0
Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) was
arabist en islamoloog, die Mekka wist binnen te
dringen, die de koloniale regering adviseerde
over Atjeh én die zich bekeerde tot de islam.
Snouck
DOOR FRED LANZING
FOTO UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK LEIDEN
Paul van 't Veer noemt Snouck Hurgronje in zijn Atjeh-
boek 'na Multatuli de tweede geniale figuur in [de]
koloniale geschiedenis'. Van Multatuli is een wetenschap
pelijke biografie verschenen. Aan Snouck heeft tot voor
kort niemand zich gewaagd. In een gelukkige greep
heeft Dröge deze lacune gevuld. Zonder wetenschappe
lijke pretenties, maar met een indrukwekkende docu
mentatie en bronnenonderzoek. Hij schetst het leven
van de geleerde op volgtijdelijke wijze. Hij onthoudt zich
wijselijk van een exposé over Snoucks specialistische,
intellectuele erfenis. Helaas laat hij ook na de kwaliteit
van Snouck als schrijver te behandelen. Jammer, want
Snouck schrijft glashelder, elegant en springlevend Ne
derlands. Er zou eens een bloemlezing uit zijn adviezen
en geschriften moeten worden gemaakt.
In het Snouck-discours duiken steevast twee hete
hangijzers op. Het eerste is de vraag naar de oprecht
heid van zijn bekering tot de islam. Je kunt je afvragen
wat de relevantie van deze vraag is voor de kwaliteit
van zijn werk, maar ook Dröge stelt deze vraag. Dat
Snouck de islamitische leefregels nogal eens overtrad, is
geen argument. Iedereen die Snoucks werk kent, weet
dat een soepele omgang met deze regels standaard
was op Java. Dröge geeft aan dat geen van Snoucks
collega-wetsgeleerden twijfelden aan zijn oprechtheid.
Bovendien is hij op islamitische wijze begraven. Dröge
laat het bij dit impliciete positieve antwoord, zonder
positie te kiezen.
Het tweede hete hangijzer is Snouck als verrader van het
Indonesische proto-nationalisme, als ideoloog en spion
voor imperialistische onderdrukking. Op pagina 179
wordt Snouck gebrek aan solidariteit met de Indone
sische bevolking verweten. Anderzijds vermeldt Dröge
ook dat Snouck zich verre houdt van racisme en zelfs
Ten slotte: Ik vind de titel van het boek niet gelukkig. Ik
associeer het woord 'pelgrim' met kwezelachtige vroom
heid op zoek naar religieuze verlossing in een heilige
plaats. Snouck moest niets hebben van vroomheid en
heilige plaatsen. Het woord 'pelgrim' past niet bij Snou
ck. En: Toekoe Oemar was géén ulama (p. 222), maar
een oeleebalang, een kleine radja van lage adel. Toekoe
is een wereldse titel. Ondanks deze kritische opmerkin
gen is mijn conclusie: dit is een innemend, informatief
boek over een fascinerende man.
Pelgrim door Philip Dröge
Spectrum ISBN 978 90 00
35368 2 19,99
08 MOESSON
Moesson #9 maart 2018 V2.indd 8
22-02-18 12:28
pleit voor een autonoom
Indonesië. Bovendien hangt
er, ik heb het zelf gezien, in (de
replica van) het huis van Cut Na Dien
in Banda Atjeh een grote foto van Snouck.
Dit lijkt mij een positieve aanwijzing. Helaas
gebruikt Dröge het woord 'spion' op pagina 23 én
in de ondertitel. Dit woord heeft de geur van oneervolle
verachtelijkheid. Daarvan is bij Snouck geen sprake. Hij
deed zijn werk in alle openheid en collega-wetsgeleer
den accepteerden zijn advieswerk als normaal. Waarom
spreekt Dröge zich niet duidelijk uit over deze kwestie?