LIFESTYLE 'NOG IETS OM DIE TIJD TE SCHETSEN: ER WAS NOG GEEN INTERNET. WE ZOCHTEN ALLES OP IN BOEKEN... EN WE WISTEN OOK WELKE BOEKEN WE WAARVOOR NODIG HADDEN' Duidelijk is dat we vandaag de dag niet al deze jongeren tot de derde generatie zouden rekenen. Claudia's vader Ludwig bijvoorbeeld, was volwassen, dertig jaar, toen hij naar Nederland kwam, dat zou Claudia tot tweede generatie Indo maken. Grappig is wel dat als je de koppen van de interviews leest (Esther Hartsinck: 'Misschien ben ik wel Indischer dan ik denk dat ik ben'), dat die niet veel verschil len met die van de derde generatie nu. Het land van herkomst In 1998 kwam ik bij Moesson de redactie versterken. Die jaren negentig waren gouden tijden. De eerste generatie had het vooroor logse Indië geheel bewust meegemaakt en vertelde er nog over, je had de tweede én de derde generatie: alle drie volwassen. Bij de aanmelding van mijn studie Indonesische Talen en Culturen aan de universiteit Leiden in 1992 was er sprake van een piek aan Indische studenten, allemaal derde generatie, die net als ik meer wilden weten over het land van hun voorouders. Nog iets om die tijd te schetsen: er was nog geen internet. We zochten alles op in boeken... en we wisten ook welke boeken we waarvoor nodig hadden. Toen ik in 1998 bij Moesson kwam - onder Vivian Boon, de dochter van Tjalie Robinson en Lilian Ducelle - lag de weg dus open voor mij en mijn generatie. Ik werd aangenomen als adjunct-hoofdredacteur om mijn volgens de directie iets te enthousiaste collega Geert Onno Prins onder de duim te houden en dat lukt mij inmiddels al twintig jaar met wisselend succes. Zodra het kon vroeg ik mijn Indische oud-stu diegenoten of ze bij konden dragen. Het eerste mooie voorbeeld daarvan is een stuk van Tom Golder die in Pakanbaru op Sumatra op zoek ging naar het verleden van zijn opa die er als krijgsgevangene van Japan dwangarbeider was aan de spoorlijn. Het is hét intergeneratio- nele artikel avant la date met de mooie titel 'In het spoor van mijn opa'. In datzelfde augus tusnummer van 1998 ook een interview met niemand minder dan - hotter dan ooit - Peter van Dongen. Peter publiceerde dat jaar zijn Rampokan Java. Er is een duidelijke tegenstelling tot de artike len in 1996, dat waren toch meer gedachten- wolken van jongeren die zich minder aan het Indische hadden toegewijd, niet beroepsmatig in ieder geval. En Tom Golder en Peter van Dongen wel. In die tijd was het binnenwerk van Moesson nog zwart-wit, afgewisseld met kleurkaternen, dus we waren op de redactie altijd aan het rekenen hoe we het beste profijt uit de kleurenpagina's konden halen. Namen noemen 3.0 Die eerste Indotest in juli 1999: 'Hoe Indisch bent u?' Ieder blad moet de draak steken met zijn eigen formule. Die Indotest werd héél voorzichtig ingeleid door Vivian Boon, bijna als een apologie: 'Deze Indo-test is niet bele digend bedoeld, niet serieus en niet psycholo gisch onderbouwd, maar eerder humoristisch, met een knipoogje. Samengesteld door een "jonge generatie" redactie, voor wie al wat Indisch is zeer dierbaar is en gewaardeerd wordt.' Je leest duidelijk tussen de regels door dat zo'n artikel een breuk vormde met de oude Moesson content. En hoe moeilijk en gevoelig alles lag. Of hoe gevoelig we dachten dat alles lag. In diezelfde periode veranderde de vorm geving en het coverbeleid. Proactief, zou men dat tegenwoordig noemen, op zoek gaan naar covers die de inhoud weerspiegelden. Niet meer alles op z'n beloop laten. Ook al was het in die tijd niet low-budget, maar no-budget. In maart 2000 stond de eerste BIN-er op de cover: zangeres Linda Wagenmakers, ook derde generatie. In december '99 was zij nog voorafgegaan door fotografe Margi Geerlinks op de voorplaat. We hoorden namelijk steeds vaker op de redactie: weet je wie ook Indisch is? Die-en-die. Essentieel onderdeel van de Indische cultuur onder alle generaties is om tijdens kennisma king verwantschapslijnen te zoeken, 'O, ik heb ook een Van Asdonck gekend in Batavia, on derluitenant, is dat familie van u?' Of: 'Ik ging ook met de Van Oldenbarnevelt naar Neder land, aan boord was een echtpaar Römmling, is dat familie van u?' En omdat Indië noemen, namen noemen is, wilden we daar graag wat mee. Naar verwant- schapslijnen zoeken onder jongere generaties, om community building te versterken. In die jaren is de kiem gelegd van het BIN-er beleid, de celebrity endorsement. Die jaren waren voor ons proefdraaien voor de grote verandering van Moesson vanaf 2003. Nu hadden we alleen geen budget, dat zie je vooral aan de fotografie. Als we een tientje in een jaar uitgaven aan redactiebudget was dat veel. Voor ons was het duidelijk dat de derde generatie het blad in moest, om Moesson te verjongen, te actualiseren en om Moesson weer toonaangevend te maken. Een beetje moeilijk Een andere uitdaging waar we mee gecon fronteerd werden, was ingezonden kopij - de kurk waar Moesson op dreef. Geert en ik waren in die tijd als redacteurs soms dagen bezig om APRIL 29 Moesson #10 april 2018.indd 29 28-03-18 14:57

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 29