COLUMN
Een oud-Indisch gezegde
J§
Poirrié'sPerikelen
'Al
Als ik aan Solo voor de oorlog denk, zie ik oom Bert en
Arie Booien weer klaarstaan voor een race over de Groote
Postweg richting Djokja. Oom Bert op de bok van zijn
ouwe eenpitter Harley Davidson en getooid met vlie-
genierscap en stofbril. En Arie in het zadel van zijn iets
jongere Norton met zonnebril en pet achterstevoren op
zijn hoofd.
Maar zie ik ook dat de race helaas niet door gaat, Arie
onverrichterzake huiswaarts keert, maar er gelukkig toch
wordt gereden en tante Betsie soepel meedeinend op het
hoge passagierszadel van de HD haar gitzwarte krullen
in de wind laat waaien. En zou ik die twee tortelduiven
toewensen dat ze begeleid werden door het ontroerend
mooie 'Unforgettable' van Nat King Cole en Natalie Cole,
in duet. Sweet Memories van tempo doeloe, toen er nog
geen sprake was van jankende motoren, rondslingerende
hairextensions en onverstaanbare rappers.
Zal niemand interesseren, maar oom Bert en tante Betsie
waren inderdaad net twee tortelduiven. Ze zouden zich
nooit kleverig gedragen, al heb ik wel een keer gezien dat
ze in de garage stonden te kroelen. Zag ik duidelijk hoe
oom Bert een hand op zeker lichaamsdeel van zijn vrouw
legde en kon ik ze allebei horen koeren. Het
was ook volkomen duidelijk dat oom Bert
weliswaar idolaat was van de Harley
met de griffeldoostank en het elan-
denstuur, maar zijn geliefde echtge
note met afstand op de eerste plaats
kwam; hij wel wat te vertellen had,
maar zij de dikste vinger in de pap
had. Ze heel geduldig was maar streng
optrad als ze bijvoorbeeld een
rondje Solo maakten. Oom Bert
MR
zich etaleerde als zijn evenbeeld filmicoon James Stewart
en alle jongere en oudere dame om het hardst zaten te lon
ken naar de knappe motorrijder. Alsof tante Bets er niet bij
zat. Fluisterde die oom Bert terecht iets heftigs in de oren
en schoot dodende bliksems naar de brutale nesten. Maar
daarna was alles vergeven en vergeten. Zo ging dat bij hun.
Allebei dertigers, waren die twee nog jong en in ieder geval
veel minder oud dan alle andere ooms en tantes en kon ik
er als onnozele puber goed mee overweg. Kon ik bij tante
Betsie altijd wel een potje breken, maar moest ik soms goed
uitkijken voor haar anders altijd aardige echtgenoot. Vooral
als we het over meisjes hadden, mijn zwakke punt. Zoals
toen ik vertelde dat zwembad Tirtomojo er een verblindend
mooi meisje bij had gekregen en ik onder het vertellen zo
op hol sloeg dat oom Bert me tot kalmte maande en voor
hield dat niet alles is wat het lijkt en schoonheid erg be
trekkelijk is. Had ik daar geen boodschap aan en stelde dat
het bij die schoonheid ook en vooral om haar innerlijk ging.
'Van binnen', wees ik hem ironisch terecht. Oom Bert bleek
niet onder de indruk. Mij medelijdend aankijkend, slaakte hij
een diepe zucht en zei: 'Van buiten blinkt van binnen stinkt,
is een oud-Indisch gezegde. Onthoud dat goed, van binnen
is alleen poep.' En alsof dat nog niet genoeg was kneep hij
heel even veel betekenend zijn neus dicht. Tante Betsie, die
er ook bij was, schudde alleen haar hoofd en zei verder niks.
Wat er van dat verblindend mooie meisje in zwembad
Tirtomojo is geworden, weet ik niet. Ik zag haar nog wel
vaak en ze was nog steeds mooi, maar ze kon mij niet meer
bekoren. Er was iets wat me steeds minder beviel en op den
duur zelfs tegenstond. Kwam misschien door die dichtge
knepen neus van oom Bert. En al die dichtgeknepen neuzen
van meisjes als ze in het water springen.
<5$ -✓ -v
Jack Poirrié werd geboren in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland.
Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
APRIL 19
Moesson #10 april 2018.indd 19
28-03-18 14:57