen in de luchtvaart zijn
vliegtickets goedkoper geworden. Het aantal
passagiers dat gebruik maakt van vaartickets
in de hogere klassen is daarom sterk afgeno
men. Een reden voor de PELNI om zich ook op
het binnenlandse toerisme te richten. Biosco
pen, sportruimtes, livemuziek en restaurants
moeten het verblijf aan boord veraangenamen.
Voor pak Arief staan de aan de bovenzijde wit
geschilderde- en aan de beneden zijde oker
geel geschilderde PELNI schepen gelijk aan
ontspanning en rust. 'Ik hou niet van vliegen
en. zou ik dan de bagage mogen meenemen
die ik nu meeneem? Mahal sekali!'
Zorgenkindje voor de Indonesische autori
teiten zijn de havens. Er bestaan inmiddels
projecten om de capaciteit van de haven van
Jakarta uit te breiden, de mogelijkheden te
onderzoeken voor de bouw van een nieuwe
haven bij Medan en de vaarwegen bij de haven
van Surabaya uit te diepen, zodat ook zeer
grote zeeschepen kunnen binnenkomen.
Dwangarbeid
Op het land kwam het vervoer en verkeer pas
laat op gang. Het was vooral het economisch
belang in de koloniale tijd dat een impuls gaf.
Producten, van rubber tot tabak, moesten
immers naar de havens aan de kust worden
overgebracht. Lange tijd vond het vervoer
van producten plaats via ontelbare koelies en
door karbouwen voortgetrokken karren via
kronkelige paden en smalle landwegen. De
Jalan Raya Pos, de Grote Postweg, was de
eerste met steenpuin bedekte weg, van maar
liefst duizend kilometer, die West-Java met
het oostelijke deel van het eiland verbond.
In eerste instantie bedoeld om snel troepen
te verplaatsen, maar al snel tevens ingezet
om goederentransporten over de 'breede'
weg mogelijk te maken. Steden als Sukabumi
en Malang, van oorsprong kleine gehuch
ten, hebben hun ontstaansgeschiedenis te
danken aan de Jalan Raya Pos die in één jaar
22 MOESSON