LIFESTYLE DE INHOUD VAN HET BLAD GING NIET ZOZEER ÓVER DE DERDE GENERATIE, MAAR WERD WEL DÓÓR DE DERDE GENERATIE GEMAAKT, IN WOORD EN BEELD' een tekst persklaar te maken en het trof ons dat vaak de essentie ontbrak of emotionele spanning. Wat je écht wilde lezen, dat bleef te vaak onbenoemd. Een anticlimax. Iemand moest vragen stellen. De derde generatie leek ons daar uitermate geschikt voor. Ondertussen deden we ons best om de derde generatie in elke editie te krijgen, door interviews met pianiste Tamara Rumiantsev, marinier Paul Golder, zanger Ivar Vermeulen, musicalster Nurlaila Karim... Allemaal bevroegen we ze over hun band met het Indische. Wat waren we trots op die eerste covers! De cover in ok tober 2002 met Gaston Taument (de artistieke rechtsbuiten bij Feyenoord en Oranje) was de eerste waarvoor we zelf de foto voor hebben laten maken. Een minderheid verdient ook een mooi blad. Waarom genoegen nemen met minder? En ondertussen startten we met de Surinaams-Indische Gaston Taument ook de discussie over wat nu eigenlijk Indisch is. Kleine, bijna onzichtbare dingen deden we om het blad te vernieuwen en het community-ge- voel te versterken: geen meneer of mevrouw meer, niet alleen voorletters, maar voornamen voluit. Tutoyeren. Dat vinden we nog altijd een beetje moeilijk. We moeten het weten Vanaf medio 2002 kwam er ook meer derde generatie op de redactie - Sjors Bos en Sheila van Rhoon - en dat maakte Moesson eigenlijk vrijwel honderd procent een derde-generatie onderneming, ook al richtten we ons niet uit sluitend op de derde generatie. De inhoud van het blad ging niet zozeer óver de derde gene ratie, maar werd wel dóór de derde generatie gemaakt, in woord en beeld: met illustratoren als Suzette Huwae, Melroy Bisel (bij dit artikel maakte hij weer een prachtige illustratie), Dan ny van den Hoonaard en Remona Poortman. Fotografen als Gijs Gemke, Shalita Dietrich, Armando Ello, maar ook tientallen interviewers en tientallen stagiairs, zoals Sabine Broeke en Desiree Keijner. Lifestyle en human interest werden steeds belangrijker. De gemeenschap zelf staat cen traal, net zoals op de covers. Gewoon, zoals die is. In al zijn vanzelfsprekende eigenheid en verscheidenheid. Onze taak: de lezers de energie geven om er weer een maand tegen aan te kunnen gaan. Petite histoire die de grande histoire laat zien: 'een verhaal vertellen aan de hand van andere verhalen', naar Ali Smith. De vragen stellen die we altijd al wilden stellen. Onderwerpen aansnijden die - zoge naamd - gevoelig lagen: 'daar mag je niet over praten', 'dat is te persoonlijk', zoals liefde en de dood, homoseksualiteit, oorlogstrauma's bij tweede en derde generaties, prostitutie, Downsyndroom, kindermisbruik, 'troostmeis jes' (2007), transgenders (2014), excessen (2017), Japans-Indische nakomelingen, het verhaal van de mislükte integratie, de afstand tussen totoks en Indo's, het leven buiten de kampen, de bersiap die voor veel Indo's erger was dan de Japanse bezetting - veel van deze onderwerpen klinken nu inmiddels vanzelf sprekend, maar dat waren ze toen bepaald niet. Al die verhalen moesten ook verteld wor den, moesten ook een getuigenis worden, een pagina in Tjalie's Grote Boek, om het zo maar te zeggen. De derde generatie bleek ideaal als bruggenbouwer, als informatieschakel, als cultuurdrager. Om oudere generaties gerust te stellen en aan het vertellen te krijgen, zonder te forceren. En zo zijn we weer terug bij Tjalie Robin son en zijn mooie uitspraak uit 1972: dat 'het Indoschap (of welk mengbloedschap ook) zich [niet] in twee, drie generaties laat weg-assimileren... laat wegwassen als een waterverf-kleurtje, als een soort van schande.' Hij had gelijk! De spoeling wordt niet steeds dunner. Net als Tjalie wilden we een blad ma ken waarin Indische Nederlanders van welke generatie dan ook niets hoefden uit te leggen, laat staan zich verantwoorden. Een blad waar in zij zichzelf mogen zijn. Waarom hebben we bekende Indische Neder landers op de cover gezet jarenlang? Niet om 'Indische zieltjes te winnen'. Maar om onze lezers een spiegel voor te houden: je kunt én trouw blijven aan je eigen culturele imprint én je tegelijkertijd op jouw vakgebied onderschei den. Trots zijn zonder te hoeven schreeuwen. Dit artikel is een bewerking van een lezing die ik afgelopen 21 januari voor stichting Indisch Erfgoed op Bronbeek mocht houden. APRIL 31 Moesson #10 april 2018.indd 31 28-03-18 14:57

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 31